Boekrecensie |
Titel: Liever toch bezoek. Over sterven en rouwverwerking Auteur: ds. P. Vermaat Uitgeverij: Kok Voorhoeve Kampen ISBN 90 297 1411 5 Pagina's: 176 Prijs: 24,90
Titel: Nooit meer blij? Woorden van troost voor wie achterbleef
Titel: Je brengt me toch niet zomaar weg? Eenvoudig uitvaarthandboek
Titel: Omdat de dood niet het laatste woord heeft. Rituelen bij begraven en cremeren
Titel: Doodnormale zaken. Praktische gids voor nabestaanden
Titel: Ik heb alleen woorden. De honderd meest troostrijke gedichten over afscheid en rouw uit de Nederlandse poëzie
|
Recensie door G. de Looze - 19 januari 2000
Sporen van christelijk geloof steeds meer uitgewist
Rust en eerbied op het kerkhofJan koos zelf zijn stervensdatum. Hij ligt opgebaard onder zijn eigen dekbed. Op de muren van zijn kamer staan, omgeven door regenbogen, de woorden Goede reis. Continu klinkt Bachmuziek: de tijd waarin uniformiteit overheerste, ligt achter ons. Regelmatig vullen familieleden de uitvaart op een persoonlijke manier in. Bijbelse noties ontbreken veelal. Tussen boeken die het toejuichen dat je in alle kleurigheid of saaiheid afscheid kunt nemen, vormen die met gedachten en adviezen van
ds. P. Vermaat een verademing. Emma Luijendijk verbindt er in haar boek Omdat de dood niet het laatste woord heeft. Rituelen bij begraven en cremeren de conclusie aan dat de dood in de huidige cultuur geen bestaansrecht heeft. Toch is een kentering zichtbaar. Meer dan vroeger denken mensen na over de vormgeving van het afscheid van een geliefde. Rob van den Berg beschrijft in Doodnormale zaken. Een praktische gids voor nabestaanden vernieuwingen in de uitvaartwereld. Hij wil laten zien dat er op het gebied van de uitvaart genoeg mogelijkheden zijn. Gesprekken met vernieuwers geven gezicht aan dit boek. Zij wilden van de oude, calvinistische uitvaart af. Deze ontwikkeling is mede door aids-patiënten in gang gezet. Zij hadden de tijd zich over hun uitvaart te buigen en gaven er vaak een eigen(zinnige) invulling aan. Volgens Van den Berg kunnen tegenwoordig vrijwel alle wensen, hoe moeilijk, bizar, grotesk of intiem ook, worden vervuld.
Eigen inbreng In de besluitvorming behoort de Bijbel het hoogste woord te hebben. Dat komt niet of onvoldoende naar voren in Doodnormale zaken, Omdat de dood niet het laatste woord heeft en ook in Je brengt me toch niet zomaar weg? Eenvoudig uitvaarthandboek van freelance pastor Coby Vredenburg-Schouten. Deze uitgaven tonen welke mogelijkheden er op het gebied van de uitvaart zijn. Ze verhalen van bloemen, beschilderde kisten, de keuze van muziek, de inhoud van toespraken en het verstrooien van as op zee. Geschetst wordt onder meer hoe protestanten, rooms-katholieken of islamieten over euthanasie, begraven en cremeren denken. In Je brengt me toch niet zomaar weg staan bijvoorbeeld de standpunten van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie en die van de Nederlandse Patiëntenvereniging broederlijk naast elkaar. De keus is aan de lezer.
Grenzen Tijdens het lezen van deze en andere uitgaven wordt de steeds groter wordende kloof tussen kerk en samenleving duidelijk. Onder meer in woordkeus en tolerante houding. De huidige omgang met de dood en de uitvaart toont dat de sporen van het christelijke geloof steeds meer worden uitgewist, stelt ds. Vermaat. Het geloof dat weliswaar de bezoldiging der zonde de dood is, maar dat de genadegift van God het eeuwige leven is door Jezus Christus onze Heere (Romeinen 6:23) heeft zijn stempel gedrukt op hele generaties die er ook echt uit hebben geleefd. Waar dit geloof woont en werkzaam is, daar zal dat ook blijken vóór, tijdens en na een begrafenis. Ds. Vermaat trekt in zijn boeken wél grenzen, bezint zich bij een open Bijbel. Zo stelt hij tegenover de zienswijze dat de uitvaart een spiegel van je leven is en het beeld van de overledene moet schetsen, dat tijdens een begrafenis niet het werk van mensen, maar Gods werk centraal behoort te staan. Laat de toespraak op de begraafplaats ook geen lofspraak op de overledene zijn, waarschuwt hij. Dankbaarheid tonen voor de gaven die God ons in een mensenleven schonk, mag. Hij roept op elkaar vooral stil te zetten bij het Woord van God en bij Hem, Die komt.
Respect Christenen moeten bereid zijn rekenschap af te leggen. Veel mensen zijn immers niet op de hoogte van het bijbelse denken over deze zaken en begrijpen niet waarom anderen een besliste tegenstander van crematie zijn. Ds. Vermaat roept op tot gebed om wijsheid, opdat een toelichting van deze keuze in de rouwdragende familiekring als een oprecht en eerlijk gehoorzamen aan de Heilige Schrift respectvol kan worden opgevat. Het is zijn ervaring dat hierbij nog wel eens onnodig kwetsend wordt gehandeld, waardoor dan ook nog het verdriet van een onnodige verwijdering ontstaat. Bij de gewoonten en gebruiken rond de begrafenis lopen er eveneens scheidslijnen. Ds. Vermaat erkent dat bloemen op bepaalde momenten van het leven geschikt zijn om uiting aan gevoelens te geven. De bloemenhulde bij een sterven ervaart hij echter als een erg hulpeloos en verhullend gebaar, een spijtige ontwikkeling. Beschilderde doodskisten wijst hij af, omdat de alternatieve omgang met de dood niet in de lijn van de Bijbelse ernst en het Bijbelse uitzicht ligt.
