Boekrecensie

Titel: Voorbij de hoofdstroom. Over de wetenschappelijke ankerpunten van een psychiatrische loopbaan
Auteur: dr. H. M. van Praag

Uitgeverij: Balans
Amsterdam, 1998
ISBN 90 5018409X
Pagina's: 319
Prijs: ƒ 55,00

Recensie door drs. P. J. Verhagen - 15 september 1999

Drie zingevers bepalen loopbaan van dr. Van Praag

De gedrevenheid van een psychiater

Prof. dr. Herman van Praag (1929), tot 1997 hoogleraar in de psychiatrie te Maastricht, deed een bundeling van wetenschappelijke artikelen verschijnen. Hij voorzag deze van inleidingen waarin hij de artikelen ter nadere verklaring in het bredere kader van wetenschappelijke discussies plaatst. Het slothoofdstuk is zijn afscheidscollege uit 1997. Verrassend en intrigerend geeft Van Praag daar inzicht in wat voor hem de zin uitmaakt(e) van zijn psychiatrische loopbaan en leven.

Van Praag en zijn medewerkers hebben meer dan vijfhonderd artikelen gepubliceerd, zo laat de achterzijde van ”Voorbij de hoofdstroom” weten. Het boek bevat vijftien van zijn artikelen, verdeeld over zes secties. De eerste vijf delen gaan over evenzovele hoofdthema's in het denken en werk van Van Praag: diagnostiek en classificatie in de psychiatrie (met name van schizofrenie en depressie), de plaats van de biologische psychiatrie en de behandeling met psychofarmaca in de psychiatrie, de biologie van depressies. Het zesde deel gaat zoals gezegd over de ”zingevers”.

Standplaatsen
Eind jaren zeventig heb ik college van Van Praag gehad. Hij was toen hoogleraar in Utrecht (1977-1982). Ik ben nog door hem aangenomen als arts-assistent voor de opleiding tot psychiater. Maar toen ik daarmee begon, zat hij alweer in New York als hoogleraar ('82-'92). En om het overzicht van zijn standplaatsen meteen maar te completeren, voor Utrecht was hij hoogleraar in Groningen ('66-'76; eerste hoogleraar biologische psychiatrie in Nederland vanaf 1970), alwaar hij een afdeling biologische psychiatrie opzette, de eerste van die aard in Europa.

In 1976 had Van Praag hoogleraar in Jeruzalem kunnen worden. Maar na een jaar als gasthoogleraar moest hij ervan afzien, „de meest emotioneel beladen beslissing van zijn leven” (blz. 272). Zo werd het Utrecht. Van 1992 tot 1997 was het Maastricht. Inmiddels is Van Praag dus emeritus, hetgeen in het geheel niet betekent dat hij zijn actieve loopbaan beëindigd heeft. Hij blijft publiceren, heeft allerlei projecten in gedachten, die er gezien zijn inzet en gedrevenheid ook zullen komen.

Zo is hij zich gaan interesseren voor bijbelse en nabijbelse figuren en heeft zich verdiept in hun psychologische en eventuele psychiatrische karakteristieken. Hij heeft geschreven over Saul, Job en Flavius Josephus. Hij is stellig van plan een internationaal congres rond deze thematiek te organiseren. De voorbereidingen zijn gaande.

Eigen stijl
Met de ”hoofdstroom” wordt de vooral door de Amerikaanse psychiatrie beheerste ”mainstream” van de psychiatrie bedoeld. Het wetenschappelijk discours van Van Praag keert zich herhaaldelijk tegen dit –wat hij op voor hem karakteristieke wijze noemt– „psychiatrisch establishment.” Het was en is in zijn optreden tastbaar dat hij staat voor wat hij betoogt. Dat geeft een onmiskenbare gedrevenheid, zich uitend in een geheel eigen stijl. Dus kan men lezen dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat Van Praag het aan zijn eigen stijl te 'danken' heeft dat hij (vooralsnog) het gelijk van dat establishment niet gekregen heeft.

Dat je het aan jezelf te wijten hebt, is iets wat gedreven mensen wel vaker te horen krijgen; ze laten zich er veelal niet door van de wijs brengen. Binnen de context van wetenschap klinkt het ook niet erg wetenschappelijk. Erkenning of niet, Van Praag is wel een van de weinige Nederlandse psychiaters (zo niet de enige) wier werk besproken wordt in hét wijdverbreide Amerikaanse handboek van de psychiatrie van dit moment. Ik zou trouwens niet weten wie daar verder nog voor in aanmerking zou kunnen komen. Maar zo belangrijk zal het ook wel weer niet zijn?

