Recensie door J. C. Karels - 15 september 1999
Wakker worden na 200 jaar
Een droom biedt meer mogelijkheden dan de dagelijkse werkelijkheid. Het is een geschikt medium voor mensen met verlanglijsten en idealen. De achttiende-eeuwse patriot en satiricus Gerrit Paape heeft gedroomd van een Bataafse Republiek. Hij schreef in 1798 zijn revolutionaire droomverhaal, een boekje met een toekomstvisioen van de Bataafse Republiek zoals zij weezen kan in 1998.
Als de knecht Celanor twee eeuwen later wakker wordt, kan hij zijn ogen niet geloven. Hij ligt op een ander bed, in een andere kamer en diverse stoelen zijn verdwenen. Hij is zijn poeijerdoos en schoensmeer kwijt. De ruimte waarin Celanor ontwaakt, ziet er veel netter uit. De arme jongen kan de veranderingen niet zo snel verwerken en begint tegen zijn heer, de filosoof Balsamon, te schreeuwen dat de duivel bezig is geweest en dat ze zijn betoverd.
Hardnekkige domheid
Paape beeldt in de figuur van Celanor de stilstand, de onwil om te verbeteren en om te veranderen uit. De knecht is in 1798 gelukkig. Hij heeft geen behoefte aan nieuwigheden. Hij zoekt in de nieuwe tijd het oude: zijn drank en liefde van weleer. De boodschap van Paape luidt impliciet dat de volksverlichting, zoals die aan het eind van de achttiende eeuw gestalte heeft gekregen, een beperkte reikwijdte heeft. Veel mensen blijven wegens hardnekkige domheid en onwil verstoken van de heilzame invloeden van verlichting.
Anders ligt het met Balsamon, de nieuwsgierige wijsgeer van 1798, die zich twee eeuwen later gewillig laat rondleiden door Lijsidor, een grijze wijze uit 1998 die de nieuwe Republiek toelicht. Het grootste deel van Paapes visioen bevat gesprekken van deze twee personages.
Geluk als bindmiddel
Maatschappelijk geluk is het wachtwoord en bindmiddel in de Republiek van 1998. Balsamon heeft in de nacht voor de wonderbaarlijke tijdreis een breedvoerig verhaal geschreven over de gemakkelijke wijze om de menschen, in Maatschappijen leevende, gelukkig te maaken. Geluk betekent voor een verlicht patriot als Paape een goede constitutie, een behoorlijke wetgeving en een passende uitvoering; verder onderwijskundige en sociale vernieuwingen. In de Republiek van 1998 worden talentvolle jongeren voorbereid op de taak van volksvertegenwoordiger. De maatschappij van 1998 heeft een oplossing voor het probleem van de lediggang. De staat adopteert hulplooze en verloorengaande kinderen. Echt ondeugende figuren worden ingeschakeld bij ontginning of de toegang tot het land ontzegt. In de nieuwe staat is de vrouw geëmancipeerd. De vrouwelijke jeugd gaat naar school om opgeleid te worden tot deugdzaame, verstandige en huishoudkundige jonge Dochters. Die dochters zullen nadien zelve nuttige Burgeressen zijnde, aan de Bataafsche republiek nuttige Burgers bezorgen.
Geestig criticus
Wie probeert de droomwereld van Paape met de maatschappij van nu te vergelijken, doet het genre geen recht. Zinvoller is het zijn verhaal te plaatsen in zijn eigen tijd, de wereld van 1797 en 1798, toen de Bataafse Republiek ontstond. Paape laat zich binnen deze context kennen als een geestig criticus die als verlicht man in de maakbaarheid van een gelukkige samenleving gelooft. Zijn optimisme is echter getemperd. Hij verliest niet uit het oog dat er mensen en dieren zijn van wie de armen tekort zijn om tot de hemel te reiken.
In de heruitgave van De Bataafsche Republiek zijn ouderwetse woorden in noten toegelicht. Informatie en achtergronden over Gerrit Paape vindt men in het nawoord.
|