Boekrecensie

Titel: De truc met de doos
Auteur: Mieke van Hooft
Uitgeverij: Holland
Haarlem, 1998
ISBN 90 251 0790 7
Pagina's: 157
Prijs: ƒ 24,90

Titel: Avontuur op Terschelling
Auteur: Bert Wiersema
Uitgeverij: De Vuurbaak
Barneveld, 1998
ISBN 90 5560 149 221
Pagina's: 128
Prijs: ƒ 16,75

Titel: Fred kaapt een jumbojet
Auteur: Mario Gommeren
Uitgeverij: La Rivière
Baarn, 1998
ISBN 90 384 1263 0
Pagina's: 120
Prijs: ƒ 27,50

Recensie door Hans van Holten - 2 december 1998

Terschellinger VVV mag Bert Wiersema dankbaar zijn

Detectives voor de jeugd

Diefstal in de klas, een gijzeling door een stel drugssmokkelaars en ten slotte een vliegtuigkaping, 't Is niet gering wat jongetjes (en meisjes) van ongeveer twaalf kunnen meemaken. Althans, volgens de boeken die vandaag op ons zeg maar detectivemenu staan.

In groep acht van Boudewijn (in “De truc met de doos” van Mieke van Hooft) is het niet meer zoals het vroeger was. Er wordt gestolen. Een ringetje, een horloge, gymspullen verdwijnen zomaar, en de kinderen verdenken elkaar. Meester Siep doet er van alles aan om de dader te vinden. Zo zet hij tot driemaal toe een doos met een gleuf erbovenin in een ander lokaal, zodat de dief er het gestolen voorwerp in terug kan doen. Dat gebeurt ook steeds. Boudewijn peinst zich suf wie die diefstallen toch wel pleegt, en hij maakt zich woedend als anderen ook hem openlijk beschuldigen.

Door dit thema van spanning heen weeft zich een ander motief: de ellendige situatie bij Boudewijn thuis. Vader heeft het gezin in de steek gelaten, moeder kan maar ternauwernood voor haar twee jongens, Boudewijn en Dennis, zorgen. Ofschoon Boudewijn dit weet, kan hij niet altijd begrip voor de problemen van zijn moeder opbrengen. Hij moet nieuwe gymschoenen hebben, want zijn oude zijn hem te klein. Hij probeert met het pasje van moeder te pinnen, maar dat lukt niet. Dan vindt hij in ma's portemonnee een klein opgevouwen briefje van vijfentwintig (voor noodgevallen) en dat besteedt hij ongevraagd aan nieuwe gympen.

Boeiende bijzaak
Moeder krijgt een bos bloemen van haar zus, omdat ze ziek is. „„Ze had beter een stuk kaas mee kunnen nemen”, zegt Boudewijn. „Daar hebben we meer aan”. Bezeerd kijkt ze hem aan. Hij schrikt ervan. Heeft hij iets stoms gezegd? Haar stem is zacht. „Ik begrijp wel dat je dat zegt. Maar kaas kopen we straks wel weer, als er geld is. Bloemen niet. Dat vind ik zonde van het geld. Maar daarom geniet ik er nog wel van als ik ze krijg”. Hij stopt zijn handen in zijn zakken. Hier snapt hij niet veel van”.

Soms werkt Boudewijns onbegrip benauwend voor de lezer. Zeker als ook de omgeving blijk geeft niets van de situatie te begrijpen. Op school niet, maar ook hun naaste buren niet, vluchtelingen uit Iran.

Van die vluchtelingen, die zich toch heel wat meer kunnen permitteren, ondervinden Boudewijn en zijn moeder toch een hoop steun. En bij Boudewijn gaat het eindelijk een beetje dagen.

Eigenlijk gaat het in dit boek vooral om de haast uitzichtloze armoede en Boudewijns reactie daarop, en is het detectiveachtige 'spel met de doos' bijzaak, wel een boeiende bijzaak!

Diamanten en drugs
Niet in de eerste plaats op sfeer gericht maar vooral op het spannende avontuur, is Bert Wiersema's “Avontuur op Terschelling”, het nieuwste deel in de serie over Chris enJorieke. Sfeer is er natuurlijk wel, die van een warme familiegemeenschap gecombineerd met een vanzelfsprekend christelijk geloof. Ofschoon ik er wel eens moeite mee heb als God, met eerbied gesproken, door een schrijver voor zijn fantasiekarretje wordt gespannen. Chris zit gevangen en de schrijver denkt met hem mee: „God weet wel dat hij gevangen zit. Hij zorgt voor hem, misschien helpt Hij wel bij de volgende ontsnapping. Dan denkt hij aan Harrie. Zou God al bezig zijn zijn ontsnapping voor te bereiden?”

Voor de rest echter niets dan lof voor de behendige wijze waarop Wiersema zijn intrige in elkaar gevlochten heeft, met telkens weer verrassende wendingen die de spanning opvoeren. Ingrediënten: een brutale overval op een Amsterdamse diamanthandelaar, drugshandel, een schitterend jacht op de rede van Terschelling, gijzeling, ontvoering, een bloedstollende achtervolging met een razendsnelle politieboot en een helikopter over de duistere Noordzee.

Uiteraard verraad ik niet hoe het verhaal in elkaar steekt, want dan ontneem ik de jongeren een heel stuk leesplezier. Wel mag ik nog vermelden dat Wiersema zijn lezers een paar flinke eetlepels toeristische informatie over het eiland toedient, op een vrij ongezochte wijze. De Terschellinger VVV mag hem daarvoor wel dankbaar zijn.

Kaping
Waren de twee vorige boeken nog vrij realistisch –per slot van rekening kúnnen zulke dingen gebeuren– het derde boek in de rij is dat doelbewust niet: “Fred kaapt een jumbojet” van Mario Gommeren. Wel is de omgeving reëel, de werkomgeving van de schrijver: Schiphol en een vliegtuig naar Amerika. Hij steekt daar op een grappige persoonlijke wijze de draak mee.

Het Costaricaanse jongetje Fred (Alfredo) uit San José heeft drie weken in Nederland gelogeerd bij zijn Foster-Parents, niet tot zijn genoegen overigens. Terug naar huis wordt hij door een oenige grondstewardess op het verkeerde vliegtuig gezet, en gaat hij op reis naar San Francisco. Tot zijn geluk heeft hij zijn speelcomputer-in-de-vorm-van-een-pistool bij zich en als hij daarmee in de cockpit komt om te vragen of de piloten toch maar naar San José willen vliegen, denken de beide mannen dat het vliegtuig gekaapt wordt. Lekker gekke situaties zijn daarvan het gevolg. Zelfs een noodlanding wegens gebrek aan kerosine bij Disney World. Kan de kleine kaper en passant (letterlijk) even bij het pretpark aanwippen. De piloten en de passagiers wachten wel zo lang op hem!

Nog veel meer gebeurt er, maar dat merkt u wel als u het boek –over de schouders van uw kinderen heen– zelf leest. Dan zult u het met Fred eens zijn: „De hele tijd een vliegtuig kapen, daar word je behoorlijk moe van!”