Woontuinboek

In zijn ”Woontuinboek” wil Rob Verlinden ons kennis laten maken met nieuwe uitvoeringen van een heel oud thema, namelijk de tuin als leefgebied. Hij beeldt dit uit in vier totaal verschillende ontwerpen.

Als eerste wordt uitvoerig een nieuw aangelegde romantische tuin bij een moderne bungalow beschreven. Er is plaats voor een fraaie vijver en een heel bijzonder, verdiept terras met houten vloer en ingemetselde bank. Een hoge schutting wordt opgeluisterd door een trompe-l'oeil (oogbedrieger) wandschildering. Eigenaardig is overigens dat hij deze tuin in het maartnummer 1996 van het tuintijdschrift Bloemen & Planten als van hemzelf beschrijft. In dit boek heeft hij het bij de aanleg van deze tuin steeds over zijn opdrachtgeefster.

Vervolgens komt de bouw en inrichting van een serre aan een middenwoning aan de orde. Als sfeerbepalend element wordt op een van de wanden een exotische muurschildering aangebracht. Er worden diverse planten besproken die heel goed in een serre zijn te houden.

Zilte lucht
Totaal anders is het tuinieren aan de kust. In dit hoofdstuk wordt de plantkeuze naar aanleiding van de omstandigheden aan de kust besproken, zoals grondsoort, wind en zoute lucht. Ten slotte wordt van de kusttuin nog een sprong naar de daktuin en het balkon gemaakt. De aanleg van de daktuin is een staaltje vakwerk. Omdat er niet zo veel mensen met een daktuin zijn, wordt ook de inrichting van een balkon besproken. Het is niet zo sterk dat op een balkonwand exact dezelfde trompe-l'oeil wordt aangebracht als op de schutting in de romantische tuin bij de bungalow.

Het is een vlot geschreven, gedetailleerd boek. Wie echter over een tuin aan de kust beschikt, doet niets met de beschrijving van de aanleg van een daktuin. En als je alleen een balkon hebt, heeft de uitgebreide informatie over de bouw van een serre weinig nut.