Recensie door Jeannette Donkersteeg - 24 mei 2000
Dag Semmie, zegt
de buurvrouw tegen Lis
Voor Nynke Klompmaker uit Groningen betekent het hebben van een tweelingzus iets extra's. Als ik zou kunnen kiezen, zou ik liever wel tweeling zijn dan niet, zegt ze. Die uitspraak heeft alles te maken met het motief van een jeugdboek dat recentelijk bij uitgeverij Lemniscaat verscheen: Ik ben veel liever zoals wij. Nynke schreef het; tweelingzus Marijke illustreerde het.
Buurvrouw Stel fietst haar tegemoet (...). Dag Semmie, lacht ze. Lis fronst. Hoe lang kent de buurvouw haar wel niet? En nog steeds haalt ze Lis en Semmie door elkaar. En dat terwijl ze nog toch gewoon ogen in haar hoofd heeft. Dag buurman! roept Lis haar achterna, en de buurvrouw kijkt verbaasd achterom. Lis loopt tevreden verder.
Dit citaat uit Ik ben liever zoals wij typeert Nynkes stijl. Behalve leuke dingen, worden ook minder aardige kanten van het tweeling-zijn beschreven in het boek voor ongeveer tienjarigen.
De schrijfster weet van relativeren en waakt voor zwart-witsituaties of -personages. Dat geldt voor meer aspecten in dit aardig geschreven boek. De vader en moeder van Lis en Semmie houden veel van elkaar, maar hebben één keer toch een knallende ruzie. Overbuurjongen Edward is een akelig ventje, maar blijkt ook leuke kanten te hebben.
Autobiografisch is het nieuwe jeugdboek niet, benadrukt de auteur, maar een enkele historische gebeurtenis zit er toch wel in. Of ze zelf een een- of twee-eiige tweeling zijn, weten de zussen niet. Marijke: Het schijnt dat je het kunt testen, maar dat moet erg kostbaar zijn. Nynke: Ik zou het wel willen weten. Volgens mij zijn we eeneiig, maar mijn moeder vindt ons juist weer heel verschillend. Marijke: Telepathisch zijn we in elk geval niet. Daar geloof ik trouwens ook niet in.
Zouden die dat nou echt hebben, zo'n soort contact, vraagt Semmie zich af. Lijkt me wel leuk, zeg! Stel je voor. Dan logeerde ik bijvoorbeeld bij oma en dan kreeg ik heimwee. Dan wist je dat! Kon ik je van binnen roepen!
Inwisselbaar
Marijke en Nynke werden in 1964 in Leeuwarden geboren en groeiden, samen met een jonger broertje en zusje, op in Buitenpost, waar hun vader hoofdonderwijzer was. Nynke: We speelden veel en lang. Pas op de mavo kregen we in de gaten dat hinkelen op onze leeftijd not done was. Dat we een tweeling waren, werd niet bijzonder gevonden. Onze moeder heeft ons gelukkig nooit hetzelfde gekleed.
Lis bekijkt de Kraaima-tweeling met grote ogen. Alles aan hen is hetzelfde (...) Ze dragen nog steeds dezelfde kleren! Net als toen ze klein waren! Lis port Semmie met haar elleboog. Dát is nog eens een echte tweeling, fluistert Semmie.
Als je ook nog eens hetzelfde gekleed gaat, loop je het risico je té veel met elkaar identificeren, aldus Nynke. Je kunt zo op elkaar gericht zijn dat je veel dingen niet meer alleen kunt doen. Die gevoelens moet je, bijvoorbeeld door middel van kleding, niet versterken.
Marijke: In een wetenschappelijk boek las ik dat tweelingen meer dan gemiddeld moeite hebben om anderen tegemoet te treden. Het minst leuk vond ik vroeger het feit dat je zo vaak door elkaar werd gehaald. Nynke: Mensen vroegen dan of we onze mond even wilden opendoen. Bij Marijke ontbrak destijds een stukje van haar tand en daaraan herkende men haar. Marijke: Het heeft ook wel tot grappige situaties geleid, maar soms krijg je het gevoel dat je volkomen inwisselbaar bent.
