Boekrecensie

Titel: Gijsbrecht
Auteur: Edward van de Vendel

Uitgeverij: Querido
Amsterdam, 1998
ISBN 90 214 8509 5
Pagina's: 122
Prijs: ƒ 29,90

Titel: Schrik van de zee
Auteur: Arend van Dam

Uitgeverij: Piramide
Amsterdam, 1998
ISBN 90 245 2159 9
Pagina's: 127
Prijs: ƒ 27,90

Titel: Rona de roversdochter
Auteur: Astrid Lindren

Uitgeverij: Ploegsma
Amsterdam, 1998
ISBN 90 216 1841 9
Pagina's: 208
Prijs: ƒ 31,90

Titel: Michiel, de geschiedenis van een mug
Auteur: Henriëtte van Eyk

Uitgeverij: Fontein/Houtekiet
Baarn, 1998
Pagina's: 127
Prijs: ƒ 27,90

Titel: Dubbele Lotje
Auteur: Erich Kästner

Uitgeverij: Fontein/Houtekiet
Baarn, 1998
ISBN 90 261 0977 6
Pagina's: 132
Prijs: ƒ 27,90

Recensie door xx - 31 maart 1999

Van een plechtstatige Vondel naar een alledaagse Vendel

Van verhalenvaders kun je leren

Tussen Vendel en Vondel is maar één letter verschil, maar tussen het klassieke drama ”Gijsbrecht van Aemstel” van Joost van den Vondel en de bewerking van Edward van de Vendel gaapt een kloof van vele, vele generaties. Vondels plechtstatigheid en breedvoerigheid tegenover een doelbewuste soms wat geforceerde alledaagsheid en bondigheid in Van de Vendels taalgebruik.

„Gijsbrecht staat tussen de dikke stenen van de poort van Amsterdam, die, net als Gijsbert, stoer zijn, dapper, onverzettelijk. Gijsbrecht is de aanvoerder, de baas, de raadsman – ja, de vader van de stad.” Zo begint de nieuwe Gijsbrecht (van Aemstel) van Edward van de Vendel, een bewerking voor de hedendaage oudere jeugd van het door Joost van den Vondel geschreven klassieke drama (uit 1637, en niet uit 1673, zoals op de omslag staat).

En zó deed Vondel het:

„Het hemelsche gerecht heeft zich ten lange leste
Ontferremt over my, en mijn benaeude veste,
En arme burgery; en, op mijn volx gebedt
En dagelijx geschrey, de bange stad ontzet.”

Het is een feit dat het heel moeilijk is de tegenwoordige middelbareschooljeugd voor zo'n klassiek drama te interesseren. Een poging om dit doel te bereiken door het oude verhaal in een modern kostuum te steken, valt dus te waarderen. Misschien dat men, eenmaal geïnteresseerd, toch een keer naar het origineel zal grijpen.

Vrije verzen
Ook de nieuwe bewerking is in vijf ”bedrijven” onderverdeeld, maar dat betekent niet dat het een toneelstuk is gebleven. Het is een verhaal geworden in vijf hoofdstukken, die de tekst van Vondel min of meer op de voet volgen maar ook nogal eens een stukje overslaan. De alexandrijnen zijn vervangen door een soort vrije verzen, soms –vooral in de motto's– heel dichterlijk. Alleen de slotregels zijn onveranderd gelaten: het bekende „Vaer wel, mijn Aemsterlant: verwacht een' andren heer”. De reien zijn verdwenen. Maar de hoofdpersonen zijn dezelfde gebleven, al hebben ze in hun optreden vaak een drastische metamorfose ondergaan.

Ik kan de neiging niet weerstaan twee fragmentjes naast elkaar te zetten en kies dat waarin Badeloch om een zwaard vraagt om met Gijsbrecht méé te vechten.

„Badeloch: Bestelme slechts een zwaert, ik ben bereit te vechten, / Te sterven aan de zy van mijnen vromen man.

Gijsbrecht: Gij hebt een vrouwenhart. Badeloch: Neem eens de proef daer van.”

„Goed, zegt Badeloch. / Als er gevochten moet, dan doe ik mee. / Ze grijpt een degen van de muur / en zwaait hem heen en weer. / ...Pas op! roept Gijsbrecht. / „Leg die degen neer. Je bent een vrouw! / Ja nou?” zegt Badeloch.”

Aartsengel Gabriël valt trouwens ook uit zijn rol, als Van de Vendel hem (na „Donder. Bliksem. Zonnestralen. Vuurwerk: sterretjes, oranje vlammen, flitsen, witte banen licht”) laat zeggen: „Dit wordt de laatste keer dat ik me ergens mee bemoei!!!”

De Don-Quichot-achtige tekeningen van Hanneke van der Hoeven bepalen mede de sfeer van het boek.

De Ruyter
Arend van Dam gaat in ”Schrik van de zee” op een andere manier 'op herhaling': hij vertelt het levensverhaal van Michiel de Ruyter na. Dat verhaal legt hij in de mond van de 80-jarige ex-hoofdonderwijzer Lodewijk. Die woont in een stadje bij de zee en heeft zijn huisje als winkeltje annex museumpje ingericht met allerlei dingen die betrekking hebben op de vroegere zeevaart.

Vlak bij hem in de buurt woont Mart, wiens vader verdronken is bij een poging om onder anderen diezelfde meneer Lodewijk van de verdrinkingsdood te redden. De moeder van Mart is sedertdien vuurtorenwachter en moet nu tweemaal per week een cursus in de grote stad volgen. Mart wordt gedurende die uren gedumpt bij de oude schoolmeester. Eerst is dit hevig tegen zijn zin, maar later groeit er een hechte vriendschap tussen het kind en de oude man. Meneer Lodewijk weet prachtig te vertellen, waardoor Mart zijn jonggestorven vader wat beter leert kennen, maar ook Michiel de Ruyter, eens „de schrik van de zee”.

„Hoog boven in de vuurtoren schrijft Mart in zijn logboek:

Zeven jaar geleden had ik een vader.

Omdat hij dood is,

zijn er alleen nog maar verhalen.

Als ik alle verhalen ken,

is zeven jaar niet veel meer...

Van verhalenvaders kun je ook

veel leren.”

Uit dit mooie boek leer je veel over de zeevaart, vroeger en nu.

Nieuwe klassieken
Nu ik het toch over oude verhalen heb die worden herverteld, wil ik nog even de aandacht vestigen op de herverschijning van moderne klassieken. Zo is uitgeverij Ploegsma (sinds 1997, toen de schrijfster 90 jaar werd) bezig met het herdrukken van de beste boeken van Astrid Lindgren. De eerste titel in deze Astrid Lindgren Bibliotheek was ”Lotta uit de Kabaalstraat” en onlangs verscheen een nieuwe uitgave van haar veelgelezen, veel gewaardeerde ”Ronja, de roversdochter”.

Uitgeverij Fontein legt zich toe op de heruitgave van andere oude jeugdboeken. In Fonteins Klassieke Jeugdboeken verscheen als deel 3 Henriëtte van Eyks ”Michiel, de geschiedenis van een mug” (1940) en als deel 4 ”Dubbele Lotje” van Erich Kästner (1949).