Grondslagen
De hoofdstukken handelen over centrale kwesties in de psychiatrie, die in feite raken aan de grondslagen van het vak. Waar is de psychiatrie op gebaseerd? Wat is daar de wetenschappelijke en praktische waarde van? Die vragen hebben de auteur vanaf het begin van zijn loopbaan (1958) beziggehouden. De opvatting van Van Praag laat zich illustreren aan de hand van het altijd weer terugkerende debat onder de titel ”Pillen en praten” (hoofdstuk 11, gebaseerd op een artikel uit 1979). Het thema keert telkens in het oeuvre terug. Nog in 1996 schreef hij er opnieuw een artikel over.

Het uitgangspunt is dat gedrag –wat we doen en beleven– een functionerend brein veronderstelt. Alle menselijke gedragingen, normaal of abnormaal, veronderstellen de werking van een buitengewoon complex systeem van structuren en circuits in het centrale zenuwstelsel. Er is geen vacuüm tussen gedrag enerzijds en hersenen anderzijds. Vraag: krijgen we dan geen psychiatrie zonder ziel? Geenszins! luidt de krachtige repliek van Van Praag. Met dat uitgangspunt ontwikkelde hij een eigen model en onderzoeksprogramma.

Ziekte-eenheden
De hoofdstroom gaat terug op het werk van de Duitser Kraepelin (1856-1926), eind vorige eeuw. Van hem stamt het denken in ziekte-eenheden. Een psychiatrische ziekte heeft een eigen (complex aan) oorzaak, kenmerkende symptomen, beloop in de tijd en een bijpassende behandeling. Toen was het zoeken naar oorzaken gericht op afwijkende anatomie van de hersenen. Later richtte het onderzoek zich op biologische ”markers” van de ziekte. Van Praag laat niet af te betogen dat deze benadering niet deugt en de wetenschappelijke ontwikkeling van de psychiatrie in feite blokkeert. Dergelijke eenheden bestaan eenvoudigweg niet. Want, simpel gezegd, hoe zou het dan kunnen dat een medicament effectief is bij de ene ziekte en bij de andere?

Moderne antidepressiva werken bij angst en bij depressie. Kennelijk lopen er 'zaken' dwars door die zogenaamde ziekte-eenheden heen en kennelijk grijpen psychofarmaca aan op die 'zaken'. Van Praag spreekt van psychologische domeinen. Daarmee bedoelt hij het domein van de informatieverwerking, stemmings-, angst- en agressieregulatie. In die regulatie zijn onder meer allerlei stoffen in het brein, waarvan serotonine een van de bekendste is, van groot belang. Het serotoninecircuit blijkt een onmiskenbare rol te spelen in de angst- en agressieregulatie. Op die manier ontwikkelde hij het concept van de angst-/agressiegeïnduceerde depressie (1996, deel 5).

Angst- en/of agressieregulatiestoornissen zijn echter niet specifiek voor depressies, maar komen evenzeer bij andere psychiatrische ziektebeelden voor. Zo zijn er ook andere systemen, zoals dat van de zogenaamde stresshormonen, die hun rol spelen. Daarmee is meteen gezegd dat stress van invloed is op het ontstaan of voortduren van psychiatrische ziekten, want die verschillende systemen opereren natuurlijk niet los van elkaar. Dus –ik formuleer het natuurlijk allemaal erg kort– gaan pillen en praten samen: een medicament bijvoorbeeld voor de gestoorde serotoninehuishouding én psychologische interventies gericht op bijvoorbeeld het hanteren van stress.

Aan het wetenschappelijk nut van deze benadering twijfelt bij mijn weten niemand meer. Van Praag richt zich niet op ziekte-eenheden, maar op bestanddelen waaruit ze zijn opgebouwd. Het denken in ziekte-eenheden dient door de hoofdstroom verlaten te worden. Het is niet meer dan „een cognitieve dwangbuis” (blz. 15).

Jeruzalem
Drie zingevers hebben de wetenschappelijk loopbaan van Van Praag bepaald: het gezin, de studie, het jodendom. Hij vertelt, wat dat laatste betreft, over het zionisme van zijn groothouders. „Ik heb Jeruzalem niet vergeten; ik heb haar, zo voel ik dat wel, verzaakt. Ik ben niet gegaan, in 1948, en concludeerde dat ik me geen zionist meer kon noemen” (blz. 271). New York werd zijn ”little Jerusalem” (blz. 273).

Van Praag verklaart de titel van zijn boek nauwelijks nader. Hij hoopt dat hij zich aan gene zijde van de hoofdstroom heeft bewogen (blz. 275). Mij dunkt dat wij de titel bijbels gezien joods-christelijk kunnen verstaan. Aan gene zijde van de hoofdstroom ligt het toekomstperspectief, de hoop, de belofte. Aan gene zijde van de Jordaan ligt het beloofde land.