(...) Zeg, zegt Leila, Je moeder vertelde me dat je zelf verhalen bedenkt. (...) Schrijf je ze ook op? Lis verstijft. Heeft Leila nou de hele tijd gedacht dat ze met Semmie zat te praten? Waren die mannenverhalen eigenlijk voor Semmie bestemd? Of maakt het haar soms niet uit tegen wie ze zit te zwetsen?
Nynke: Mede daarom heeft Lis er in het boek ook behoefte aan een tijdje los te komen van Semmie.
Saskia en Jeroen
Behalve spelen stond lezen boven aan het wekelijkse programma van de toenmalige Friese tweeling. Marijke: We lazen álles. Van de bibliothecaresse mochten we zelfs meer boeken lenen dan eigenlijk was toegestaan en nóg hadden we op een gegeven moment alles gehad.
De avonturen van De dolle tweeling, De olijke tweeling, De Kameleon en Saskia en Jeroen zijn uiteraard ook allemaal nauwlettend gevolgd in huize Klompmaker. Marijke: Ik herkende me daar helemaal niet in. Nynke: Het zijn ook erg vlakke boeken. Ze gaan over gebeurtenissen, de personen zelf leer je niet echt kennen.
Over de vraag wat ze met haar eigen boek beoogt, moet de schrijfster lang nadenken. Ik geloof dat ik misverstanden en geijkte vragen rond tweelingen uit de weg wil ruimen en dat ik dat kan doordat ik zelf deel van een tweeling ben. Hoewel ze altijd al veel las, had ze er geen idee van dat ze ooit zelf zou schrijven. Het begon dankzij Marijkes vriend, die liedjes schrijft. Ik dacht: Zou ik zoiets ook kunnen? Ik zat juist in een moeilijke periode, was overspannen van mijn werk in de grafische vormgeving, mijn relatie raakte uit en onze vader overleed. Ik begon aan korte verhalen voor ongeveer tienjarigen. Dat vind ik een leuke leeftijd, omdat je wat langere zinnen en een beetje ironie kunt gebruiken. Marijke en haar vriend Christiaan lazen de verhalen en waren zo enthousiast dat ik ze 'omgebouwd' tot hoofdstukken voor een boek naar Lemniscaat heb gestuurd.
Je hebt álle tienjarigen op het oog?
Ja, al vermoed ik dat meisjes de grootste doelgroep zullen blijken te zijn.
Kun je je voorstellen dat christelijke ouders dit boek wel waarderen, maar hun kinderen toch niet tot de doelgroep rekenen vanwege de soms wat grove woorden en diverse activiteiten op zondag?
Daar heb ik eigenlijk nooit aan gedacht.
Wat is de reden voor het feit dat je vaak over het lot schrijft? Semmie bezit een paardenhaar die volgens haar geluk brengt, oma wil niet dat de kinderen onder een ladder doorlopen.
Een bedoeling heb ik er niet mee, maar nu ik mijn tweede boek schrijf (over hetzelfde thema), merk ik dat het er wéér insluipt. Mijn ouders geloofden helemaal niet. We hadden wel bekenden die boeddhist waren en ik herinner me de schok toen ik ontdekte dat mijn vader en moeder iets waarin mijn vriendinnetje heilig geloofde, onzin vonden.
Streef je literaire maatstaven na?
Ja, en ik vind ook dat dit een goed boek geworden is. Hoewel ik toch een beetje schrok van Renate Dorresteins nieuwe boek Het geheim van de schrijver. Ik voldoe nog lang niet aan alles wat daarin staat. Wanneer het om jeugdboekenauteurs gaat, is Tonke Dragt mijn grote voorbeeld. Wat volwassenenboeken betreft, hou ik het meest van J. D. Salinger. De sfeer die hij oproept... De personages die een band met elkaar hebben... Je kunt z'n heimwee naar het gezin van vroeger gewoon vóélen. Dat spreekt mij aan, die sfeer van een goed gezin heb ik in mijn eigen boek ook gelegd. Schrappen was het moeilijkste tijdens het schrijven. Dat heb ik vooral tijdens een cursus geleerd.
Ondertussen las én tekende Marijke mee. Net als Nynke heeft ze de kunstacademie doorlopen. Dat ze illustratrice wilde worden, stond tijdens haar studie al vast. Dat ze ooit met potlood de vaak ludieke tekeningen bij een verhaal van haar tweelingzus zou maken, kon ze niet vermoeden.
|