Boekrecensie

Titel: De guillotine
Auteur: Simone van der Vlugt

Uitgeverij: Lemniscaat
Rotterdam, 1999
ISBN 9056371908
Pagina's: 216 blz.
Prijs: ƒ 28,50

Titel: Heksenjacht
Auteur: Henk van Kerkwijk

Uitgeverij: Leopold
Amsterdam, 1998
ISBN 9025839762
Pagina's: 306
Prijs: ƒ 39,90

Titel: Tristan en Isolde
Auteur: Jaap ter Haar

Uitgeverij: Callenbach
Kampen, 1999
ISBN 9026609655
Pagina's: 143
Prijs: ƒ 24,90

Verhalen Simone van der Vlugt zijn evengoed opgebouwd als die van Thea Beckman

Geschiedenis bron van jeugdliteratuur

Hans van Holten
De menselijke historie blijkt telkens weer een onuitputtelijke inspiratiebron voor jeugdliteratuur te zijn. Het gaat om herkenbare mensen zoals wij, maar dan in heel andere omstandigheden, in een ander milieu, met ook andere opvattingen over het leven. De verhalen kunnen daardoor niet alleen boeiend zijn, maar ook –wat onze eigen tijd en denkwereld betreft– relativerend: de mens is altijd al zo geweest en zal wel nooit echt veranderen.

plattekstNeem het nieuwste boek van Simone van der Vlugt, ”De guillotine”. Het speelt zich af in het decennium van de Franse Revolutie, zoals de titel trouwens al doet vermoeden. Een verhaal van tegenstellingen tussen rijk en arm, liefde en haat, menselijkheid en wreedheid, en dat alles in soms tomeloze heftigheid.

Hoofdpersoon is het adellijke meisje Sandrine de Billancourt. Ze woont in het Parijs van 1789, en leidt een goed leven: omgeven door weelde en rijkdom; met overvloedige en heerlijke maaltijden; met luxe kleding die ze niet eens zelf hoeft aan te trekken, maar waarin ze geholpen wordt door haar kamenier Julie.

Op een dag komt de koets waarmee ze van school gehaald wordt in een volksoproer terecht. Ze moet vluchten voor haar leven, samen met Julie. Door de smerige en stinkende achterbuurtstraatjes van de binnenstad, tussen scheldende, vechtende, in lompen geklede, vermagerde mensen door, die haar wantrouwend bekijken. Voor het eerst ziet zij het andere Parijs, niet het Parijs van de weelde, maar van de bittere armoe. Het maakt haar bang, maar stemt haar ook tot nadenken. Ze begrijpt –en daarin is zij de enige in het in rijkdom dommelende gezin– dat er iets heel erg scheef zit in de maatschappij.

Schoenmakersgezin
De gevolgen van die wantoestanden blijven niet uit. De 'burgerij' grijpt de macht, de koning wordt afgezet en eindigt zijn leven onder de guillotine, en de aristocraten worden gevangen gezet en massaal onthoofd. Ook de familie van Sandrine. Het meisje zelf weet zich schuil te houden en vindt onderdak bij een eenvoudig schoenmakersgezin, dat ze een keer geholpen heeft. Met veel pijn en moeite past ze zich aan haar nieuwe levensomstandigheden aan: geen weelde meer in eten en kleding; de was doen met haar fijne handjes; in de rij staan voor boodschappen.

Twee burgerjongens worden op haar verliefd: Nicolas, de zoon van een voormalige pachtboer van haar vader, en Philippe, zoon van de schoenmaker, en fervent aanhanger van de ideeën van de Revolutie. Beiden proberen haar uit Parijs te laten ontsnappen. Die pogingen mislukken in eerste instantie. En dan culmineert het verhaal via knap bedachte, verrassende wendingen naar een al even verrassend einde. Dat dan toch eigenlijk geen einde is.

