Recensie door W. M. Bakker - 20 oktober 1999
Een koude en natte
slaapzaal in Westerbork
Na de Kristallnacht in 1938 vlucht Werner Bloch naar Nederland. In oktober 1939 gaat hij met een vrachtwagen van Hoek van Holland naar Westerbork, waar hij kampnummer negentig krijgt toebedeeld. Wij werden in noodbarakken ondergebracht en moesten meehelpen aan de bouw van de barakken waarin we later zelf werden gehuisvest, zo citeert het nieuwste Westerbork Cahier de Joodse vluchteling.
Vluchtelingenkamp Westerbork is het zevende deel in de informatieve serie Westerbork Cahiers. Het verschijnt zestig jaar nadat het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork werd gebouwd. Vanaf oktober 1939 kwamen de eerste vluchtelingen. Duitse Joden probeerden al enkele jaren massaal naar buurlanden te vluchten. Tussen november 1938 en maart 1939 werden er alleen al formeel 10.000 toegelaten, hoewel Nederland een afhoudend beleid voerde.
Begin 1939 waren er in Nederland 25 vluchtelingenkampen. Het was in eerste instantie de bedoeling het Centraal Vluchtelingenkamp in de Veluwse gemeente Ermelo onder te brengen. Daartegen werd door de ANWB en door koningin Wilhelmina bezwaar gemaakt. De laatste schreef dat hoogstdezelve bepaald betreurt, dat de keus van een plaats voor het een vluchtelingenkamp gevallen is op een terrein, dat zóó dicht bij het zomerverblijf van Hare Majesteit gelegen is. De keus viel vervolgens op Westerbork, vlak bij het Drentse dorp Hooghalen.
Schoenmakerij
Het Comité voor Joodsche Vluchtelingen was vol goede moed: De vluchtelingen zullen ondergebracht worden in nieuw gebouwde houten barakken met centrale verwarming, uitstekende sanitaire voorzieningen en een behoorlijk comfort. (...) Er zullen uitgebreide mogelijkheden zijn om te werken, niet alleen in de opbouw van het dorp, maar ook in de land- en tuinbouw, veeteelt, kippenhouderij, etc. Bovendien is er de intentie ook een smederij, onderhoudswerkplaats, schoenmakerij enz. te openen.
Ondanks de hooggespannen verwachtingen traden de eerste gebreken al snel aan het licht: De centrale verwarming sprong regelmatig, de warmwaterleidingen waren te lang zodat het meeste water te bestemder plaatse koud aankwam, de centrale keuken was onvoldoende centraal, zodat het meeste eten koud werd opgediend. Van de beloofde onderwijs-, opleidings- en ontwikkelingsvoorzieningen was begin 1940 nog weinig terechtgekomen.
Op 10 mei 1940 bevonden zich ongeveer 700 vluchtelingen in Westerbork. Na een mislukte poging hen naar het westen te evacueren, werden zij met de hulp van opperrabbijn Levisson bij particulieren in Leeuwarden ondergebracht. Ze konden daar echter niet lang blijven en vanaf 24 mei keerden ze terug naar Westerbork, waar het regime een ander karakter kreeg dan voorheen. Vanaf juli 1942 heette het een werkkamp op militaire grondslag. Het kamp telde inmiddels zo'n 1100 bewoners.
Dommelhuis
Behalve op Westerbork richt het cahier de schijnwerper op enkele andere plaatsen waar al voor 1940 Joden werden opgevangen. Zo verbleven er in totaal 200 jonge vluchtelingen in het Dommelhuis in Eindhoven. Een deel van hen vertrok in februari 1940 naar het nieuwe kamp in Westerbork. Deze groep vormde volgens directeur Syswerda een uitzondering op de goede stemming doordat de jongeren uit Eindhoven, die zooals bekend, daar weinig of geen leiding of tucht gewend waren, eenige moeite hebben zich in het gareel te voegen.
Fred Schwarz, die aanvankelijk in Eindhoven verbleef en in juli 1940 naar Drenthe vertrok, bewaart slechte herinneringen aan het Drentse kamp. Je moet je voorstellen dat het kamp Westerbork in die tijd naar alle kanten alleen maar heide was. Het was de meest ellendige plek, ik zou bijna zeggen: in de hele wereld. Het woei altijd, in de zomer en de herfst vloog het zand overal doorheen en in de winter de sneeuw. Wij woonden in de 'vrijgezellenbarak' en daar was het vreselijk. De slaapzalen waren koud en het water droop van de zoldering af op de dekens, de wc's waren bevroren en wassen kon je je ook niet.
Overlapping
Diverse auteurs halen in dit cahier interessante aspecten uit een minder bekende episode van Westerbork voor het voetlicht. De bijdragen zijn voor een deel al elders gepubliceerd, maar nu thematisch gerangschikt. Dat leidt soms tot overlapping. Zo wordt de evacuatie van de Joden naar Leeuwarden op de bladzijden 29 tot en met 31 beschreven, waarna vanaf bladzijde 64 nog eens een apart hoofdstuk hieraan is gewijd.
De beschrijving van de veranderingen in de bewaking van het kamp op blazijde 32 en 70 vertoont eveneens overlap. En, om niet meer te noemen, op zowel pagina 50 als pagina 77 valt te lezen dat het kamp in juli 1942 onder het gezag van de SD werd geplaatst. Dergelijke herhalingen vormen, met enkele slordigheden in de tekst, het zwakke punt in dit overigens lezenswaardige cahier, dat onder meer in schoolbibliotheken goede diensten kan bewijzen.
|