Boekrecensie

Titel: Met de rug tegen de muur. Israëls strijd om het bestaan
Redactie: Josh Halevy

Uitgeverij: De Groot Goudriaan
Kampen, 1999
ISBN 90 6140 610 2
Pagina's: 282
Prijs: ƒ 39,90

Recensie door P. J. Vergunst - 22 september 1999

Geen water in mijn veldfles

Uitgeverij De Groot Goudriaan heeft een stevige lijn naar Israël weten te leggen. In korte tijd verscheen het zesde boek dat met het land en de staat aan de Middellandse Zee te maken heeft, ”Met de rug tegen de muur”.

Na boeken over Israëls geheime dienst, over soldaat Zvi Brenner, de contraterreurbrigade en de operatie Entebbe nu een bundel met 35 waargebeurde oorlogsverhalen uit Israëls strijd om het bestaan. ”Met de rug tegen de muur” bevat journalistieke artikelen die eerder gepubliceerd werden in ”Bamachane”, het tijdschrift van het Israëlische leger. Dit blad vergezelt de strijders tijdens de gevechten om het voortbestaan van de natie. Josh Halevy selecteerde hieruit een fors aantal getuigenissen.

„Ik wist dat de terroristen vlakbij het huis stonden. (...) Ik had vreselijke dorst, maar er was geen water in mijn veldfles. (...) Ik was er zeker van dat ik alleen was in heel Damur, en dacht dat dit het einde zou zijn. Rondom schreeuwden de terroristen in het Arabisch allerlei dingen die ik niet begreep. (...) Ik zat in een makkelijke leunstoel, in mijn volledige uitrusting, de trekker op automatisch vuur en in mijn hoofd een heleboel gedachten: aan de ene kant over thuis, mijn moeder en hoe het haar hart zou breken als ze hoorde dat ik gesneuveld was; aan de andere kant, wat ik zou doen als ze binnenkwamen. (...) Ik probeerde mezelf de gevolgen voor te stellen: hoe zou het zijn iemand te doden? En aan de andere kant, hoe zou het zijn een dodelijk salvo te krijgen?” Dit uitvoerige citaat uit de herinnering van paratroeper Jossi Jukle, vechtend in het Libanese stadje Damur, toont dit boek op zijn best. De concentratie op de menselijke aspecten van de strijd belicht een dramatische kant van de oorlog.

Niet dat een reële weergave van de gebeurtenissen zonder militair-strategische informatie kan. Die dient in deze bundel veelal als de kapstok waaraan de persoonlijke belevenissen en emoties opgehangen worden.

Voorzienigheid
Een nadeel van de opzet is dat de lezer zich 35 keer in een nieuwe situatie moet verdiepen, om de context waarin de strijd plaatsvond helder te hebben. Op den duur heeft dit een vermoeiend effect, mede omdat de verhalen niet chronologisch opgenomen zijn maar er een ordening naar thema plaatsvond: overleven, bevelhebbers, vasthoudendheid, artsen, redding, broederschap en revalidatie. Ik zou pleiten voor een kleinere selectie, waarbij de lezer ook hoort hoe de verwerking van de oorlogsdrama's in het leven van de strijder en zijn familie verlopen is.

Het feit dat ”Met de rug tegen de muur” een vertaling uit 1988 –het jaar dat de staat Israël veertig jaar bestond– is, houdt in dat de Golfoorlog van 1991 geen plaats krijgt. In ieder geval had het meer voor de hand gelegen de bundel in 1998 te laten verschijnen.

Een meerwaarde wordt aan deze uitgave gegeven waar de band met de religieuze identiteit van het Joodse volk gelegd wordt. Uit een verslag van de Jom Kippoer-oorlog: „Opeens zag ik een jonge tankist voor me die razendsnel iets mompelde. In het vreselijke lawaai van het bombardement kon ik met moeite zijn gemompel begrijpen: „Ik richt mijn ogen naar de bergen. Waar komt mijn hulp vandaan?” Hij ging hier uren mee door, en herhaalde de zin met een enorme snelheid. Werkelijk, duizenden keren. Op een gegeven moment begon ik jaloers op hem te worden. Ik zag dat degene die gelooft in de Hemelse Voorzienigheid, het veel makkelijker heeft in zulke situaties.”