Boekrecensie

Titel: Bob en Berend naar Engeland
Auteur: Jeannette Donkersteeg

Uitgeverij: Callenbach
Kampen, 2001
ISBN 90 266 1093 9
Pagina's: 56
Prijs: ƒ 13,50

Titel: Verhuis me niet!
Auteur: Hella J. Wolschrijn

Uitgeverij: Callenbach
Kampen, 2001
ISBN 90 266 1078 5
Pagina's: 48
Prijs: ƒ 13,90

Recensie door M. Vermeulen-van Erkel - 3 oktober 2001

Verhuizen is moeilijker
dan op reis gaan

Het maakt nogal verschil of je een vakantiereis maakt en tijdelijk een ander huis hebt of dat je voorgoed naar een ander huis gaat. Dat kun je lezen in de boeken ”Bob en Berend naar Engeland” en ”Verhuis me niet!”, allebei verschenen bij uitgeverij Callenbach en geschikt voor kinderen vanaf vijf jaar.

Bob en Berend hebben vakantie. Ze gaan een dag naar de dierentuin en helpen een krokodil die geplaagd wordt. Ook zijn ze een dag in het zwembad. Maar het hoogtepunt in het boek is de reis naar Engeland. Met de boot varen ze over. Moeder is ziek aan boord, terwijl de jongens, zes en zeven jaar, het varen prachtig vinden.

In Engeland zitten ze op een camping en beleven elke keer iets nieuws. Ze moeten boodschappen doen, op visite, en alles gaat in het Engels. Dat levert heel leuke gebeurtenissen op, die in korte verhalen beschreven worden.

Karakter
De verhalen zijn soms aan de korte kant, zodat het wat weinig spanning oplevert. De schrijfster zou er goed aan doen vooral de gesprekken wat uitgebreider weer te geven. Nu zijn sommige delen erg beschrijvend. Wat wel goed uitkomt is het karakter van de jongens. Bob is snel emotioneel en bang, Berend is wat stoerder. Heel subtiel komt dat naar voren. De jongens zijn ondeugend en ondernemend, maar beslist geen branieschoppers.

De christelijke identiteit is verweven met de gebeurtenissen en komt tot tweemaal toe duidelijk naar voren: als Bob en Berend naar een kerkdienst gaan en wanneer ze een oude, verdwaalde man helpen. Verder merk je aan de manier waarop de omgang met elkaar en het gedrag van de jongens beschreven wordt, dat het boek vanuit een patroon van christelijke normen en waarden geschreven is.

Het boek heeft vijftien hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft gemiddeld drie bladzijden. Het makkelijk geschreven en erg vrolijke boek is bedoeld voor kinderen vanaf vijf jaar. Extra aantrekkelijk wordt het boek gemaakt door de grappige en aansprekende illustraties van Julius Ros. Een nadeel heeft het boek wel. Kinderen van 6 kunnen nog geen Engels lezen en er staan geregeld Engelse zinnetjes in. Maar al kunnen ze het niet uitspreken, door de opzet van het boek begrijpen de lezertjes wel wat er bedoeld wordt.

Fornuis
In ”Verhuis me niet!” gaan de ouders van Lisa verhuizen. Lisa wil absoluut niet mee. Ze is erg gehecht aan het oude huis, voornamelijk omdat daar een verstopkast is, die haar droomplekje vormt. Als vader en moeder in het nieuwe huis gaan kijken, doet Lisa er alles aan om niet toe te geven dat zij in dit huis moet wonen. Maar dat is niet makkelijk.

Dit maakt het boek ook komisch. Het glimmende fornuis gaat tegen haar praten: „Kinderen kunnen heel goed op mij koken, omdat ik zo laag ben.” Lisa geeft een boos antwoord en het fornuis wordt dof van verdriet. Dat vindt Lisa toch niet echt leuk. De ”kamer-an-swiet” heeft treindeuren, de badkamer heeft een zwembad, maar Lisa wil het niet leuk vinden. Zelfs als de zolder een poging doet en vertelt dat hij een heerlijke verstopzolder is, is Lisa niet om te praten.

Op de dag van de verhuizing moet Lisa naar oma. Als moeder even opbelt, vraagt Lisa of Julia haar knuffelberen vast in haar kamer een plaats wil geven. Uiteindelijk groeit Lisa toch naar haar nieuwe huis toe en dat is heel boeiend om te lezen.

Denkwereld
Bij de eerste oogopslag lijkt het boek wat sprookjesachtig, maar als je je er meer in verdiept, zou je het boek bijna psychologisch kunnen noemen. Lisa houdt als het ware een dialoog met zichzelf waarin alle dode dingen in het nieuwe huis ineens een stem krijgen om te vertellen wat er aan dit nieuwe huis allemaal leuk is. Dat zet Lisa dan tegenover de vertrouwde dingen van het oude huis om zo tot een afweging te komen. Het verhaal past in de denkwereld van kinderen. Zij geven in hun spel dode dingen ook een stem. Hun beer kan bijvoorbeeld praten en vertelt hun hele verhalen.

De schrijfster heeft zich ook helemaal ingeleefd in de gedachtewereld van dit kind. Op een schitterende manier heeft ze beschreven wat het voor een kind betekent om een veilige omgeving te verlaten voor een onbekende toekomst. Je voelt zelf als het ware de strijd van Lisa. Ook dit boek is voorzien van enorm leuke illustraties van Julius Ros. Al zijn de tekeningen eenvoudig zwart-wit, ze zijn het bekijken waard.

Een gemis is dat er niet aangegeven wordt voor welke leeftijdsgroep het boekje geschreven is. Gezien de soms moeilijke woorden, ”allergisch” en ”authentiek” bijvoorbeeld, is een redelijk leesniveau wel nodig. De belevingswereld is heel herkenbaar, dus voor kinderen van vijf à zes jaar is het goed voor te lezen.