Boekrecensie

Titel: Pastorale zorg
Auteur: Gerben Heitink

Uitgeverij: Kok
Kampen, 1998
ISBN 90 242 9300 6
Pagina's: 298
Prijs: ƒ 59,-

Recensie door drs. L. Terlouw - 20 januari 1999

Heitink heeft stenen verzameld en weggeworpen

Tussen pastoraat
en psychologie

In de serie ”Handboek Praktische Theologie” verscheen een vierde deel. De serie is opgezet als een overzichtswerk voor de hele praktische theologie. In eerdere publicaties werd bijvoorbeeld ingegaan op het ”hoe” van het preken en de catechese. Voor de tweede maal verscheen een deel geschreven door prof. dr. G. Heitink. Deze maal over het ”hoe” van pastorale zorg.

De auteur doceerde praktische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen en is nu als hoogleraar praktische theologie verbonden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Na het deel over de geschiedenis en de theorie van de praktische theologie schreef hij thans een deel over de pastorale zorg.

De schrijver verdisconteert in het boek zijn meer dan twintig jaar bezig zijn op het terrein van het pastoraat en de veranderingen die zich hebben voorgedaan in de wereld waarbinnen het pastoraat gestalte krijgt. In al die jaren heeft hij stenen voor zijn visie op pastorale zorg verzameld, maar ook stenen weer weggeworpen. ”Pastoraat als hulpverlening”, de titel van de dissertatie van dr. G. Heitink in 1977, is in dit proces omgevormd tot ”Pastorale zorg”.

Helder
Het boek ”Pastorale zorg” kent, zoals we dat gewend zijn van de schrijver, een zeer systematische en heldere opzet. Het geeft een breed overzicht van de ontwikkelingen van het pastoraat gedurende de tweede helft van deze eeuw. In het eerste deel geeft de auteur een theologische onderbouwing van de pastorale zorg. Het tweede deel van het boek gaat in op de verschillende vormen van het pastoraat, terwijl het laatste deel aandacht schenkt aan het praktisch gereedschap voor het pastoraat.

Pastorale zorg definieert de schrijver als zorg gericht „op heel de mens” onder het aspect van diens geestelijk functioneren. In deze zorg heeft men oog voor de omstandigheden en weet men zich verbonden aan de christelijke traditie met haar joodse wortels. De zorg vindt plaats via ontmoeting, gesprek, ritueel, individueel en/of in groepen en heeft tot gevolg dat mensen iets ervaren van heling, ondersteuning, leiding en verzoening in hun leven.

Keuze
Binnen het theologische deel wordt eerst een overzicht gegeven van de diverse stromingen en ontwikkelingen binnen het pastoraat. Met het kerygmatisch pastoraat, met de nadruk op de verkondiging van Gods Woord ook in het pastoraat, zet dit boek in, zoals ook andere handboeken voor het pastoraat. Deze stroming wortelt in de Reformatie van Calvijn en is sterk beïnvloed door Karl Barth en zijn leerling Eduard Thurneysen. Onder invloed van de psychotherapie ontstond in Amerika rond 1950 meer aandacht voor het therapeutische pastoraat.

Ten slotte schenkt het boek aandacht aan het hermeneutische pastoraat, een vorm van pastoraat die wortels heeft tot het begin van de negentiende eeuw bij de theoloog Friedrich Schleiermacher. In de jaren zeventig kwam deze vorm van pastoraat opnieuw in de belangstelling te staan, omdat men vond dat mensen moesten worden opgezocht binnen de verstaanshorizon van waaruit ze Gods Woord verstaan. Nadruk valt op het interpreteren en verstaan van mensen in de huidige context. Een groot aantal auteurs van pastorale literatuur wordt aangehaald en ingedeeld in of beschouwd als verwant aan een van deze drie stromingen. Het boek heeft zo zeker een functie om te komen tot een inzicht in de achtergronden van waaruit men pastoraat bedrijft.

Tweezijdig
De voorkeur van de schrijver gaat uit naar de hermeneutische vorm van pastoraat. Hij laat zijn visie echter enigszins bijstellen vanuit het verkondigende en het therapeutische pastoraat. Nadeel van deze visie is dat het Woord niet meer kritisch kan worden geplaatst tegenover en boven deze werkelijkheid. Het theologische deel dreigt hierdoor te verworden tot een antropologisch deel.

Thurneysen, zo citeert de schrijver, is van mening dat hij vanuit het mensbeeld dat een pastor had, kon zeggen hoe er pastoraat werd bedreven. Wat het mensbeeld betreft heeft prof. G. Heitink afscheid genomen van de mens als gevallen schepsel. De vraag naar de verhouding met God, die ook in het pastoraat het belangrijkst is, verschuift daardoor naar de achtergrond. De schrijver zoekt aansluiting bij dr. H. Berkhof en dr. H. M. Kuitert om te komen tot een „antropologisch vloertje” voor het „oergeloof.”

Terecht wijst de auteur op het gevaar van het opgaan van pastoraat in uitsluitend verkondiging. In het pastoraat dienen de omstandigheden van de mens op het moment van het pastorale contact verdisconteerd te worden.

Pastoraat en psychologie
Uitgebreid komt in het boek de belangrijke verhouding tussen pastoraat en psychologie aan de orde. Het eigene van beide benaderingen wordt benadrukt. Tevens wordt gewezen op het belang van de psychologie als hulpwetenschap in het pastoraat. Een omschrijving van de belangrijkste psychologische stromingen ontbreekt niet. De doorwerking van deze stromingen binnen het pastoraat wordt geschetst. Ten aanzien van de freudiaanse en de jungiaanse richting binnen de psychologie rijst de vraag of de auteur recht doet aan hun visie op religie. Dit mede in het licht van het onderzoek van prof. dr. P. Vandermeersch naar religie bij Freud en Jung.

Geen aandacht besteedt het boek aan literatuur die binnen reformatorische kring op het terrein van pastoraat en psychologie verscheen van bijvoorbeeld dr. S. Pfeifer en vanuit Gliagg de Poort of het GPZ: literatuur met meer accent op het verkondigend aspect van het pastoraat en zeker ook aandacht voor de psychische problemen.

Praktijk
De differentiatie waarin men het pastoraat tegenkomt, wordt breed getekend. Deze differentiatie zet in bij het individu. In de pastorale ontmoeting wijst de schrijver op het belang van de drie niveaus waarop een mens communiceert: cognitief (kennis), emotioneel (gevoel) en experiënteel (geloofservaring). Daarnaast kent het pastoraat binnen de gemeente en vanuit de gemeente differentiaties. Een breed spectrum van huisbezoek tot mediapastoraat passeert de revue. Het pastoraat binnen instellingen van gezondheidszorg en Justitie krijgt hier ook een plaats.

Een onderdeel van het boek dat het lezen zeker waard is en dat ook herlezen dient te worden van tijd tot tijd, is het hoofdstuk over het pastorale gesprek. De auteur geeft diverse bruikbare aanwijzingen voor dit gesprek.

”Pastorale zorg” is vooral een boek dat van belang is voor de opleiding tot predikant/pastoraal werker. Daarnaast is het boek voor werkers in het pastorale veld om aan het einde van deze eeuw op de hoogte te zijn van de wijze waarop pastoraat bedreven wordt en vanuit welke achtergrond. Wil men geïnformeerd worden over de bruikbaarheid van de psychologie in het pastoraat en de wijze van pastorale gespreksvoering, dan biedt het boek zeker bruikbare informatie.