Boekrecensie

Titel: Ommen op de drempel van de moderne tijd. Beelden uit de jaren 1890-1950
Auteur: Ingrid Wormgoor

Uitgeverij: Stichting IJsselacademie
Kampen, 1998
ISBN 90-6697-097-9
Pagina's: 239
Prijs: ƒ 44,95

Recensie door W. L. van der Staaij - 1 september 1999

Ommen hield moderne tijd lang buiten de deur

Stad van rust en ruimte

Met de groei van de steden omstreeks 1900 gingen de Nederlanders het leven op het platteland waarderen. De vele bossen en overig natuurschoon rond Ommen hield de inwoners op een afstand van het leven in de moderne tijd. Toch groeide het rustige provinciestadje in de loop der jaren uit tot een moderne plattelandsgemeente.

Ter gelegenheid van het feit dat Ommen 750 jaar geleden stadsrechten kreeg, verscheen vorig jaar een historisch boekwerk van Ingrid Wormgoor over de geschiedenis van het stadje aan de Vecht tussen 1890 en 1950. Een periode waarin de ontwikkelingen zich in snel tempo voltrokken. Het was ook het tijdvak waarin burgermeester Nering Bögel zijn stempel op de gemeente zette door meer dan 36 jaar over het Overijsselse plaatsje het bewind te voeren.

Ondanks dat Ommen al in 1248 stadsrechten kreeg, behield het stadje zijn landelijke karakter. Alleen in Deventer, Kampen en Zwolle waren de handel en de nijverheid van noemenswaardige betekenis. Doordat Ommen een strategische ligging had, verleende de bisschop het stadsrechten om zo een versterking te hebben tegen de opstandige Drenten. In de loop van de negentiende eeuw kwam de verstedelijking met alle gevolgen van dien aarzelend op gang en veranderde ook het leven in Ommen.

Crisis
Met de aanleg van weg-, water- en spoorverbindingen kwam de weg voor de ontwikkeling van handel en nijverheid vrij. De komst van de diligence, de stoomtram en de autobus liet de Hanzestad dan ook niet onberoerd. De industrialisering kwam echter moeizaam en in de landbouwgemeenschap laat op gang. Door de crisis in de agrarische sector moest het gemeentebestuur de uitbreiding van de werkgelegenheid wel buiten de landbouw zoeken.

De sturende hand van de overheid werd op steeds meer terreinen zichtbaar. Niet alleen in de gezondheidszorg, ook in de armenzorg en het onderwijs waren de veranderingen van dien aard dat burgermeester en wethouders moesten ingrijpen. De invloed van burgervader Nering Bögel was groot. Niet alleen op economisch terrein, ook ten aanzien van normen en waarden nam hij veelal het initiatief om iets aan de kaak te stellen. Zo schreef hij in 1948 aan de minister van Binnenlandse Zaken een brief waarin hij zijn zorg uitsprak over de kleding van toeristen: „Het heeft mijn aandacht getrokken dat de kleding waarin des zomers de vreemdelingen zich vertonen zeer zeker onwelvoeglijk kan worden genoemd.”

Thematisch
Ingrid Wormgoor is er met haar boek zeker in geslaagd een beeld te schetsen van het karakter van Ommen in de jaren 1890-1950. Wel is het door de thematische opzet en de zakelijke manier van schrijven wat minder makkelijk leesbaar, mede omdat de persoonlijke verhalen en ervaringen van Ommenaren achterwege blijven. Als historisch naslagwerk biedt het echter een goed en gedetailleerd overzicht van een samenleving waarin herindeling, bezuinigingen en het openbaar vervoer al tot talrijke discussies leidde.