Recensie door K. van der Zwaag - 27 december 1999
Nadere Reformatie breekt in classis Bommel laat door
Geloven tussen
Maas en Waal
Waarom werd het ene gebied protestant en bleef het andere gebied rooms-katholiek? In de nieuwe bundel kerkhistorische bijdragen van de Vereniging voor Nederlandse Kerkgeschiedenis (VNK), over het Gelderse rivierengebied, wordt gepoogd op deze vraag een antwoord te geven. Het boek is, evenals de vorige delen, veelzijdig opgezet en opnieuw een aanwinst in de serie van de VNK. Het elfde deel.
In het Gelders rivierengebied waren segmentaties van confessies en fragmentering door de afgesloten ligging te midden van rivieren opvallend. Het gebied was ook staatkundig geen eenheid. Het is te simpel om te zeggen dat ten noorden van de Waal de rooms-katholieken afwezig waren. Sinds 1853 zijn er zelfs enkele rooms-katholieke bolwerken ontstaan. En ook de afscheidingen bij de protestantse kerken hebben het rivierengebied niet onberoerd gelaten.
Drs. S. E. M. van Doornmalen geeft een bibliografisch hulpmiddel bij het kerkhistorisch onderzoek in het Gelders rivierengebied na 1500. Drs. Menno Potjer beschrijft de Reformatie in de Nederbetuwe (1590-1620), al zijn de bronnen volgens hem schaars. In minstens zeven dorpen gaan niet al te jonge pastoors door als predikant. De theologische kennis van sommigen is slecht, hun werk is slecht en ze lijken niet allemaal wettig gehuwd, zegt de schrijver. Toch hebben deze voormalige pastoors met al hun falen en feilen het fundament van de vaderlandse kerk in de Nederbetuwe gelegd.
Schoolmeesters
De behoefte aan predikanten moet bijzonder groot geweest zijn, getuige het feit dat er veel predikanten geaccepteerd werden met wie er iets niet in de haak was. Ook bleven veel schoolmeesters preken en dopen. Het tekort aan predikanten kwam vooral door de lage betaling van predikanten, slechte behuizing en onveiligheid (het dreigende militaire gevaar van Spanje).
Een lokale beschrijving van de Reformatie in Tiel is van de hand van dr. E. J. Th. A. M. A. Smit. In de jaren 1578 tot 1580 ging Tiel over tot de Reformatie, direct na de installering van Graaf Jan van Nassau als nieuwe stadhouder van Gelderland. De Reformatie in Tiel betekende niet een plotselinge schok, maar een geleidelijk proces, waarbij de geestelijkheid van de 'oude' religie tot haar dood rustig in bezit kon blijven van de kerkgoederen. De gereformeerden wachtten keurig totdat er in 1606 genoeg geld was vrijgekomen om een nieuwe predikant te benoemen.
Mislukt
Dr. H. ten Boom beschrijft de mislukte protestantisering van het Land van Maas en Waal. In 1690 bedroeg het totale aantal rooms-katholieken 11.000, dat van de gereformeerden ongeveer 850. Ten Boom wijst als verklaring op het late tijdstip van de invoering van de Reformatie en op het feit dat na het Concilie van Trente de Rooms-Katholieke Kerk aan kracht won en het dieptepunt in de priestervoorziening in 1600 voorbij was. Ook de ligging was gunstig: geestelijken konden gemakkelijk de zuidkant van Maas en Waal bereiken. Daarnaast zijn ook verantwoordelijk de sterke anti-protestantse en de verkapt pro-Spaanse gezindheid van de invloedrijke bewoners van de kastelen.
Een uitvoerig artikel is dat van dr. W. J. op 't Hof over Het gereformeerde piëtisme en de Nadere Reformatie in de classis Bommel tot 1660. In 1993 stelde de hervormde predikant uit Nederhemert en voorzitter van de Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR) dat geografisch opgezet onderzoek naar de Nadere Reformatie dringend geboden was. Dit onderzoeksgenre is weliswaar een jonge, maar alleszins krachtige en sterk uitgroeiende loot. Deze loot begint zelfs de eerste verschijnselen van bloei te vertonen, schrijft hij nu. Ds. Op 't Hof stelt na zijn uitvoerig exposé van plaatsen, voorgangers en geschriften (een grondigheid die we van hem gewend zijn), dat het tot de jaren vijftig van de zeventiende eeuw geduurd heeft voordat het gereformeerde piëtisme en de Nadere Reformatie in de classis Bommel doorbraken. Dus behoorlijk laat.
Joodse gemeenschap
We stippen nog de artikelen aan over de joodse gemeenschap in het Gelders rivierengebied (1800-1945), de volksmissie in de Bommelerwaard (1847-1965) en een interessante beschouwing van dr. J. Vree over Abraham Kuyper te Beesd (1863-1867), Een vingeroefening in kerkreformatie. Een hoogbegaafde predikant was die jonge Kuyper. Altijd heeft hij gelijk, nooit neemt hij eigener beweging iets terug. In Beesd werden de eerste lijnen geschetst van het kerkmodel dat later bekend zou worden als het onderscheid tussen de kerk als organisme en de kerk als instituut. In Beesd begon Kuypers strijd tegen de gevestigde orde, die sindsdien niet meer zou aflaten.Tot slot vermeld ik nog een kroniek van een richtingorganisatie in Tiel en een artikel over neogotische en neoromaanse kerken in het rivierengebied.
De artikelen zijn goed gedocumenteerd en lezen prettig. De waarde van de lokale kerkgeschiedenis is dat de kerk op deze wijze meer tot leven komt dan via de algemene beschrijvingen. Wanneer we de plaatselijke kerk primair als de gemeenschap rond het geopende Woord beschouwen en dat is toch goed gereformeerd is deze vorm van kerkhistoriebeschrijving van groot belang.
Anderzijds, een teveel van deze detailstudies lijkt me ook niet goed. Na veel van deze studies verlang ik toch weer naar meer algemene lijnen in de kerkgeschiedenis, om ook het lokale in een breder perspectief te zien en de dwarsverbindingen, bijvoorbeeld in internationaal opzicht, op het spoor te komen. Maar beide genres van kerkgeschiedenis zijn een goede aanvulling op elkaar. Ik hoop dat deze serie van de VNK voortgezet zal worden.
|