De vergelijking met Thea Beckman dringt zich op. In mijn ogen is Simone van der Vlugt haar evenknie: ze is evengoed gedocumenteerd; haar verhalen zijn even goed opgebouwd uit historische en menselijke elementen; met de juiste dosis beschrijving, de juiste dosis avontuur en spanning. Maar de verhalen van Simone van der Vlugt hebben net iets meer vaart, omdat ze niet meer dan nodig uitweidt. Haar zinnen zijn meestal kort en haar woordkeus is eenvoudig en ”to the point”.

Wreken
Die vaart mis ik een beetje in ”Heksenjacht” van Henk van Kerkwijk. Het verhaal is vaak zo gedetailleerd dat het niet echt opschiet, waardoor je het boek gemakkelijker dan dat van Simone van der Vlugt even terzijde legt. Maar voor de rest: minstens zo gedocumenteerd, heel spannend hier en daar, vol levendige dialogen, en doorsprenkeld met humor. Vooral ten koste van de (vaak domme) volwassenen, die het allemaal beter denken te kunnen en te weten dan de jeugdige hoofdpersoon, zoals zo vaak in de boeken van Van Kerkwijk.

Het boek is een vervolg op ”De Pest”, maar kan ook goed afzonderlijk gelezen worden. Het eerste hoofdstuk van ”Heksenjacht” geeft een samenvattende terugblik op ”De Pest”. Veel personen uit laatstgenoemd boek komen dan ook in ”Heksenjacht” terug, onder wie uiteraard de hoofdpersoon, de jonge Alessandro. Die is uit Italië gevlucht, omdat hij ervoor wordt aangezien dat hij de pest verspreidde, en hij wil niets liever dan zich wreken op de vrouw die hem achtervolgde en zijn vriendinnetje Lutia de dood in joeg, signora Bragartelli. Hij geraakt in het gezelschap van de adellijke monnik Dominicus, die de signora van hekserij beschuldigt en een grote haat koestert tegen haar minnaar Owen van Usk, „die walgelijke, door zwavelwalm omgeven, etterende drekzak”.

Van de paus in Avignon –het is 1374– krijgt de domme wraakzuchtige man geld en toestemming om met een legertje de achtervolging in te zetten. Aanvankelijk heeft Alessandro de diepste bewondering voor de geestelijke –hij wil zelfs diens page worden– maar langzamerhand komt hij erachter dat de man niet onderdoet in slechtheid en wreedheid voor hen die hij achtervolgt.

Tristan en Isolde
Niet alleen zelfzucht en slechtheid is van alle tijden, ook liefde is dat. Mensen hebben zich eeuwenlang opgetrokken aan verhalen over de ware, de ideale liefde, ofschoon de beroemdste vertellingen over die wareliefdesparen dikwijls triest aflopen. De middeleeuwse ballade over de twee koningskinderen bijvoorbeeld, waarin de ”jonghe helt” verdrinkt. Of de twee gelieven uit het Verona der Middeleeuwen, Romeo en Julia, die beroemde kunstenaars als Shakespeare, Gounod en Tsjaikowski met hun tragiek tot prachtige kunstwerken hebben geïnspireerd. En daar is dan ten slotte de geschiedenis van Tristan en Isolde, terug te vinden in de Britse ridderromans. Wagner wijdde een opera aan die beroemde Britse held, die verliefd wordt op de bruid van zijn koning, en niet zonder haar kan leven.

Jaap ter Haar heeft in 1963 enkele ”Grote sagen van de donkere middeleeuwen” naverteld voor de jeugd. Onder meer het verhaal van dit Britse liefdespaar. Uitgeverij Callenbach heeft nu een gemoderniseerde heruitgave van dit deel het licht doen zien, met behoud van Ter Haars vlotte en in dit geval toch zeer gedragen stijl. Hij zet beide gelieven als twee prachtige karakters neer, die in al hun tragiek leren beseffen: „dat werkelijke liefde álles verdraagt en álles omspant! En wie dat heeft leren inzien, kan het leven onder álle omstandigheden aan.”