Boekrecensie |
Titel: Een toetje van knikkers Auteur: Chantal Cornielje Uitgeverij: La Rivière Baarn, 1998 ISBN 90 384 1259 2 Pagina's 78 Prijs: 24,90
Titel: Spijkerhard
Titel: Mijn vriend de sjeik
|
Recensie door Hans van Holten - 3 maart 1999
Jongerius leeft op voet van oorlog met zijn nieuwe vader
Geplaagd en gehaat door je moederMama kijkt hem strak aan, ze begint nu echt ongeduldig te worden. Hij pakt het glas melk, neemt een grote slok en stopt de knikkers in zijn mond. Net als een aspirientje, ogen dicht en snel slikken. Als hij heeft geslikt, neemt hij snel nog een paar slokken. Z'n ogen branden en zijn keel schuurt, maar huilen doet hij niet meer. Dat durft hij niet. Een toetje van knikkers, noemt Chantal Cornielje het boek waaruit ik deze passage overschreef. Dit citaat is het resultaat van een van de woedeaanvallen waarmee Jorams moeder haar zoontje terroriseert. Maar Joram denkt dat zijn moeder gelijk heeft. Dat hij de belachelijke straffen verdient die zij hem telkens weer oplegt. Daarom doet hij voortdurend zijn best om gehoorzaam te zijn, goed op te passen, het zijn moeder naar de zin te maken. Maar helpen doet het niet. Ze besmeurt zijn mooie opstel, zodat hij straf op school krijgt. Ze stuurt hem naar bed als hij een minuut te lang op een kinderfeestje blijft. Ze grijpt hem bij de keel en sluit hem op als er problemen op school komen. Maar dan is het ook gebeurd. Joram klimt uit het raam en vlucht weg, naar de moeder van zijn vriendje. Tóch nog vol schuldgevoelens. Het is immers logisch dat zijn moeder hem haat! Maar de moeder van zijn vriendje weet wel beter als ze de rode en blauwe plekken op Jorams keel ziet: dit is de zuiverste vorm van kindermishandeling. Ze neemt maatregelen, zodat Joram in een pleeggezin kan worden opgenomen. Dit trieste, schokkende maar tegelijk boeiende verhaal is in korte suggestieve zinnen verteld, in de tegenwoordige tijd, zodat de betrokkenheid bij de lezer des te groter wordt. Aan het eind van het boek krijgt de taal een volwassener, wat neutraler karakter, als uitgelegd wordt wat kindermishandeling en kinderbescherming, een pleeggezin en een maatschappelijk werker zijn. In het nawoord staat wat je moet doen wanneer je als kind door je ouders mishandeld wordt. Met het nummer van de kindertelefoon erbij!
Nieuwe vader Voortdurend koestert hij zijn allerliefste herinnering aan pappa: een glimmend blauwe roestvrijstalen spijker, die hij samen met zijn vader gevonden heeft. Na een ruzie thuis zoekt hij zijn heil bij zijn tante, en als ze niet thuis blijkt te zijn, trekt hij met zijn neef en diens 'stoere', bierdrinkende vrienden op. Die zullen, beloven ze, meneer De Nooyer, de onsympathieke leraar met wie Misscha ook al overhoop ligt, en ook Jos wel eens een lesje leren. Dat eerste gebeurt. Midden in de klas, voor Misscha's verbijsterde ogen, wordt de meester in elkaar geslagen. Misscha vlucht in paniek, want het is zijn schuld, beseft hij. Hij vindt een veilig plekje boven op de boog van een brug. Vanuit dat standpunt (in dubbele betekenis) is het boek, tot op dat moment, terugkijkend geschreven. Opeens dringt het besef tot Misscha door dat Jos groot gevaar loopt. Wat meneer De Nooyer is overkomen, zal ook met hém gebeuren. Ondanks de kou voelt Misscha de zweetdruppels over zijn gezicht lopen. Jos heeft mam dan wel van hem afgepakt. Maar hij verdient het niet om in elkaar geslagen te worden. Net zomin als meneer De Nooyer. Jos en mam houden van elkaar, dat heeft hij gisteravond heel duidelijk gemerkt. Misscha bijt op zijn lip. Onrustig dwalen zijn ogen over het zwarte water. Ineens grijpt hij de stalen balk beet en glijdt hij naar beneden. Hij moet naar huis. Jos waarschuwen, voor het te laat is. Hij haast zich zozeer, dat hij in de bosjes van het park zichzelf ernstig verwondt. Toch zet hij door, én hij komt op tijd. Als hij eindelijk uitgeput op zijn bed ligt, komen mam en Jos naast hem zitten. Misscha perst zijn lippen op elkaar. Hij knijpt zo hard in de handen van Jos en mam dat zijn knokkels spierwit worden. Een knap opgebouwd boek, met vaart verteld, in een mooie persoonlijke taal, dankzij een strakke stijl in korte zinnen en welgekozen woorden. Hárde woorden soms. Spijkerhard, zeg maar.
Sjeik Het boek is een vervolg op het al eerder verschenen De wondergympen, dat diezelfde sfeer van luchtigheid en humor ademt, maar hier en daar ook onnodig, grof taalgebruik.
|