Recensie door Alice de Stigter-de Jong - 8 december 1999
Wonen in
niet-alledaagse onderkomens
Binnenkijken in de woonkamer van een ander is een plezierige bezigheid. Wie niet genoeg heeft aan gluren bij de buren, kan altijd nog terecht bij woontijdschriften, -boeken en kranten. Zij laten regelmatig zien hoe bijzonder mensen wonen. De verhalen spreken tot de verbeelding. Wie wil er niet weten hoe mensen wonen in een kasteel, kerk, pakhuis, station, Bossche bol, watertoren, kazerne, grotwoning, opslagtank of in de openlucht?
De Christelijke Woningbouwvereniging Zoetermeer vond in het 35-jarig bestaan van de vereniging een aanleiding om haar leden een boek aan te bieden over Wonen in niet-alledaagse onderkomens. Voor de leden van de vereniging zijn de meeste verhalen in het boek niet nieuw. Veel hoofdstukken stonden ooit in het ledenblad CWZ-informatief in de serie Wonen in... De hoge leesdichtheid van de serie was ook een aanleiding om de verschillende verhalen nu in boekvorm uit te geven.
Bolbewoners
Een van de niet-alledaagse woonbestemmingen die auteur John Mastenbroek met verve beschrijft is de Bossche bol, een huis in de vorm van een bolvormige paddestoel. Interieurarchitect Sandra had een praktische en een idealistische reden om bolbewoner te worden. Om de twee weken komt er wel een bolwoning beschikbaar. Gemiddeld woont men hier twee jaar. Als je dus snel een huis nodig hebt, is het Bollenveld een alternatief. Ik heb deze woning als een uitdaging ervaring voor mijn studie interieurarchitectuur. Ik heb mallen gemaakt om zelf een kast te kunnen maken. Het is een complete woning met slaapkamer, douche en toilet. Klein ja, maar daarom niet minder leefbaar.
Nadelen kennen de vijftig futuristische bouwwerken ook. Ooit werd tijdens een snikhete dag een temperatuur van 47 graden in huis gemeten. En dat met de gordijnen dicht en de ramen tegenover elkaar open. De zon staat er dan de hele dag van alle kanten op. Er schijnt ook een probleem met de isolatie te zijn, aldus een andere bewoner van een Bossche bol.
Een bewoner van een mergelgrot in de buurt van Maastricht is niet zo gecharmeerd van bezoek en aandacht voor zijn bijzondere onderkomen. Toch mag de schrijver van het Zoetermeerse jubileumboek een kijkje achter de schermen nemen. Negen jaar geleden begon Frans Bergsteijn met de bouw van zijn grotwoning. Ik heb de woning zelf uitgegraven met een grote blokzaag en er twee jaar aan gewerkt, als je alle dagen bij elkaar zou optellen. De muren en het plafond bestaan uit ytong-blokken. Het huis in de mergelgrot is maar liefst 30 meter lang en bestaat uit een woonkamer, slaapkamer, badkamer en keuken. Het is een woning voorzien van alle luxe en comfort.
Compleet
Het boek geeft niet alleen een beeld van allerlei buitenissige onderkomens, ook het wonen in een molen, een boerderij en een hofjeswoning komt aan bod. Een keuze blijft altijd selectief, maar het boek weet een redelijk compleet overzicht te geven van niet-alledaagse onderkomens.
Er is niets op tegen dat de verhalen eerder verschenen in het ledenblad, alleen hadden bepaalde passages voor het boek beter weggelaten of ingekort kunnen worden. De beschrijvingen van de verschillende woonvormen beginnen regelmatig met een uitgebreide levensloop van de bewoner. Het verhaal is daardoor niet altijd voldoende afgebakend en dreigt hier en daar te breedsprakig te worden.
Het boek is geïllustreerd met tal van foto's. Het zou de kwaliteit hebben verhoogd als er een vakman/-vrouw was ingeschakeld voor het vele fotowerk. Dan was het niet alleen een leesboek, maar ook een mooi kijkboek geworden.
|