Gewoontes Gewoontes rond een begrafenis en de beleving daarvan zijn van groot belang voor de verwerking van het sterven, weet ook ds. Vermaat. In navolging van de reformatoren signaleert hij heidense en roomse achtergronden van sommige gebruiken. Kaarsen werden bijvoorbeeld gebrand als bescherming tegen boze machten en de duivel. Luijendijk vermeldt dat het luiden van de klok bedoeld was om een overlijden aan de gemeenschap kenbaar te maken. De gedachte leefde dat de ziel tijdens het luiden biechtte. De Dordtse synode van 1578 bepleitte daarom afschaffing van dit gebruik. Wanneer dit niet lukte, moest duidelijk gemaakt worden dat klokgelui niet bedoeld was om de overledenen daarmee te behelpen, maar slechts om overlevenden op te roepen om de vergankelijkheid van het leven meer te beseffen.
Spijt Op het kerkhof moeten alle dingen met orde, eerbied en rust geschieden, vindt ds. Vermaat. Hij roept daarom op om op de begraafplaats de sprake van de dood niet te overstemmen door een reünie van oude bekenden. Ook Coby Vredenburg-Schouten stoort zich eraan dat er altijd weer mensen zijn die lopen te praten of te fluisteren. Velen laten tegenwoordig de kist boven het graf staan of laten die een heel klein stukje zakken. Het helemaal laten zakken tot op de bodem van dat diepe gat wordt als te emotioneel aangegeven, schrijft Vredenburg-Schouten. Toch ontbreekt er dan iets aan de begrafenis (...) Eigenlijk loop je dan voor de werkelijkheid weg! En niemand zal tegenspreken dat die werkelijkheid hard is. Ds. Vermaat en Emma Luijendijk benadrukken dat het voor de verwerking van het verdriet belangrijk is om niet voor dat diepe graf terug te schrikken.
Verzet Een directe, verhalende stijl en een pastorale toon kenmerken de pennenvruchten van ds. Vermaat. Eerlijk plaatst hij vraagtekens. Hij geeft onder meer aan niet te begrijpen waarom sommigen er bezwaar tegen hebben dat de kist met de overledene tijdens de rouwdienst voor in de kerk aanwezig is. Het overlijden van geliefden brengt rouw, verdriet, weet ds. Vermaat. In Liever toch bezoek besteedt hij één hoofdstuk aan verdriet en verwerking. In Nooit meer blij? Woorden van troost voor wie achterbleef gaat hij met de lezer op zoek naar bronnen van troost. Openlijk emoties tonen, mag tegenwoordig gelukkig weer. Ook de Bijbel roept op het verdriet niet weg te stoppen. Maak echter nooit de fout te denken dat waar je geen tranen ziet, daar ook wel geen echt verdriet zal zijn, waarschuwt de hervormde predikant.
Binnenbrand Ook in dit boek, zij het minder uitgebreid dan in Liever toch bezoek, gaat de predikant in op de sterfdag en de begrafenis. De christelijke gemeente heeft in zijn optiek een taak, een taak die afhankelijk van de grootte en de meelevendheid van de naaste familie verschillend is. Zonder zich op te dringen, kunnen gemeenteleden aangeven dat ze zo nodig behulpzaam willen zijn. Aandacht krijgt ook het overlijden van een kind. We kennen de woorden we-duwe, weduwnaar en wees, maar voor een vader een moeder die een kind moeten uitdragen, kennen we geen omschrijving. Daar zijn ook geen woorden voor, aldus ds. Vermaat. Ook in dit hoofdstuk doet de predikant waardevolle handreikingen.
Diepte Ds. Vermaat schrijft toegankelijk, geeft duidelijke voorbeelden en praktische raad. Regelmatig gebruikt hij een gedicht om duidelijk te maken wat hij bedoelt. Veel dichters wijdden regels aan afscheid, dood en rouw. Hans Warren en Mario Molegraaf bundelden in Ik heb alleen woorden de honderd meest troostrijke gedichten over afscheid en rouw uit de Nederlandse poëzie. De verzen van onder meer Ida Gerhardt, Guido Gezelle, Judith Herzberg, Gerrit Komrij, Leo Vroman ademen berusting of opstand, zijn zowel zwaarmoedig als luchthartig, zachtaardig als hardvochtig. Het boek kent lichte en donkere zijden, verrijkende en schokkende passages. Waar Jacqueline E. van der Waals Gods nabijheid beschrijft, bekent Jean Pierre Rawie dat hij niets dieps of zinnigs over zoiets doodgewoons als in leven blijven weet te schrijven: Maar toch, ik kan de liefde nog bedrijven en bijna alles doen wat God verbood. Hoog boven alle adviezen en oproepen in de dichtbundel om met nieuwe moed verder te leven, torent de richtingwijzer van ds. Vermaat: De Heere aanschouwt de (verborgen) moeite en het (verborgen) verdriet, opdat we het in Zijn Hand geven. Veilige Handen. Helende Handen. Wie kan er beter tranen drogen (...) dan Jezus, immers geen? Ga niet alleen door het leven!
|