Boekrecensie

Titel: De strijd van overgave
Auteur: Ineke van Dok-Mak

Uitgeverij: Novapres
Apeldoorn, 1999
ISBN 90 631 8161 2
Pagina's: 155
Prijs: ƒ 24,90

Recensie door mevr. drs. J. A. Kok - 15 december 1999

Ineke van Dok-Mak integreert hulpverlening en pastoraat

Tussen strijd en overgave

„Het leven is een strijd en lang niet iedereen komt er ongehavend uit te voorschijn; er zijn er velen die het moeten afleggen tegen lichamelijke en geestelijke vernedering, mishandeling of verwaarlozing, soms al op heel jonge leeftijd...” Zo begint het derde boek van Ineke van Dok-Mak: ”De strijd van overgave”. Hierin wil de auteur aantonen dat overgave geen vanzelfsprekende zaak is.

”De strijd van overgave” biedt „levensverhalen van intense en dagelijkse strijd tussen enerzijds de zaken in eigen beheer houden en vanuit eigen vermogen oplossen en anderzijds de overgave van alle bekommernissen aan de Heere God en het Hem in alles vertrouwen.” De auteur schrijft hierover vanuit de ervaringen die ze heeft in haar dagelijkse werk als psychologe. Ze doet dit door het boek in thema's te verdelen. Ieder hoofdstuk gaat zo over een aparte problematiek.

Hulpverlening en pastoraat
Hoofdstuk 1 gaat over verschillende vormen van conflictvermijdend gedrag en de gevolgen ervan. In hoofdstuk 2 gaat het over gevoelens die op slot zitten. In hoofdstuk 3 komen schuld- en schaamtegevoelens aan de orde en het gevoel van tekort te schieten. Eenzaamheid binnen relaties is het thema van het volgende hoofdstuk. Daarin wordt vooral ingegaan op homofiele gerichtheid. Hoofdstuk 5 gaat over afwijzing en verwaarlozing in de jeugd. Angstgevoelens en depressie komen in de volgende hoofdstukken aan de orde. Het laatste hoofdstuk ten slotte gaat over de strijd van overgave: gebed, afhankelijkheid.

De auteur kiest duidelijk voor een sterke integratie van hulpverlening en pastoraat. Het is de worsteling van veel christelijke hulpverleners op welke wijze ze dit al dan niet zullen doen. Wat ik in dit boek mis, is de afweging bij welke problematiek en in welke situatie dit wel of niet gewenst is. Het gaat mij te ver om in iedere situatie voor een zo sterke integratie te kiezen. Niet iedereen is hiermee gediend en niet iedere gemeente is hiertoe gevormd.

Relatie tot God
Al lezend kreeg ik steeds meer moeite met de manier waarop de relatie tot God in de therapie aan de orde komt. Enerzijds merk ik de directe betrokkenheid van de auteur en haar stellige overtuiging dat God de belangrijkste is in ons leven. Anderzijds wekken de cases in het boek de indruk dat de relatie tot God vooral instrumenteel gebruikt wordt. In het ”Woord vooraf” merkt de auteur op: „Een aantal keren zei men mij, naar aanleiding van mijn twee vorige boekjes ”Als balsem in de wonden” en ”De weg van heling”: makkelijk hoor, je gelooft in God, je bidt en pats, alles is in orde. Relaties worden hersteld, lichamelijke klachten verminderen of verdwijnen en psychologisch zijn de zaken ook weer in balans.”

Dit is nu precies de indruk die ik ook van dit boek heb overgehouden. Jammer dat het de auteur in dit derde deel niet is gelukt om hierover genuanceerder te schrijven. Dit kan te maken hebben met het Godsbeeld dat ze heeft: „God laat ons vrij om voor of tegen Hem te kiezen. Hij laat ons vrij op welke leeftijd we voor Hem kiezen: op zevenjarige leeftijd, op je dertigste of op je sterfbed.”

Het heeft zeker ook te maken met de veelheid van problemen die de auteur aansnijdt. Het gaat in het boek over zwaar getraumatiseerde mensen, over problemen die al heel lang bestaan en die ook te maken hebben met de vorming van de persoonlijkheid van mensen, het gaat over homoseksuele geaardheid, verslaving en nog veel meer. In een boek van ruim 150 pagina's valt daar ook niet meer dan oppervlakkig iets over te schrijven, mijns inziens. Daardoor ontstaat ook op inhoudelijk niveau een bepaalde oppervlakkigheid.

Opvoeding
Zo wordt in veel cases de indruk gewekt dat de opvoeding van de ouders altijd de oorzaak is van de problemen. Op deze wijze generaliseren geeft een scheef beeld van wat er werkelijk aan de hand is. En dat is jammer. De auteur heeft in dit boek wel de bereidheid getoond om in de keuken van haar hulpverleningspraktijk te laten kijken, en daar is moed voor nodig. Maar het zou zowel voor collega's als voor cliënten een toegevoegde waarde hebben wanneer de auteur ook de dekseltjes van de pannen wil halen. Een volgende publicatie zal dan mogelijk minder breed van onderwerp zijn, ten behoeve van de verdieping.

De brede opzet van dit boek maakt dat er veel mensen zullen zijn die iets van zichzelf of hun situatie herkennen. Deze herkenning kan een aansporing zijn om zelf hulp te gaan zoeken als dat nodig is. Voor de mensen die aarzelen of ze hulp zullen zoeken kan dit boek dienen om ze over de drempel te helpen.