Boekrecensie |
Titel: Ademloos Auteur: Marianne Witvliet Uitgeverij: Den Hertog Houten, 2000 ISBN 90 331 1462 3 Pagina's: 76 Prijs: 5,95; actieboek voor kinderen vanaf 9 jaar tijdens de christelijke kinderboekenmaand van 16 september tot en met 14 oktober
|
Recensie door Hans van Holten - 13 september 2000
Ademloos meeleven met Immes astmaMarianne Witvliet heeft met Ademloos op een zeer eigen wijze invulling gegeven aan het thema van de christelijke kinderboekenmaand Ik ken je wel! Hoofdfiguur in dit actieboek is het meisje Imme, dat aan astma lijdt. Lijdt in soms zeer letterlijke zin. Een astma-aanval is niet zomaar wat, vertrouwt ze haar kersverse vriendje Stef toe: Dokters zeggen dat je dan ongeveer zoveel lucht krijgt als iemand die zijn neus dichtknijpt en door een rietje ademt. Vanwege haar astma zijn de ouders van Imme naar een Waddeneiland verhuisd, waar Imme ruimer kan ademhalen dan op het vasteland. Daarom ook krijgt ze trompetles van muziekleraar Jeroen voor het versterken van haar luchtwegen. Niettemin moet ze haar pepdoos (een pufapparaatje met medicijnen) regelmatig gebruiken en in ieder geval altijd bij zich hebben. Op het eiland maakt ze kennis met Stef, die met zijn twee honden Jansen & Jansen bij zijn grootouders logeert. Ze vinden elkaar onmiddellijk heel sympathiek en als vanzelfsprekend trekken ze de volgende dagen vriendschappelijk met elkaar op. Ze beklimmen de oude vuurtoren, die, zo ontdekken ze met schrik, ondanks z'n dikke muren begint te scheuren. Ze maken kennis met Juul, een freule die helemaal niet freule-achtig is, maar bijna fanatiek van de natuur houdt, vooral van vogels.
Ziekenhuis Stef haalt hulp. Juul, vader en moeder, de dokter en vuurtorenwachter Wout worden gewaarschuwd en een helikopter brengt Imme naar het ziekenhuis op het vasteland. Ze merkt het en ze merkt het niet. Imme droomde dat ze vloog. Ze lag op de rug van de zeekoet en ze moest zich met allebei haar handen vasthouden om niet naar beneden te vallen. De lucht huilde en suisde om haar oren. De vleugels van de zeekoet sloegen op en neer en de veren maakten een zwiepend geluid, alsof er een harde wind waaide. Dat vliegen-op-een-vogel-trekje, weg van het verdriet, doet begrijpen waarom de schrijfster in het begin Imme, in een boom nog wel, laat lezen uit Niels Holgerssons wonderbare reis, een klassieker, waarnaar tegenwoordig niet veel kinderen meer zullen grijpen. Echter, dit soort ongekunstelde samenhangen maakt het verhaal mede tot zo'n boeiende eenheid.
Tekeningetjes De luchtigheid van het verhaal wordt in belangrijke mate versterkt door de Joke-van-Leeuwen-achtige manier waarop Marianne Witvliet zelf haar boek met tussentekstuele tekeningetjes heeft opgevrolijkt: illustratief, maar tegelijkertijd ook zélf vertellend. Zoals ze dat al eerder deed in haar eerste jeugdboek Verboden voor vogelverschrikkers, ook al doordrenkt van liefde voor Gods schepping, en terecht vorig jaar genomineerd voor de christelijke jeugdboekenprijs Het Hoogste Woord. We mogen blij zijn met deze nieuwkomer in de wereld van het christelijke jeugdboek!
|