Boekrecensie

Titel: Hunebedden. Monumenten van een Steentijdcultuur
Auteurs: Evert van Ginkel, Sake Jager en Wijnand van der Sanden

Uitgeverij: Uniepers
Abcoude 1999
ISBN 90 6825 202 X
Pagina's: 208
Prijs: ƒ 39,90

Recensie door L. Vogelaar - 20 oktober 1999

Raadsels rond de hunebedden

„'k Staa, als verbaast, dees' Steenmyt aan te schouwen”, riep Titia Brongersma, een Groningse vrouw, toen ze rond Pinksteren 1685 bij Borger Nederlands grootste hunebed bezocht. De verstilde steenhopen blijven boeien. Op een redelijk goede kaart staan ze als een soort druiventrosje aangegeven en halverwege een bosweg is er soms opeens een klein bordje met nog kleinere letters: hunebed.

Een beambte bij de Hongaars-Roemeense grens bestempelde mijn paspoort ooit als „een plaatjesboek voor kinderen.” Hij moest erom lachen. En in Amerika stootte de ene douanier de andere aan en gingen ze het nieuwe paspoort samen bekijken, zonder de haast te vertonen die ik hun toewenste.

Het hunebed in het paspoort is geel en lila. Het staat tussen de handtekening van de gebruiker en de illustratie van de mammoet. Wie er een vergrootglas bijhoudt, leest: „Vooral in Drenthe kan men nog tientallen hunebedden zien, ooit grafheuvels, waarin met de doden ook aardewerk werd begraven.”

„Het is geen mooie zin, en bovendien valt er ook op de inhoud nog wel het een en ander aan te merken”, schrijven de auteurs van het standaardwerk ”Hunebedden. Monumenten van een Steentijdcultuur.” Vooral in Drenthe? „Een understatement”: van de 53 hunebedden liggen er 52 in Drenthe en de 53e (De Steenbarg in het Groningse Noordlaren) 'kijkt' eropuit. Hunebedden zijn ook heel anders dan andere grafheuvels.

Decor
De 'berg' die Titia Brongersma bij Borger zag, ligt er nog steeds. Kinderen klauteren onbeschroomd omhoog (gewoon leuk), volwassenen volgen wankelend hun voorbeeld (omwille van het fotoalbum).

Hunebedden zijn Nederlands oudste monumenten. De stapels stenen zijn niet zomaar op elkaar gezet, maar wel degelijk volgens een bepaald schema opgebouwd. De aarde die ertussen zat, is verdwenen; het stenen skelet bleef over.

De hunebedden blijven tot de verbeelding spreken. Ondanks tal van onderzoeken is hun geschiedenis nog steeds wat raadselachtig. In het nieuwe boek is de beschikbare informatie op een rij gezet. Achterin is een overzicht opgenomen van alle bestaande hunebedden en –voorzover bekend– van de verdwenen exemplaren (27).

Van de verdwenen hunebedden lagen er twintig in Drenthe, vier in Groningen, twee in Overijssel en één in Friesland. Van de bestaande 'steenhopen' liggen de meeste in de vrije natuur, maar in Angelslo (gemeente Emmen) worden twee hunebedden omringd door flatgebouwen. Heden en verleden grenzen soms dicht aan elkaar.