Boekrecensie

Titel: Tom woont gewoon ergens anders
Auteur: Hijltje Vink

Uitgeverij: De Banier
Utrecht, 1999
ISBN 90 336 2677 2
Pagina's: 52
Prijs: ƒ 8,95

Recensie door G. Wolvers - 17 november 1999

Tom woont gewoon ergens anders

Tom is een jaar of tien. Tom is een gewone jongen die in een gewoon huis woont. Alleen... hij woont er niet echt. „Ik wacht hier alleen”, zegt Tom tegen Wout. „Totdat mijn moeder weer beter is en me komt halen.” „Wachten?”, vraagt Wout. „Hier?” Tom woont in een kindertehuis omdat zijn moeder niet voor hem kan zorgen. Of, zoals schrijfster Hijltje Vink het verwoordt: „Tom woont gewoon ergens anders.”

„Ik schrijf graag over kinderen aan de onderkant van de samenleving”, vertelt Hijltje na de presentatie van het boekje in de jubilerende boekhandel R. Smit in Gouda. Dat klopt. Haar eerste boekje, ”Brenda heeft een draakje in haar bloed” (in samenwerking met het Aids Fonds), gaat over een van haar eigen pleegkinderen dat is besmet met HIV. ”Fazil woont in het AaZetCee”, het Christelijke Kinderactieboek '99, vertelt het verhaal van een gevlucht Afghaans jochie in een asielzoekerscentrum.

Ook ”Tom woont gewoon ergens anders” is een bijzonder boekje. Het is bedoeld als actieboekje voor het project ”Pleinstraat 20” van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond. Met de opbrengst daarvan wil de jongerenorganisatie een compleet opvanghuis van de Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn financieren. Dit boek draagt daaraan bij. Ongeveer 4,5 gulden van de winkelprijs gaat naar het goede doel. De prijs kon laag blijven door een subsidie van 40.000 van het Nationaal Fonds Kinderhulp, een nog onbekend bedrag van het ministerie van Welzijn én doordat de auteur ook dit boekje belangeloos schreef.

Gevangenis
Ondertussen is ”Tom woont gewoon ergens anders” een gewoon informatief boek over het wonen in een jeugdtehuis voor de doelgroep van 6 tot 10 jaar. Waarom wonen kinderen in een kindertehuis? Oom Berend legt het Tom uit. Ze hebben een vader of een moeder „die niet voor het kind kan zorgen. Omdat ze in de gevangenis zitten, in het ziekenhuis liggen. Of helemaal in de knoei zitten.” Achterin, in de lijst van tien vragen met tien begrijpelijke antwoorden, geeft Hijltje Vink nog meer voorbeelden: vader en moeder hebben vaak ruzie, de ouders zijn aan de drugs verslaafd of verstandelijk gehandicapt, of het kind veroorzaakt zelf problemen. Het kan ook zijn dat alleen de vader of de moeder voor het kind zorgt, terwijl hij of zij dat op een gegeven moment niet meer kan.

Zo ook met Tom. Tom woont met zijn alleenstaande moeder in Den Haag. Zijn mama moet werken voor de kost. Daardoor heeft ze geen energie meer over om goed voor Tom te zorgen. Soms heeft ze een vriendje. Dan slaapt Tom onder de trap op een matras en speelt hij met zijn brandweerauto, het enige wat zijn vader hem naliet voordat hij zijn vrouw verliet.

Moeder kan steeds minder voor Tom zorgen. Totdat zij naar een psychiatrisch ziekenhuis moet en Tom naar een kindertehuis. Tom wil daar eerst niet heen. Maar het valt allemaal mee: Hij hoeft niet in dezelfde kleren te lopen, de mensen zijn er aardig en hij krijgt Wout als vriendje met wie hij kan voetballen. Alleen, Tom woont er niet echt...

Humor
De reden dat Tom in een kindertehuis woont, is best verdrietig. Toch weet Hijltje Vink er humor doorheen te weven. Bij de laatste vraag, „Wat gebeurt er met Tom?”, vertelt ze dat hij inmiddels in een pleeggezin woont. „Maar... echt wonen doet hij daar niet.” Ook tekenares Diny van de Lustgraaf verwerkte veel humor in de tekeningen, bijvoorbeeld de spinnen en scheefhangende schilderijtjes.

Tom en zijn verhaal zijn echt –hij was op de presentatie aanwezig–, alleen zijn naam is anders. „Verder heb ik het niet mooier gemaakt dan het is”, schrijft Hijltje in het voorwoord, „omdat hij dat zelf al gedaan heeft. En alleen dáárdoor redt hij het.”

Hijltje Vink weet waarover ze schrijft. De Stolwijkse kreeg samen met haar man Piet twee 'eigen kinderen'. Daarnaast vingen ze in hun huis Plexat inmiddels zo'n twintig pleegkinderen op, vaak in crisissituaties. Van hen adopteerden zij er twee, drie zijn permanent „en de vierde blijft ook wel.” Om de problemen van jeugdhuiskinderen nog beter te begrijpen, liep Hijltje stage in een kindertehuis, net zoals ze bij het schrijven van Fazil in een asielzoekerscentrum meeliep. Ook heeft ze geprobeerd vooroordelen weg te nemen, bijvoorbeeld dat jeugdleiders heel streng zijn.

”Tom woont gewoon ergens anders” is het aanschaffen waard. Het boekje informeert, het voegt iets inhoudelijks toe aan het bestaande aanbod en draagt bovendien nog bij aan een actie. Het is te hopen dat het net zo'n succes wordt als de twee voorgaande uitgaven.