Titel: Sjaak en Inge en de club van het plein
Auteur: Annelies Tanis-van der Weele
Uitgeverij: Mes
Capelle a/d IJssel, 1998
ISBN 90 76061 31 9
Pagina's: 126
Prijs: ƒ 13,50

Recensie door J. Mijnders - 7 oktober 1998

Daan en Dibbes, Sjaak en Inge

Daan, een jongetje van een jaar of vijf, heeft een hond: Dibbes. Met het beest beleeft hij allerlei avonturen. Zo tovert hij zijn zwart-witte huisdier met viltstift om in een zwart-rode hond. Ook moet hij naar de dierendokter, want Dibbes krijgt een prik.

Annelies Tanis-van der Weele schreef leuke belevenissen, die aan kinderen op heel jonge leeftijd (vanaf 3 jaar) voorgelezen kunnen worden. Aan het einde van groep 3 zullen veel kinderen de verhalen zelfstandig kunnen lezen. Makkelijk hierbij is dat alle lange woorden door middel van streepjes in lettergrepen zijn verdeeld.

Haar boek over een broer en zus, “Sjaak en Inge en de club van het plein”, is voor oudere kinderen (van 7-10 jaar) bestemd. Sjaak wordt midden in de nacht wakker van een zacht, krakend geluid. Dan ziet hij een lichtflits langs zijn raam gaan. Dit is het begin van een van de vele avonturen. Zo betrappen ze een winkeldief, maken ze een prachtig cadeau voor hun gewonde vriend en houden ze twee oude mensen voor de gek.

Op Koninginnedag staan Sjaak en Inge met hun vrienden op de kindermarkt. De opbrengst, zo hebben ze besloten, is voor het dierenasiel. De bewuste dag verloopt voor hen wel zeer bijzonder, want na afloop van de verkoping worden ze door de burgemeester uitgenodigd in het gemeentehuis, met een wel heel speciale bedoeling.

Het is een voor de doelgroep heel herkenbaar verhaal, geschreven in eenvoudige, korte zinnen. De mix van spannende en grappige avonturen, verwoord in hedendaags Nederlands, zorgt voor een aantrekkelijk geheel. Jammer, en dat geldt voor beide boekjes, dat de illustraties van Jaap Kramer als een soort “lopende-bandproducties” overkomen. Door het snel groeiende aantal kinderboeken met tekeningen van zijn hand, is de kwaliteit van deze illustrator in het geding.