Boekrecensie

Titel: Prediking en geestelijk leven, vanuit de praktijk toegelicht
Auteur: dr. P. Buitelaar

Uitgeverij: De Groot Goudriaan
Kampen, 1998
ISBN 90 6140 634 X
Pagina's: 96
Prijs: ƒ 17,50

Recensie door ds. L. H. Oosten - 12 april 2000

Dr. Buitelaar stelt vragen aan de predikant en aan de hoorders

In gesprek over de bediening

In het boekje ”Prediking en geestelijk leven” gaat dr. P. Buitelaar op eenvoudige en praktische wijze in op vragen die er in de gemeente kunnen leven. Het is dan ook gesteld in de vorm van een soort gesprek dat, in twintig hoofdstukjes, zich beweegt op het terrein van de prediking en het geestelijke leven.

De auteur maakt nuttige opmerkingen voor predikers en hoorders. Enerzijds moet de prediker leren luisteren naar de Schrift, naar de tekst in zijn verband, naar het geloof dat door de bijbelschrijvers spreekt en naar de belijdenis van de Kerk der eeuwen, iets wat juist nu zo bitter nodig is in deze tijd van oppervlakkigheid en onverschilligheid. Wat is er toch weinig belangstelling voor de leer van het geloof en voor de geschiedenis van de Kerk. Anderzijds moet er toch ook geluisterd worden naar de vragen van de hoorders, wat intussen iets anders is dan voldoen aan wat de hoorder relevant vindt.

Dr. P. Buitelaar, die in 1996 promoveerde op dit onderwerp, is voorstander van het zogenaamde onderscheidenlijk preken. Dat moet echter niet verstaan worden als het klakkeloos overnemen van vreemde of geijkte uitdrukkingen zoals: Zien is nog geen hebben, of: Bedekte schuld is nog geen vergeven schuld. De zogenaamde toeleidende weg, zo lezen wij, biedt geen grond voor de eeuwigheid. De grond is Christus alleen. De vrucht zal (achteraf) uitwijzen of de toeleiding een leiding van de Heere was. Elders spreekt de schrijver van het voorbereidende, overtuigende werk van de Heilige Geest, dat tot Christus leidt. Weldadig is het dat in dit boekje zo uitermate christocentrisch gesproken wordt: het ware geloof is geloof in Christus.

Trinitarisch
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de prediking van de Wet en een wettische prediking. De verkondiging van de Wet om aan de zonde te ontdekken is heel belangrijk, en niet alleen voor de ongelovigen. Verder worden er opmerkingen gemaakt over dogmatische prediking en over trinitarische prediking. In het licht van dit laatste kan een zogenaamde Christusprediking te eenzijdig zijn: Het gaat toch ook om de Vader, de Rechter, en om de Heilige Geest als Toepasser van het heil. De prediking van het Woord is iets anders dan een getuigenis van eigen bekering. Wel zal de prediking een doorleefde zaak moeten zijn. Voor de hoorders is van groot belang de voorbereiding op de kerkdienst in het gezin thuis. Vinden we dat vandaag nog? En hoe staat het met het nagesprek thuis na de dienst?

Bij het signaleren van gevaren vanuit de zogenaamde evangelische richting schenkt de auteur aandacht aan een scherpe afwijzing van de richting enerzijds en aan een zekere aanvaarding ervan anderzijds, waarbij sommigen zelfs spreken van een verrijking. De vraag is wat ons ermee bindt en wat ons ervan scheidt. Wat betekenen in dit verband de Schrift en de gereformeerde belijdenis? Zelf laat de auteur blijken dat hij over een aantal zaken fundamenteel anders denkt dan deze richting.

Zwart-wit
Een enkele maal zijn sommige zaken wat zwart-wit gesteld. Bijvoorbeeld als gezegd wordt dat er na de prediking bijna nooit gesproken wordt over de keuze van de schriftlezingen en de gezongen psalmen. Onze ervaring is anders.

Waar in onze tijd het woord ”reformatorisch” in zwang gekomen is, veronderstelt de schrijver dat dit is om het woord ”gereformeerd” nog te overtreffen. Naar wij begrepen hebben is dat echter geschied eenvoudig ter onderscheiding van het synodaal gereformeerde, daar in dat opzicht het woord ”gereformeerd” verkeerde associaties kan oproepen. Maar het zou kunnen zijn dat het woordgebruik zich ontwikkeld heeft in de zin die de schrijver veronderstelt.

Ten slotte lijkt het ons wat ongenuanceerd als gesteld wordt dat iedereen zijn eigen kerk het best en het zuiverst vindt. Dat zal wel voorkomen, maar er zijn er toch ook velen die bepaald niet hun eigen kerk het best en zuiverst vinden, maar daar nu eenmaal hun plaats en roeping verstaan, terwijl men wars is van kerkisme.

Weldadig doet het aan dat ook een ervaring beschreven wordt van het beluisteren van een degelijke bijbelse prediking, zelfs in kerken van een andere belijdenis. Het gaat toch maar om het rechte Woord.

Over het algemeen lazen we dit boekje met hartelijke instemming. Het is een aardig geschenkboekje en ook bijzonder geschikt voor onze jongeren. Wellicht ook als belijdenisgeschenk.