Boekrecensie |
Titel: Moeten we toch mee (De kerk op het spel, 6) Auteur: ds. W. van Vlastuin Uitgeverij: Groen Heerenveen, 1999 ISBN 90 5829 1219 Pagina's: 48 Prijs: 8,95
|
Recensie door dr. H. J. Selderhuis - 12 januari 2000
Ds. Van Vlastuin levert nieuwe bijdrage aan actuele discussie
Calvijn en het SoW-procesAan de discussie over de vraag of hervormd-gereformeerden met SoW mee kunnen gaan of niet, levert ds. W. van Vlastuin een nieuwe bijdrage. In acht hoofdstukken behandelt hij termen die hier en daar als argument worden aangevoerd om wel met SoW mee te gaan. De hervormde predikant uit Katwijk aan Zee bespreekt die argumenten met als doel oneigenlijke argumenten in de discussie uit de weg te ruimen. Het gaat om argumenten zoals: We moeten buigen onder dit oordeel, de kerk is meer dan een confessie, we dienen te blijven zolang we getolereerd worden, en: niet meegaan is afscheiding. Nu is het zeker niet aan mij te beoordelen of meegaan met SoW wel of niet legitiem is. Als lid van een afgescheiden kerk sta ik feitelijk buiten deze discussie, ook al voel ik me er wel bij betrokken. Ik kan, mag en wil niet oordelen, zeker niet waar ik deel uitmaak van de groep die al eerder meende niet langer te kunnen meegaan en die tot dusver bewezen heeft niet goed te weten hoe het na een afscheiding dan verder moet. Veiliger meen ik te gaan in de beoordeling van de wijze waarop ds. Van Vlastuin de Reformatie en met name Calvijn gebruikt. De auteur is eerlijk genoeg om in de Verantwoording al te zeggen tot welke conclusie Calvijn hem heeft gebracht, namelijk dat het niet verantwoord is mee te gaan. Daarbij moet de auteur de Reformatie als een niet meer mee kunnen gaan op zo'n wijze verdedigen dat die verdediging niet gebruikt kan worden om bijvoorbeeld een afscheiding uit de negentiende eeuw te rechtvaardigen. De vraag is bovendien of je je niet achter Calvijn verschuilt wanneer je hem aanvoert om niet mee te gaan. En verder, citeren wij Calvijn al niet te vaak slechts voorzover hij ons uitkomt?
Riskant Over hen die SoW niet verder kunnen meemaken, schrijft ds. Van Vlastuin: Zij zijn geen strijders, maar ootmoedige belijders: Hier sta ik, ik kan niet anders. Maar lijkt hij hiermee te zeggen over hen die met grote moeite wel menen de stap mee te moeten maken, dat zij aan de andere kant staan? Zijn zij geen ootmoedige belijders, past hen het woord van Luther: Ik kan niet anders niet? Ik kan me niet voorstellen dat ds. Van Vlastuin die conclusie wil trekken, maar ze ligt wel voor de hand. Nog verder gaat hij als hij een parallel ziet tussen hen die nu niet mee kunnen gaan en de vroege christenen die weigerden aan de keizer te offeren. Geldt dan dat wie toch met SoW meegaat, valt voor de afgoden en in feite Christus loochent? Is ondertekening van de nieuwe kerkorde verloochening van Christus, zoals ds. Van Vlastuin zegt?
Methode Ik acht het daarom ook een valse beschuldiging aan het adres van Rome om deze kerk zo sterk op één lijn te zetten met een kerkelijk proces waarin ruimte wordt geboden aan de loochening van de meest elementaire waarheden van de Schrift. En voor alle duidelijkheid, Servet werd door Rome ter dood veroordeeld al lang voordat Calvijn hem aanklaagde. Kortom, de vergelijking met Rome gaat niet op.
Leerstukken Ik probeer me de moeite van ds. Van Vlastuin voor te stellen en de keuze waarvoor hij en anderen komen te staan, lijkt mij ook verschrikkelijk moeilijk. Maar de keus om niet meer mee te gaan zal een andere rechtvaardiging moeten vinden dan hier geboden wordt.
|