Brandalarm en
een vreemd gesprek

Midden in de nacht wordt Wilfred Minnen gewekt door zijn pieper: brandalarm in de kampeerboerderij aan de Oranjepolderseweg.

Samen met een collega weet hij een vrouw uit het brandende gebouw te redden. Met gevaar voor eigen leven gaat Wilfred daarna opnieuw de boerderij in. Er is een kamer waarin ze nog niet hebben gekeken! Hier vindt hij een klein meisje, dat intussen bewusteloos is. Wanneer hij met het kind in zijn armen het kamertje wil verlaten, komt hij tot een verschrikkelijke ontdekking: aan de binnenkant van de deur zit geen deurkruk. Hij zit ingesloten!

De volgende dag wordt Wilfred door veel mensen gefeliciteerd met zijn dappere daad. De politie zit intussen met veel vragen: wie zijn de vrouw en het meisje, die beiden aan de beademing liggen, en wie heeft de brand gesticht?

Voordat op deze vragen antwoord kan worden gegeven, moet Wilfred nog spannende momenten doormaken. Zo wordt hij zwaar mishandeld als hij met het geredde meisje een wandeling maakt. Als hij van de zware verwondingen eenmaal hersteld is, blijkt dat de politie hem ook nog verdenkt van medeplichtigheid aan de ontvoering van het meisje. Aan het eind wordt de puzzel pas helder: de ouders van Hannah, het geredde meisje, zijn gescheiden. De vader wilde met een vriend zijn dochter ontvoeren, met alle gevolgen…

Al zitten er in ”Alarm” van André Boeder spannende gedeelten, toch ben ik bang dat de doelgroep (vanaf 12 jaar) niet echt gevangen wordt door het verhaal. De oorzaak hiervan zit volgens mij vooral in het verschil in leeftijd tussen de doelgroep en de hoofdpersoon (ongeveer 19 jaar). Hierdoor sluit het verhaal niet goed aan bij de belevingswereld van de lezers. Ditzelfde geldt voor het taalgebruik: „ressorteert”, „een klein detail van moederlijke zorg”, „het staat in zijn hart gegrift”…

Gestolen antiek
Wel geheel geschreven in een hedendaagse stijl is ”Gevaar rond de Molenwiek” van Annette van Beuzekom. Matthias, afkomstig uit Amsterdam, heeft het op school niet gemakkelijk. Al snel heeft hij een bijnaam, Kakkerlak, „omdat alleen kakkers uit het noorden zo vreemd praten als hij.” Onder leiding van Koert wordt hij door een groep jongens regelmatig getreiterd. Joeri is de enige klasgenoot die het voor hem opneemt. Wanneer Matthias en Joeri op een dag in het bos zijn, luisteren ze een vreemd gesprek tussen twee mannen af. Een van hen is Gekke Flossie, van wie iedereen weet dat hij duistere zaakjes doet. Vanaf dat moment raken de jongens verzeild in een spannend avontuur. Ze ontdekken dat in de Molenwiek, een oude, ongebruikte molen, gestolen antiek verborgen wordt gehouden. Hun nieuwsgierigheid heeft wel grote gevolgen: ze worden gesnapt door Gekke Flossie en door hem bedreigd met een revolver. Een spannend gedeelte! De uitwerking van het thema ”pesten” (vooral aan het begin en het eind van het boek) is heel herkenbaar voor de lezers. Op uitstekende wijze wordt aangegeven dat er maar één oplossing voor kinderen is die gepest worden: praat erover met anderen! De boodschap aan het adres van kinderen die anderen treiteren is ook duidelijk: „Die pestkoppen zijn juist niet normaal.” Een spannend boek met een inhoud, bestemd voor kinderen vanaf 10 jaar.