Boekrecensie

Titel: Mijn avonturen door V. Swchwrm
Auteur: Toon Tellegen
Uitgeverij: CPNB
Amsterdam, 1998
ISBN 90 74336 42 6
Pagina's: 96

Titel: Twee oren om te horen, twee ogen om te zien
Auteur: Piet Klaasse

Uitgeverij: CPNB
Amsterdam, 1998
Pagina's: 28
Prijs: ƒ 4,95

Recensie door Enny de Bruijn - 7 oktober 1998

Toon Tellegen blijkt een meester op de korte afstand

Swchwrm wil de
wereld verbeteren

In de fantastische wereld van Toon Tellegen kunnen alle jassen gratis zijn, alle mensen zoek raken en alle dingen blauw worden. De auteur, bekend van zijn vele dierenverhalen, schreef dit jaar het Kinderboekenweekgeschenk. Honderdduizenden kinderen krijgen de kans om kennis te maken met V. Swchwrm, de jongen die al schrijvend de wereld verbeteren wil.

Voor wie nog niet kan lezen, heeft de Kinderboekenweek een prentenboekje te bieden, dit jaar getekend door de 80-jarige illustrator Piet Klaasse. Kinderliedjes en gedichten die hij zich van vroeger herinnerde, vertaalde hij in sprekende beelden. Ik vermoed dat hij daarmee niet alleen kinderen bereikt, maar ook op waardering van volwassenen kan rekenen.

Dat geldt waarschijnlijk evenzeer voor “Mijn avonturen door V. Swchwrm” van Toon Tellegen (1941). „Dit is een boek over een jongen die schrijver wil worden, géén boek over mijzelf”, zei de auteur tijdens de presentatie. Jaren geleden sprak Tellegen –in het dagelijks leven huisarts van beroep– in een gymzaal in Breda. „Daar kwam een jongen naar me toe, fluisterde in m'n oor: „Ik wil ook schrijver worden” – en holde weg”.

Die gebeurtenis verwerkte de auteur in het boek dat de komende dagen bij aanschaf van de nodige kinderlectuur gratis wordt verstrekt. Ook V. Swchwrm vertrouwt zijn geheim toe aan een beroemde schrijver. Hij wordt op een indrukwekkende Lijst van Voorlopige Schrijvers gezet, en voorlopig neemt hij daar genoegen mee.

Humor
De idealen van V. Swchwrm komt de lezer al in het eerste hoofdstuk te weten: „Ik wilde mooie boeken schrijven, maar ook belangrijke boeken. Mensen die mijn boeken lazen, moesten er vrolijk van worden en ophouden met oorlog voeren of misdaden beramen. En als het mogelijk was moesten zieken er beter van worden”. V. Swchwrm is een goeie jongen, dat is duidelijk. Hij wil de boosheid uit de wereld laten verdwijnen, hij wil iedereen helpen, hij wil dat mensen gelukkig zijn.

Daartoe schrijft hij het ene fantastische verhaal na het andere. Over de kameel die hij zijn vader cadeau geeft, over het meisje op wie hij besluit verliefd te worden, over de koningin –in zilveren badpak en gouden, met diamanten bezette badmuts– die hij uit de zee redt, over de tuin waarin alle mensen slechts één eigenschap vertegenwoordigen: de zenuwachtige man, de deerniswekkende vrouw, de verdrietige meisjes en de gelukkige jongen. Wat V. Swchwrm zelf het liefst zou willen zijn? Onzichtbaar. „Ik zou in een lege kamer willen wonen met een bordje op mijn deur: ONZICHTBARE JONGEN. Om elf uur 's ochtends zou ik hoogstens heel even mijn keel schrapen en “Ahum” zeggen. Maar meer niet”.

IJzersterk vind ik de manier waarop Tellegen zoiets beschrijft. Zijn stijl, zijn spel met de taal, zijn humor en fantasie vormen de ingrediënten waarop het boek drijft. Toon Tellegen is een meester op de korte afstand. Wie in de eerste plaats een spannend boek wil lezen –en dat willen veel kinderen– voelt zich wellicht wat teleurgesteld in V. Swchwrm. De spanning duurt nooit langer dan een paar pagina's. Dan is het verhaal afgelopen, en begint het volgende avontuur. Daar staat tegenover dat Tellegen met zijn wonderlijke vertelsels volwassenen en kinderen niet alleen een relativerende glimlach ontlokt, maar hen ook aan het denken weet te zetten.

Vriendelijke sfeer
De avonturen van V. Swchwrm zijn, hoe absurd ook, heel herkenbaar. Onzekerheden die ieder kind kent, worden hier tot fantastische verhalen. Swchwrm raakt bijvoorbeeld zijn ouders kwijt –de angst van elk kind–, maar vindt hen terug op de afdeling Verloren Mensen van het politiebureau. Hij weet niet wat verliefd worden eigenlijk is, besluit het te proberen, wordt door het meisje van zijn keuze afgewezen, maar behoudt de hoop. Hij is verdrietig om het sterven van zijn grootvader, maar diezelfde grootvader komt hem –in zijn latere schrijversleven– opzoeken om hem te vertellen over het gelukkigste moment van zijn leven.

Dat is het mooie van de wereld die Tellegen oproept: met woorden kun je alles beter maken dan het in werkelijkheid is. Je kunt de wereld ook simpeler, begrijpelijker maken, eenvoudig door één ding tegelijk te beschouwen. Tellegen waagt zich niet aan complexe karaktertekeningen of verantwoord weergegeven maatschappijstructuren. Hij neemt één eigenschap, één verschijnsel en laat Swchwrm daarover zijn theorieën verkondigen.

Gelukkig zijn, dat is het hoogste wat een mens volgens Swchwrm kan bereiken. Als grootvader sterft, is dat ook de troost van de kleinzoon: „Als je dood bent blijft er misschien maar één moment van je hele leven over: het gelukkigste moment. Want daar heb je toch voor geleefd?”

Tellegen heeft wat dat betreft weinig boodschap te bieden. Dat streeft hij ook niet naar. „Niemand hoeft er iets van te leren of er iets mee te doen. Ik wil alleen maar een vriendelijke sfeer overbrengen”, zei de auteur ooit in een interview met HN-Magazine. Tellegen wil gewoon vrolijke boeken schrijven, waar mensen beter van worden. Wie de dingen met humor kan bezien, relativeert het grootste probleem, het ernstigste conflict.