Boekrecensie

Titel: We moeten praten. Zinvolle gesprekken tussen man en vrouw
Auteurs: Samuel Shem en Janet Surrey
Vertaler: Mieke Vastbinder

Uitgeverij: Ambo
Amsterdam, 1999
ISBN 90 263 1567 8
Pagina's: 287
Prijs: ƒ 34,90

Recensie door H. van Groningen - 15 september 1999

Auteurs belichten verschil in communicatie tussen man en vrouw

Gevoelens tijdens een verhuizing

In een huwelijk is het onmisbaar om als man en vrouw samen te praten. Daarover schreven twee Amerikanen, Samuel Shem en Janet Surrey, een boek met de titel ”We moeten praten”. Hoe dit op een zinvolle manier mogelijk is, proberen zij hierin duidelijk te maken. In navolging van Deborah Tannen, een bekende relatietherapeut, wordt de nadruk gelegd op het feit dat er verschil is in communicatie tussen mannen en vrouwen. Genderverschillen noemen zij dit. Mannen en vrouwen denken en voelen, maar ook communiceren zo verschillend dat daardoor veel echtelijke problemen ontstaan.

De auteurs gaan eerst in op de vraag of deze verschillen aangeboren of aangeleerd zijn. Ze ontkennen niet dat er genetische en aangeboren aspecten zijn, maar willen zich in hun boek veel meer richten op wat is aangeleerd. Met veel voorbeelden maken ze duidelijk hoe dit leerproces bij jongens en meisjes is verlopen. Die vele voorbeelden kenmerken het hele boek. Dat schijnt Amerikaans te zijn.

Communicatievrees
Wat zijn de opvallendste verschillen in communicatie tussen mannen en vrouwen? De auteurs werken drie hoofdsoorten uit. De eerste noemen zij vrees/verlangen. Het verlangen slaat op vrouwen. Zij hebben sterke behoefte aan emotioneel contact. De vrees slaat op de mannen. Zij hebben juist moeite met dat emotionele contact. De auteurs spraken duizenden mannen, die vertelden over hun vrees: „Als mijn vrouw ”ik hou van je” zegt, staat het zweet op m'n rug, ik ben bang dat er iets gebeurt dat ik niet kan beheersen, ik voel me schuldig dat ik niet kan bieden wat mijn vrouw verlangt, ik word er woedend van, ik voel me hierdoor onmachtig, enzovoort.” Bij vrouwen spelen soortgelijke gevoelens, al staan bij hen ongeloof (als ik echt goed met hem wil praten, krijgt hij zo'n glazige blik in z'n ogen) en boosheid (ik ben het zat om degene te moeten zijn die de relatie moet onderhouden) centraal.

De tweede tegenstelling die wordt genoemd, is de product/procesimpasse: mannen zijn gewend om problemen op te lossen en goede resultaten te boeken (een product te leveren); vrouwen gaat het meer om de manier waarop dit verloopt (het proces). Als voorbeeld wordt een echtpaar genoemd midden in een verhuizing. Ze zijn daarover allebei wat weemoedig en op een gegeven moment wil de vrouw eerst samen praten. De man is verbaasd: Hoe kun je nu over gevoelens beginnen tijdens een verhuizing? Maar de vrouw reageert: „Hoe kun je nu verhuizen zonder er iets bij te voelen?”

Conflicten
De derde tegenstelling is de macht over/macht met-impasse. Mannen zouden dreigende conflicten ervaren als pogingen om hen te overheersen. Ze lossen dit op door een duidelijk standpunt in te nemen en een knoop door te hakken. Vrouwen daarentegen proberen een conflict op te lossen of te voorkomen door zich op de ander te richten. Bij hen staat het proces van samen een beslissing nemen voorop.

Een voorbeeld: De vrouw vraagt waar zij en haar man zullen gaan eten. De man stelt voor naar restaurant X te gaan. De vrouw zegt: „Heb je geen zin om naar Y te gaan.” „Oké, zegt de man, we gaan naar Y.” De vrouw wordt vervolgens boos en er ontstaat een conflict, dat beiden juist wilden voorkomen. De man door een knoop door te hakken, de vrouw door er samen over te praten.

Deze drie tegenstellingen worden in een apart hoofdstuk uitgewerkt met betrekking tot het onderwerp seksualiteit. Terwijl het laatste hoofdstuk een aanbeveling is om, met het oog op preventie, in opvoeding en onderwijs veel meer gerichte aandacht te geven aan deze sekseverschillen. Auteurs zien dit als een mogelijkheid om de kloof tussen mannen vrouwen te overbruggen en zo onze toekomst te redden.

Wijbewustzijn
Hoe moeten man en vrouw omgaan met hun verschillen? Het antwoord op die vraag vormt de kern van het boek. De oplossing laat zich raden. Man en vrouw moeten over deze verschillen met elkaar in gesprek gaan: „Een door middel van een dialoog verkennen van verschillen leidt tot goede communicatie. Auteurs noemen dit de groei naar het ”wij”, het opbouwen van een wijbewustzijn. Ze hebben dit bij talloze echtparen en in vele workshops in de praktijk gebracht. Dat blijkt ook uit de vele voorbeelden die ze gebruiken. Pagina's worden gevuld met verhalen over echtparen en hun belevenissen. Ik vind dit meer vermoeiend dan verhelderend. Je wordt genoodzaakt de bruikbare informatie tussen de vele voorbeelden vandaan te halen.

Die bruikbare informatie wordt vertaald in een aantal adviezen, zoals: beschrijf je relatie eens en inventariseer jullie verschillen, formuleer het doel van jullie relatie, erken dat het contact op de eerste plaats komt, blijf bij contactverstoring vasthouden aan het ”wij”, herformuleer veel voorkomende dilemma's met behulp van het ”wij”, gebruik humor, blijf in het heden en niet in het verleden, enzovoort.

Een gemis
Ondanks de vele voorbeelden vind ik het boek niet altijd makkelijk lezen. Er worden nogal wat technische termen gebruikt en enig psychologisch inzicht wordt verondersteld. Daarom is dit boek vooral bruikbaar voor diegenen die al wat meer weten over communicatie en echtpaartherapie. Zij kunnen –ik hoop dat deze korte weergave dit duidelijk heeft gemaakt– veel bruikbaar en vaak ook herkenbaar materiaal in dit boek vinden.

In ”We moeten praten” vind je echter niets van de bijbelse gegevens over huwelijk, omgaan met sekseverschillen en met conflicten. Zeker op dit terrein vind ik dit een duidelijk gemis. Vanuit de Bijbel is er, zonder moralistisch te worden, zoveel meer en zoveel rijkers van te zeggen.