Boekrecensie

Titel: Berenbonken en andere verhalen
Auteur: Ali Troost-Molenaar

Uitgeverij: Mes
Capelle aan den IJssel, 1999
ISBN 90 76061 57 2
Pagina's: 102
Prijs: ƒ 15,90

Titel: Schoolreis naar Schiphol
Auteur: G. W. van Leeuwen-van Haaften

Uitgeverij: Mes
Capelle aan den IJssel, 1999
ISBN 90 76061 58 0
Pagina's: 101
Prijs: ƒ 13,95

Titel: Bomen jatten
Auteur: J. B. de Raaf

Uitgeverij: Mes
Capelle aan den IJssel, 1999
ISBN 90 76061 60 2
Pagina's: 77
Prijs: ƒ 13,95

Recensie door Evert Kuijt - 17 november 1999

Speelgoedhandboeien,
verkeersvliegtuig en kerstbomen

Er wordt steen en been geklaagd over de kwaliteit van de hedendaagse christelijke kinderboeken. Vaak terecht, denk ik. Toch beveel ik de drie hier besproken boeken aan. Hoewel er hier en daar wel eens wat aan mankeert, kan het echte, pure, eigentijdse erin in ieder geval de toets van mijn kritiek doorstaan.

De achttien verhaaltjes in ”Berenbonken en andere verhalen”, geschreven door Ali Troost-Molenaar, zijn leuk, leerzaam en pittig, kortom „verrassend”, zoals de flaptekst ze omschrijft. Hier zullen kinderen van rond de zeven jaar echt van genieten. Ze gaan over zomaar gezellige gebeurtenissen en zijn op een speelse manier beschreven. Hier en daar is het taalgebruik wat moeilijk. Daarom zijn de verhaaltjes meer geschikt om aan kinderen van die leeftijd voor te lezen dan dat deze er zelf al moeiteloos doorheen zullen kunnen komen. De los uit de hand getekende illustraties door Dick van de Pol doen het heel goed. Grappig, toch ook leerzaam

Het is een raadsel hoe Ali Troost aan haar onderwerpen komt. Ze doen het echter stuk voor stuk. Een paar voorbeelden. Het kan maar wát raar aflopen als een jochie de bruidegom met zijn speelgoedhandboeien boeit en het sleuteltje niet te vinden is. De trouwauto staat voor de deur… En als in huis allerlei dingen opeens zoek zijn, wie is dan de dief? Jan soms? Of… Of die twee dappere jochies in de rimboe die 's nachts een offer moeten brengen op de Geestenheuvel! Maar goed dat ze op de zendingsschool geleerd hebben dat het om een ”geest-van-niks” gaat.

Zo nu en dan krijgt het grappige, slimme of zielige iets te veel de overhand, waardoor de logica een beetje zoek is. De kinderen zullen zoiets nog echter nauwelijks opmerken. Daarvoor moet je een (vaak helaas) kritische volwassene zijn.

Meer dan een schoolreisje
Wat een problemen kunnen zich in groep acht onderhuids afspelen! Jaloezie voert in ”Schoolreis naar Schiphol” van G. W. van Leeuwen-van Haaften de boventoon. Dan blijkt die nog volledig ongegrond te zijn ook! Jammer toch, als de sfeer daardoor verziekt wordt. Best een goeie les voor de lezertjes: kijk verder dan je neus lang is. Oordeel niet te gauw! Christelijke motieven, op een verantwoorde manier verpakt in een verhaal.

De, overigens geslaagde, omslagtekening zet je voor raadsels: een verkeersvliegtuig, een papegaai, twee jongens en een meisje, een autobus. Als je gaat lezen, vraag je je af wanneer dat vliegtuig en die bus eindelijk eens komen opdraven. De papegaai en de kinderen spelen al vlug een rol in het verhaal. De titel dekt het verhaal niet helemaal, denk ik dan. Of heeft de auteur de spanning erin willen houden? Want een eind over de helft van het boek gaat groep acht pas naar Schiphol. De flaptekst geeft kennelijk dit laatste aan: na de schoolreis naar Schiphol komt hoofdpersoon Robin er pas achter dat hij totaal voor niets jaloers is geweest op Hugo.

