Boekrecensie

Titel: Homofilie en christen zijn
Redactie: ds. B. Luiten

Uitgeverij: De Vuurbaak
Barneveld, 1998
ISBN 90 5560 158 6
Pagina's: 76
Prijs: ƒ 17,50

Recensie door ds. J. Noordam - 3 maart 1999

”Homofilie en christen zijn” bezint op gevoelige vragen

De christelijke
gemeente als schild

Homofilie en christen zijn! Dit onderwerp vraagt om een voortgaande pastorale bezinning met het oog op díé gemeenteleden die met hun homofiele gevoelens worstelen. Met name binnen de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) wordt op een open en indringende wijze over christen zijn en homofilie nagedacht. Vanuit deze kring verscheen een boekje dat ons ook binnen de andere reformatorische kerken kan helpen om op een bijbelse en fijngevoelige manier met de 'netelige' vragen rond homofilie en homoseksualiteit om te gaan: ”Homofilie en christen zijn”.

Aan dit boek werkten onder anderen mee de vrijgemaakte predikanten ds. B. Luiten en ds. K. van den Geest, en de hoogleraar prof. dr. J. Douma. Ook is een bijdrage opgenomen van drs. P. M. Wagenaar, psycholoog-psychotherapeut bij Gliagg De Poort.

Uitgangspunt voor ds. B. Luiten (Zwolle) is de vraag: Wat is een christen? Hij zet in bij het woord van de Heere Jezus in Johannes 12:24 en 25. Wie zijn leven koestert (in eigen handen houdt), zal het verliezen, maar wie het verliest, zal het vinden. De vraag (aan élk mens, heterofiel én homofiel) is: wil je je leven overgeven aan de Heere Jezus, met alle strijd van dien, om met Hem te sterven? En durf je erop te vertrouwen dat Zijn liefde voor jou groter is dan jouw eigenliefde?

Ds. K. van den Geest (Hengelo) sluit hierbij aan en benadrukt dat het in ons leven gaat om het volgen van de Heere Jezus. In het pastorale werk heeft hij ontdekt dat er geen enkele volgeling is die géén kruis te dragen heeft. Als predikant mag je mensen helpen met dat kruisdragen achter Christus aan. In het pastoraat zie je juist in die pijn en het verdriet van mensen de wonderen van Gods Geest geboren worden. Op het snijvlak van wanhoop en geloof werkt de Heilige Geest. Het is keer op keer verrassend hoe mensen juist in de diepte de Heere vinden; waar door Gods genade mag worden ontdekt dat „Gods kracht in zwakheid wordt volbracht” (2 Korinthe 12:9).

Gemeenschap
Beide predikanten wijzen duidelijk op grond van de Bijbel een homoseksuele relatie, óók ”in liefde en trouw”, af. In navolging van de hervormde predikant dr. J. Hoek pleiten zij wel voor de mogelijkheid van vriendschap, waarin warmte en genegenheid een plaats kunnen krijgen. Vanuit het goddelijk principe dat „het niet goed is dat de mens alleen is”, zien zij een heel belangrijke plaats weggelegd voor de christelijke gemeente. Maar zonder werkelijke acceptatie, oprechte waardering en hartelijke liefde zal een homofiel binnen de gemeente niet uit de anonimiteit komen; en zal ook niet een werkelijke integratie in de gemeente plaatsvinden. Terwijl een gemeentelid met homofiele gevoelens de veiligheid en de geborgenheid binnen de gemeente van Jezus Christus zo nodig heeft als compensatie voor de liefde die een homofiel moet missen.

Mensen die de liefde en geborgenheid missen, lopen gemakkelijker de kans de ”fout” in te gaan, door die dan te (gaan) zoeken in (vluchtige) seksuele contacten. De kerkelijke gemeente waarin die openheid en warmte voor homofielen heerst, kan in dit verband als een schild het homofiele gemeentelid beschermen. Een mens kan een seksuele relatie missen, maar geen mens kan liefde missen!

Als voorbeeld van een goede pastorale benadering van homofielen binnen de gemeente noemt ds. Luiten de Redeemer Presbyterian Church in New York. Een kerk die dan ook een behoorlijk percentage homofielen onder zijn kerkleden telt.

Verandering?
De psycholoog drs. P. M. Wagenaar schildert enkele (anonieme) praktijksituaties. Seksualiteit impliceert strijd, zowel bij homoseksuelen als bij heteroseksuelen. Hij vindt de term homoseksualiteit misleidend, omdat het suggereert dat het vooral om een seksueel probleem zou gaan. Wagenaar ziet een homofiele oriëntatie vooral als een identiteitsprobleem van de bewuste persoon die met deze gevoelens worstelt. Hij spreekt veel homofielen die vaak hulp zoeken omdat zij worstelen met vragen rond acceptatie, openheid, er mogen zijn voor God, in de christelijke gemeente en in de maatschappij. Velen van hen verlangen naar bevestiging, acceptatie, vriendschap en intimiteit; verlangens die dan erotisch worden ingekleurd. Het gaat niet zozeer om de seksualiteit, maar eerder om de sekse van de ander.

In de hulpverlening zien we dat er (soms) een groei- en veranderingsproces in de loop van iemands leven kan plaatsvinden, waarbij er ook een zekere verandering in de seksuele oriëntatie kan optreden. Tegenwoordig is er ook in de vakliteratuur steeds meer aandacht voor deze mogelijkheid tot verandering. Het gaat dan veelal om therapieën gebaseerd op een psychodynamisch referentiekader. Deze hulpverlening kan plaatsvinden vanuit een christelijke, als ook een niet-godsdienstige levensvisie.

Wagenaar benadrukt dat genuanceerd gesproken moet worden over de mogelijkheid van verandering van een homoseksuele gerichtheid. Voorkomen moet worden dat er valse hoop wordt gewekt. In ieder geval kan aan homoseksuele christenen een andere hoop geboden worden! De hoop op Gods hulp, de hoop op steun en acceptatie van medechristenen, de hoop op vermindering van hun strijd, de hoop dat hun homoseksualiteit een minder prominente rol in hun leven kan innemen.

Interview
In het boekje is ook een aangrijpend interview opgenomen met Rob Velthoven, een alleengaande homofiel. Opgevoed en belijdenis gedaan hebbend in een gereformeerde kerk (vrijgem.), brak hij na een geforceerde verkering met God en het geloof. Hij koos voor een homoseksuele levensstijl en dook onder in de homoscene. „Alles wat maar denkbaar is op het gebied van homoseksualiteit heb ik in die periode meegemaakt. Je kunt zeggen dat ik letterlijk alles gedaan heb wat God verboden heeft”, vertelt hij. Door contacten met gemeenteleden kwam hij op een gegeven moment weer terug in de kerk. Dat bracht een radicale verandering in zijn leven. Nu geeft hij God ook niet meer de schuld dat hij homofiel is. „Het mooiste dat ik in dit leven heb, is mijn relatie met God”, zegt Rob.

Twee indringende gedichten van een anonieme schrijver en informatie over christelijke organisaties waarop homofielen een beroep kunnen doen, completeren dit waardevolle boekje, dat we graag in veler handen zien!