Boekrecensie

Titel: Mart en De Liefde
Auteur: Arend van Dam

Uitgeverij: Piramide
Amsterdam, 1999
ISBN 90 245 3693 6
Pagina's: 143
Prijs: ƒ 27,90

Titel: De fietsendieven
Auteur: Rika Vliek
Tekeningen: Jaap Nieuwenhuis

Uitgeverij: Maretak
Dronten,1999
ISBN 90 437 0048 7
Pagina's: 104
Prijs: ƒ 17,90

Titel: Geen woord van waar!
Auteur: Rika Vliek
Tekeningen: Helen van Vliet

Uitgeverij: Maretak
Dronten, 1999
ISBN 90 437 0047 9
Pagina's: 96
Prijs: ƒ 17,90

Recensie door H. van Holten - 23 februari 2000

De Maretak begint als zelfstandige voortzetting Kok Educatief

Mart en zijn liefde voor Maki

Op 19 april is het vier eeuwen geleden dat het Nederlandse VOC-schip De Liefde bij Japan voor anker ging. Daarmee begon een merkwaardige relatie, waarbij alleen Hollanders handel met Japan mochten drijven, vanaf het kunstmatig aangelegde eilandje Deshima (120 meter lang en 75 meter breed) in de baai van Nagasaki. Die exclusieve relatie heeft 250 jaar geduurd, voldoende om typisch Nederlandse trekjes in de Japanse cultuur en samenleving achter te laten. Hier ligt de reden voor een herdenking, met allerlei manifestaties onder auspiciën van de stichting 400 jaar Nederland-Japan. Tot die activiteiten behoort ook de verschijning van het jeugdboek ”Mart en De Liefde” van Arend van Dam.

Het boek is een vervolg op een eerder verschenen en in deze rubriek besproken boek, ”Schrik van de zee”, waarin Van Dam hetzelfde systeem toepast: het jongetje Mart, wiens moeder vuurtorenwachter is, wil allerlei dingen te weten komen over zaken die in het verre verleden zijn gebeurd. Daarbij wordt hij op zijn wenken bediend door de oude, gepensioneerde onderwijzer meneer Lodewijk, die zo mooi kan vertellen, en de wat droge meneer Vos, directeur van het plaatselijk museum, die op zolder tussen het stof altijd wel wat toepasselijk materiaal heeft liggen.

Zeiljacht
In ”Schrik van de zee” ging het over het leven van Michiel de Ruyter, in ”Mart en De Liefde” gaat het over de Nederlandse relatie in de zeventiende eeuw met Japan, maar ook over de huidige. Op een dag arriveert er in het kleine vissersdorp een zeiljacht met de naam De Liefde II. Aan boord blijken een Japanse man en zijn charmante dochtertje Maki te zijn. Marts nieuwsgierigheid wordt natuurlijk meteen geprikkeld, zowel door de naam van het schip als door de 'bemanning'. Hij wordt een beetje verliefd op het meisje en zo komt het dat hij contact met haar zoekt. Het blijkt dat ze hier gekomen zijn om een bouwtekening van de vuurtoren los te krijgen. Die is bedoeld voor het merkwaardige Hollandse dorpje dat Japanners in hun land hebben gebouwd met allerlei kopieën van Nederlandse gebouwen, een soort Madurodam in het groot. Het heet Huis ten Bosch. En Maki woont daar in Wassenaar.

Mart leert in de gauwigheid nog meer over de banden met Japan: over de geschiedenis van het schip De Liefde, het eiland Deshima, over Japans eten en Japans theedrinken, over kraanvogels vouwen van papier enzovoorts. In één hoofdstukje staat toch ook nog iets over de oorlog en de jappenkampen in het toenmalige Nederlands-Indië, maar dat doet aan het optimistische karakter van het boek geen afbreuk.

Kinderen vanaf een jaar of tien (jongens én meisjes) zullen de ”nieuwe Mart” met veel plezier lezen en heel wat van hun eigen gevoelens erin herkennen en daarbij spelenderwijs een duchtig stukje kennis van de vaderlandse geschiedenis opdoen.

Educatieve Maretak
Voor dezelfde leeftijdscategorie bestemd zijn de twee boeken van Rika Vliek, die bij de kersverse uitgeverij Maretak in Dronten zijn verschenen. Deze educatieve uitgeverij heeft, na de reorganisatie bij Kok, het kinderboekenbestand van Kok-Educatief overgenomen, en vormt daar dus eigenlijk een zelfstandige voortzetting van.

Zo kan het gebeuren dat het eerste bij de Maretak verschenen boek van Rika Vliek, ”De fietsendieven”, eigenlijk al een ouwetje is. Het kwam (in 1990) uit bij Kok, en beleeft nu de derde druk. Maar aangezien de hoofdpersonen in dit boek dezelfde zijn als die in het nieuwe ”Geen woord van waar!”, bespreek ik beide uitgaven maar in één adem.

Het zijn de soms heel spannende avonturen die de tweeling Marije en Bart met hun vriendinnetje Loes en vriendje Krijn samen beleven. In ”De fietsendieven” wordt Marijes fiets bij het zwembad gestolen. Het is maar een van de fietsen die in het dorp verdwijnen. De kinderen komen er al speurend achter dat er een bende jonge branieschoppers achter de diefstallen zit, en dat de 'behulpzame' tuinjongen van villa Zonnelust er een belangrijke rol in speelt. In een schuurtje in de achtertuin ontdekken ze namelijk een aantal fietsen. Daar blijkt mevrouw Van Does, die in Zonnelust woont, niets van te weten. Als die fietsen plotseling verdwenen zijn, stijgt de spanning. Voordat het verhaal uiteindelijk goed afloopt, leren de kinderen –en de lezers met hen– en passant ook het een en ander over lepra.

Handboek voor spionnen
In ”Geen woord van waar!” wonen Marije en Bart met hun ouders in Zonnelust, samen met de oude mevrouw Van Does. Zij gedraagt zich, vinden de kinderen, af en toe op wat geheimzinnige wijze. Ze komen erachter wat daarvan de blijde oorzaak is, als Marije en Loes op onheuse wijze beschuldigd worden van diefstal. Daar is „geen woord van waar!” Al hun speurinstincten én die van Bart en Krijn worden in werking gesteld. Daarbij hebben ze veel aan het ”Handboek voor spionnen”, dat Bart op de kop heeft getikt. Ten slotte blijkt dat Niels, die hen beschuldigde, eigenlijk maar een zielig jongetje is, die het heel moeilijk heeft met zijn vader en zijn moeder en dus best wat vrienden (en vriendinnen) kan gebruiken. Zo wordt alles vergeven en vergeten.

Het zijn fijne boeken, die prettig weglezen, geschreven in een niet té simpele, maar wel goed begrijpelijke taal voor de doelgroep: kinderen van tien jaar en ouder.