Het leesboek geeft dan ook meer dan het verslag van een schoolreisje. Het verhaal weeft zich rond diverse elementen: evangelisatie, geloof, vriendschap, verhouding jongen-meisje op heel jonge leeftijd, schaamte en schuldbesef (naar aanleiding van de misplaatste jaloezie van Robin), goedmaken van wat je verkeerd deed.

Dit verhaal heeft me echt wat gedaan. De eigentijdse sfeer, vermengd met de aloude normen en waarden die er op een positieve manier in uitkomen, geeft het meerwaarde. Een best boek voor onze jeugd!

”Schoolreis naar Schiphol” is een ”Leeslamp”-uitgave, bestemd voor moeilijk lezende kinderen. Vandaar dat veel meerlettergrepige woorden van een tussenstreepje zijn voorzien, zoals ”zolder-kamer” en ”af-gelopen”.

Erbij willen horen
”Bomen jatten” is een prima kerstboekje, volgens de uitgever geschikt voor lezers vanaf 8 jaar. Zelf zou ik de leeftijd iets hoger gesteld hebben, gezien het thema, de uitwerking en het taalgebruik. Dit doet uiteraard aan het verhaal niets af.

Het aardige is dat we nu eens niet alleen een paar dagen uit het leven van een jochie 'uit eigen kring' volgen, maar vooral ook de belevenissen van een knul uit een gezin 'dat nergens aan doet'. Deze invalshoek daagt uit. Je bent benieuwd naar dat jou totaal vreemde sfeertje.

Nick, het onkerkelijke joch, wil dolgraag bij een groep kerstbomenjatters horen. Daarvoor heeft hij heel wat over, zelfs een griezelige nacht als bewaker van een partij gestolen kerstbomen in een afgedankte school. (Tussen haakjes, aan deze Rotterdamse Rehobothschool hebben mijn vader en zus ooit lesgegeven; zelf ben ik er ook eens een dag voor mijn zus ingevallen! De situatie bij de gasfabriek klopt.) Dat 'ergens bij willen horen' heeft een bijzonder gevolg. Via de wacht bij de kerstbomen komt Nick in aanraking met het kerstevangelie.

Veel echts
De auteur, J. B. de Raaf, kent het gebruik onder de Rotterdamse jeugd: welke groep ziet kans de meeste afgedankte kerstbomen bij elkaar te krijgen? Daartoe lijkt alles toegestaan, zelfs het hanteren van kettingen en knuppels, alsmede het stelen van elkaars buit. Deze achtergrond geeft het verhaal een bijzondere sfeer, heel echt ook. Wat hier gebeurt, vindt aan het eind van elk jaar plaats. Diefstal van kerstbomen die nog verkocht kunnen worden, is echter buiten de regels. Hier gebeurt het wel, wat aan het spel iets misdadigs geeft.

De manier waarop Nicks vader met hem omgaat, spottend met alles wat godsdienst is, kennen wij gelukkig, niet. Onze kinderen mogen daar blij om zijn. Best wel eens leerzaam voor ze om achter de schermen van zo'n gezin te kijken.

De reactie van Nick op de noodzaak van een ”Gelukkigmaker” (de Zaligmaker), waarover hij die nacht in de oude school in een door hem gevonden evangelisatiefolder leest, is in die zin levensecht, dat zo Gods Geest kan en wil werken. Nick komt tot een begin van het besef wat zonde is en dat daar verzoening voor nodig is.

Een wat platgetreden paadje in de kunst van het schrijven van kerstverhalen vind ik het hoofdstuk waarin Nick met zijn reformatorische buurjongen Wim naar het kerstfeest van de verenigingen mag. Natuurlijk, het kan voorkomen. De manier waarop Nick door de leiding wordt opgevangen en ook Nicks reactie op het gehoorde maken veel goed. Illustrator Adri Burghout heeft van de vele tekeningen in beide boeken iets moois gemaakt.