Boekrecensie

Titel: De geschiedenis van vijftig jaar Nederlandse ontwikkelingssamenwerking 1949-1999
Redactie: J. A. Nekkers en P. A. M. Malcontent

Uitgeverij: Sdu
Den Haag, 1999
ISBN 90 12 08762 7
Pagina's: 412
Prijs: ƒ 59,50

Recensie door P. Chr. van Olst - 13 oktober 1999

Een halve eeuw hulpverlening
door de overheid

„Het Nederlandse Ontwikkelingssamenwerkings-beleid zou kunnen worden vergeleken met een mammoettanker, die ondanks alle discussies op de brug toch zijn ingezette koers volgt en slechts met grote moeite in een andere richting kan worden gestuurd.” Tot die conclusie komt prof. dr. D. A. Hellema, voorzitter van de redactieraad die zich op last van de ministers Pronk en Herfkens twee jaar lang bezighield met het „historisch-wetenschappelijke project” om een „bundel met historische beschouwingen” over vijftig jaar Nederlandse ontwikkelingssamenwerking te schrijven.

Het eerste exemplaar van de bundel werd anderhalve week geleden, tijdens het jubileumcongres over de halve eeuw ontwikkelingshulp, in ontvangst genomen door prins Claus.

De jubileumbundel is een erudiet en compleet boekwerk, dat de lezer gedetailleerd informeert over vijftig jaar hulpverlening door de Nederlandse overheid. In een slothoofdstuk worden de analyses in de verschillende bijdragen, geschreven door academici en oud-ambtenaren van Ontwikkelingssamenwerking, opgeteld en gewogen. In dat verband lanceert Hellema de prachtige vergelijking van de mammoettanker.

Voorafgaand aan de vergelijking is veel en hevig gediscussieerd. Hellema: „Het viel daarbij op dat de aan de redactieraad deelnemende oud-ambtenaren van het ministerie, die allevijf een centrale rol in de vijftigjarige geschiedenis van de ontwikkelingssamenwerking hebben gespeeld, veelal de continuïteit benadrukten. De academici die deel uitmaakten van de redactieraad neigden veeleer naar het waarnemen van de meningsverschillen en de koerswijzigingen.”

Bovendeks
Eigenlijk richtten de academici zich vooral op de „bovendekse activiteiten” op de mammoettanker Ontwikkelingssamenwerking, stelt Hellema vast. Daar stormde het nogal eens tussen de beleidsmakers, die soms fel discussieerden over noodzakelijke koerswijzigingen. Van al het bovendekse gedoe was benedendeks echter weinig te merken. De mammoettanker voer voort op zijn oude koers en liet zich moeilijk corrigeren, aldus de vergelijking, die de visie van de academici met die van de oud-ambtenaren verzoent.

De stuurman die nog de meeste invloed wist uit te oefenen op de koers van de tanker was de minister met de meeste (twaalf) dienstjaren, drs. J. P. Pronk. Geen naam in de bundel wordt vaker genoemd dan de zijne. En telkens weer blijken twee dingen: Pronk heeft ontzettend veel in gang gezet en de lijn van Pronk is en blijft, ook onder de kanjers op het gebied van ontwikkelingssamenwerking die de bundel schreven, uiterst omstreden.

Pronks inzet wordt getypeerd als „zelotisch geïnspireerd enthousiasme”, zijn denken als „interventionistische ontwikkelingsfilosofie” en zijn beleid als „neokolonialisme.” Bovendien heet hij in een kwalificatie van een van de auteurs „de minister die zijn hand overspeelde.” De kritiek richt zich voornamelijk op de invloed die Pronk voor zich opeiste in ruil voor ontwikkelingshulp.

Nieuw tijdperk
Is het wonder dat Pronk zelf de grote afwezig was tijdens het jubileumcongres van anderhalve week geleden? Bekend is dat de bewindsman, die momenteel minister van VROM is, kritiek heeft op zijn opvolgster mevrouw Herfkens, die het aantal hulplanden drastisch inperkt en daarbij selecteert op goed bestuur in het ontvangende land.

„Ontwikkelingssamenwerking lijkt op de grens van een nieuw millennium ook aan het begin van een nieuw tijdperk te zijn aanbeland”, constateert de jubileumbundel over het beleid van Herfkens. Is zij degene die de steven echt zal weten te wenden?