Boekrecensie

Titel: Fazil woont nog in het AaZetZee
Auteur: Hijltje Vink

Uitgeverij: De Banier
Utrecht, 1999
ISBN 90 336 2659 4
Pagina's: 52
Prijs: ƒ 14,95

Recensie door W. M. Bakker - 6 oktober 1999

Fazil leeft tussen
twee werelden

Fazil. Hij is bijna zeven jaar. Samen met zijn moeder, zijn zusjes, zijn oom en niet te vergeten zijn knuffeldier Donkey woont de Afghaanse jongen in een asielzoekerscentrum (AZC). Met ”Fazil woont nog in het AaZetCee” gunt Hijltje Vink de jeugdige lezer een blik achter de slagboom van zo'n opvangcentrum.

Het boek is volgens het voorwoord bedoeld om de lezer voor ogen te houden wat asielzoekers allemaal meemaken. De auteur is daarin goed geslaagd. Fazil wil liever niet terugdenken aan alles wat er gebeurd is, voordat hij in Nederland kwam. „Dan wordt hij weer zo bang. Dan wil hij weer niet eten. Dan krijgt hij weer buikpijn en hoofdpijn van verdriet.” Het is moeilijk voor hem tussen twee werelden te leven. „Moet hij nou iemand uit Nederland zijn of moet hij iemand uit Afghanistan blijven?”

Hijltje Vink belicht ook Fazils onzekerheid over de situatie van zijn vader en broer die „verdwenen” zijn. „Als je denkt dat ze in de gevangenis zitten, terwijl ze helemaal niks verkeerd hebben gedaan... Als je heel lang niets meer van hen gehoord hebt... Als je denkt dat ze misschien wel dood zijn... dan is dat héél verdrietig.”

De auteur laat zien dat het vuurwerk op oudejaarsavond bij de jonge asielzoeker een heel andere reactie oplevert dan bij zijn Nederlandse leeftijdgenoten. „Gillend kroop hij onder de dekens, want ineens leek het alsof hij weer in Afghanistan terug was. Daar woonde hij vroeger. Ineens leek het alsof hij weer raketten hoorde aankomen en bommen hoorde vallen. Ineens leek het alsof het oorlog was, net als in Afghanistan.”

Overleden
Aan het slot van het verhaal mag Fazil met zijn moeder, zusjes en oom in een huis gaan wonen. Hij hoort dat zijn broer van veertien bij een oom in Pakistan is en naar Nederland zal komen. Op dezelfde dag krijgt hij het bericht dat zijn vader in de gevangenis is overleden. Het lijkt erop dat de auteur hier alle puzzelstukjes nog even op hun plek wil leggen.

De werkelijkheid is vaak anders. Te denken valt aan die asielzoekers die (herhaaldelijk) een afwijzing van hun asielaanvraag krijgen en soms na jaren nog in een AZC wonen, zonder uitzicht op een huis. En aan die vluchtelingen die uiteindelijk wel een verblijfsvergunning en woonruimte krijgen, maar bij wie de onzekerheid over de situatie van familieleden nog blijft.

Voor een goed begrip van de jeugdige lezer kan het zinvol zijn een aantal aspecten uit het verhaal af en toe te herhalen. De auteur voert dit principe soms te ver door, bijvoorbeeld als ze drie bladzijden achtereen met precies dezelfde zin begint: „In een van die huizenblokken, op kamer 18 in blok N, woont Fazil.” Die herhaling is niet functioneel en leidt tot verveling.

Behalve het verhaal van Fazil bevat het boek een spel dat kinderen kan helpen zich in de situatie van een asielzoeker in te leven. Het laat hen bijvoorbeeld nadenken over de vraag welke vier dingen ze mee zouden willen nemen als zíj moesten vluchten. En ook welke twee ze aan de kant zouden leggen, als tóch niet alles in de tassen paste. Zinvol zijn ook de informatieve vragen die achterin worden beantwoord. Daardoor plaatst Hijltje Vink het individuele verhaal van één Afghaanse jongen in een breder kader.

Moslim
Het boekje –royaal geïllustreerd door Diny van de Lustgraaf– is „speciaal uitgegeven voor de christelijke kinderboekenmaand.” ”Fazil woont nog in het AaZetCee” sluit aan bij het thema van die maand ('n Wereldschool), maar het christelijke karakter komt in het boek niet tot uitdrukking. De auteur oppert dat Fazil mogelijk bij de jonge lezer in de straat komt te wonen. Ze zegt dat het leuk is om met hem te spelen. „Hij vertelt je vast over Afghanistan, over moslim zijn, over zijn ezeltje dat hij vroeger had.”

In het kader van een christelijke actiemaand had ik verwacht dat de auteur er niet mee zou volstaan te vermelden dat Fazil moslim is en dat het leuk is als hij over de islam vertelt. Daarover valt vanuit christelijk perspectief méér te zeggen. In het rijtje met adressen voor verdere informatie hadden verschillende christelijke organisaties (inclusief de stichting Evangelie en Moslims!) bovendien niet mogen ontbreken.