Boekrecensie |
Titel: Rex en het drietal Auteur: Frieda Mout-van der Linden Uitgeverij: Mes Capelle a/d IJssel, 1998 ISBN 90 76061 32 7 Pagina's: 93 Prijs: 11,90 |
Recensie door G. W. van Leeuwen-van Haaften - 16 december 1998 Waakhond RexMag ik me even voorstellen? Ik ben een kleine Duitse herder.... Zo begint Rex en het drietal van Frieda Mout-van der Linden. Een boekje in de ik-vorm schrijven is niet gemakkelijk. En als de hoofdpersoon dan ook nog een hond is, moet je wel over een flinke dosis fantasie beschikken. Het is de schrijfster echter gelukt een geloofwaardig verhaal te maken. Rex komt als jong hondje in een gezin met drie kinderen: Ronald, Rietje en Ruud. Rex moet nog veel leren, maar zijn baasjes zelf ook. Ze beleven met elkaar allerlei huis-, tuin- en keukendingetjes. Rex bijt van alles stuk, pakt een rookworst van het aanrecht en achtervolgt een poes. Hij gaat op cursus en de dierendokter komt. Rex wordt geplaagd en loopt wel eens weg. We zien Rex veranderen van een klein, jong hondje in een echte speur- en waakhond. Hij 'vangt' zelfs een inbreker. Maar soms doet Rex iets voordat hij nadenkt... Het vierkante boekje met prachtige omslagillustratie is aantrekkelijk als voorleesboek. Op elke bladzijde staan twee plaatjes (totaal 172!) die de avonturen van Rex en het drietal laten zien. Jongens en meisjes vanaf zeven jaar zullen dit boek graag zelf lezen. |