Boekrecensie |
Titel: Reformasi, een verslag in brieven over de eerste honderd dagen van Habibie Auteur: Jacob Vredenbregt Uitgeverij: De Prom Baarn, 1999 ISBN 90 6801 633 4 Pagina's: 192 Prijs: 29,90
|
Recensie door Joke Verweerd 1 september 1999
Verslag in brieven
Dat de reformasi in Indonesië voorlopig nog lang niet het beoogde herstel oplevert, wordt door de internationale media breed uitgemeten. De grote lijnen zijn wel duidelijk, maar hoe het is om te midden van zo'n omwenteling overeind te blijven, is te lezen in het boek van de hoogleraar antropologie en recht Jacob Vredenbregt. Hij woont sinds 1968 in Indonesië. De auteur begint zijn boek met observaties vanuit zijn auto in Jakarta, het straatbeeld, de veranderingen, de invloed van de economische crisis, de benzineprijzen, de bedelpraktijken. Net als de lezer denkt zich de voorstelling te kunnen maken, worden de microgebeurtenissen macro. Het is mei 1998: de studentenwereld komt in opstand en de roep om democratie lijkt niet meer te stoppen. Er wordt gepoogd een reëel verslag te doen, maar de waarheid van de ene dag blijkt de volgende dag een leugen. Wie zijn de brandstichters en plunderaars? De studenten? Of organiseert het leger de vernielingen en zweept men zodoende de bevolking op tot ongekende wraakacties en vergeldingen? De ondoorzichtigheid van een beleid waarin de mensen niet zelf mogen denken en meedenken, geeft, als de opstand uitbreekt, totale chaos. Men weet niet meer wie vriend of vijand is. Als een regering de individuele rechten van een mens inperkt of wegneemt, ontneemt men de mens tevens het plichtsgevoel. En zodoende verwordt een volk en krijgt het kwaad alle kansen. Corruptie, collusie en nepotisme, de drie hoofdzonden van het Suharto-regime, je komt het tegen op alle niveaus, ook de gewone man struikelt erover. Wie op zoek is naar achtergronden van en betrokkenheid met Indonesië in reformasi, heeft veel aan het boek van Vredenbregt. Ik zou het echter niet, zoals de uitgever doet, een roman willen noemen. Het is een document, een verslag door de ogen van een bewogen mens, maar wel een mens die ertegenaan kijkt, die vanachter glas zijn observaties doet. Misschien komt dat vooral naar voren in de dialogen tussen de auteur en zijn chauffeur. De eerste praat erover, de chauffeur er vanuit. En daarin komen de verschillen van cultuur en traditie, maar ook van instelling en motivatie, soms verrassend maar vaak ook schrijnend aan de oppervlakte. Het blijft voorlopig, zelfs na de in juni 1999 gehouden verkiezingen, nog een open vraag of de reformasi in Indonesië een democratische regering oplevert. Misstanden zijn eerder ingevoerd dan opgeheven en rechtgetrokken, daar weet dit mooie land al jaren, decennia en eeuwen van mee te praten.
|