Boekrecensie |
Titel: In de greep van het ijs. Het schokkende relaas van een poolexpeditie Auteur: Edward Ellsberg Uitgeverij: Den Hertog Houten, 1999 ISBN 90 331 1413 5 Pagina's: 391 Prijs: 37,90
|
Recensie door W. G. Hulsman - 30 december 1999
Expeditie van 1879 eindigde in gevecht met de elementen
De route om de Noord vonden ze niet Kerst en gezelligheid horen voor de gemiddelde westerling bij elkaar. Soms zijn mensen echter juist blij als de feestdagen weer voorbij zijn. In 1879 is dat ook het geval bij de bemanning van het expeditieschip de Jeannette. In het Noordpoolgebied zitten zij met Kerst in de greep van het ijs. Zo luidt ook de titel van de onlangs bij Den Hertog verschenen vertaling van het boek waarin Edward Ellsberg het indrukwekkende verhaal van de Amerikaanse Arctische Expeditie 1879 beschrijft. De expeditie vertrekt in de zomer van 1879 uit de haven van het Amerikaanse San Francisco. Leider van de tocht is de ervaren kapitein George Washington De Long. Hij heeft als opdracht via het noorden een scheepvaartroute naar de Atlantische Oceaan te vinden. Volgens theorieën van die tijd zou er een open doorvaart om de Noord zijn door een warme golfstroom die vanaf Japan naar het noorden zou stromen. Een theorie die niet bleek te kloppen. Ellsberg heeft de belevenissen van De Long en de zijnen verwerkt tot een spannend avonturenboek. In de greep van het ijs is gelukkig een waarheidsgetrouw boek. De auteur baseert zijn verhaal namelijk op het uiterst nauwkeurige logboek van de kapitein: geen opgeklopt verhaal, maar een verslag van mannen die een gevecht op leven en dood leveren met de elementen. Ellsberg voert de lezer mee door de Stille Oceaan naar het noorden, richting Alaska. Drieëntwintig dagen na vertrek komt de Jeannette aan bij de Aleoeten, waar De Long voorraden inlaadt. In St. Michael nog eens 600 mijl noordelijker bunkert De Long voor het laatst. De Long vindt de nederzetting maar niets, maar weet dat ook te relativeren: Toch is het mogelijk dat wij, wanneer we ginds zijn, aan dit plaatsje met deze armoedige hutten denken als aan een paradijs op aarde, sprak hij bijna profetisch vlak voor vertrek naar de Oost-Siberische IJszee.
Chinezen Het eerste deel van de reis door de Oost-Siberische IJszee heeft de Jeannette met een lengte van 45 meter zelfs voor die tijd geen groot schip geen problemen, maar op 6 september 1879 komt het expeditievaartuig vast te zitten in het pakijs. De hoop dat het schip weer snel los zal komen, gaat echter op in de vrieskou van het arctisch gebied. Twee lange winters in het poolijs volgen. De expeditieleden 'vermaken' zich met wachtlopen, onderhoud en wetenschappelijke waarnemingen. Een enkele keer komen ze een ijsbeer op het spoor, wat zorgt voor een welkome afwisseling in tijdverdrijf en voedsel. Twee keer herleeft de hoop dat de Jeannette weer los zal komen uit het ijs. Blij zijn de mannen als ze in een geul open water terecht komen, maar korte tijd later zit het schip weer vast. Nu definitief.
Kruitvat De gezondheid van de bemanning gaat steeds verder achteruit. De voedselvoorraden slinken en met citroensap proberen ze scheurbuik te voorkomen. Later krijgt een deel van de bemanning te kampen met een loodvergiftiging. Lente 1881 ze zitten dan al anderhalf jaar vast in het ijs ontdekt de expeditie een eiland dat ze tot Jeannette-eiland dopen. Machinist Melville krijgt de leiding van een landingstocht naar het nieuwe land. Met moeite weet de groep over drijvende schotsen de Jeannette weer te bereiken. Op 12 juni 1881 verliezen de mannen hun laatste stukje houvast in de lege zee van ijs: het ijs kraakt de Jeannette. De Long zal geen route om de noord vinden. Hij weet het niet, maar de Zweedse hoogleraar Nordenskjöld slaagt er in 1878-1879 wel in om vanaf Noorwegen boven Azië langs naar de Beringstraat te komen. In 1903-1906 vaart Amundsen vanaf de Atlantische Oceaan tussen de honderden eilanden van Noord-Canada naar de Beringstraat.
Sloepen Na de barre voettocht over het ijs volgt een zeker zo zware reis over zee. De mannen verstijven door het opspattende water van de Siberische Zee. Een van de sloepen kapseist. De overige twee boten raken elkaar op 12 september 1881 kwijt. Het begin van de laatste fase in het gevecht tussen de nietige mens en de machtige elementen.
Heldendom Het taalgebruik in het boek is helder. De lezer merkt niet dat het boek een vertaling is van de Engelse editie. Voor een lezer die niet vaart, was een verklarende woordenlijst wellicht een handige aanvulling geweest. Een zin als: De Jeannette ging bijliggen over bakboordsboeg, onder zo weinig mogelijk zeil, alleen de stormfok en een paar snijzeilen dichtgereefd, zal toch voor de gemiddelde lezer geen dagelijkse kost zijn. Gelukkig komt dit soort vaktaal niet erg vaak voor. Het is jammer dat het boek slechts twee illustraties bevat, foto's ontbreken. Door de tegenslagen kwam er weinig beeldmateriaal mee terug naar de bewoonde wereld, maar het boek had aan waarde gewonnen met een paar foto's van de bemanning of de Jeannette. De Engelse uitgever voegde dat beeldmateriaal wél toe. Het is goed dat de uitgever kaartjes van het arctisch gebied heeft opgenomen met daarop de route van de Jeannette en de voet-/vaartocht van de bemanning nadat dat schip verloren is gegaan. De tweede illustratie staat echter te ver naar achteren. Het kaartje van de Jenadelta met daarop de routes van de Jeannette-bemanning volgt pas als de lezer in gedachten al een eind op weg is in de riviermonding. Het kan echter zijn dat de uitgever bewust voor deze plaats heeft gekozen om de clou van het verhaal nog even verborgen te houden, want De Long moet steeds vaker in zijn logboek schrijven dat een expeditielid stervende is. De greep van het ijs wordt op het vasteland van de Jenadelta alleen maar steviger in plaats van zwakker.
|