Boekrecensie

Titel: De moed hebben tot zichzelf, Etty Hillesum als inspiratiebron bij levensvragen
Auteurs: T. Jorna, D. da Costa en M. ten Holt

Uitgeverij: Kwadraat
Utrecht, 1999
ISBN 90 6481 313 2
Pagina's: 230
Prijs: ƒ 34,50

Recensie door G. G. A. Dorst-Koeman - 14 juli 1999

Zingeving in het
werk van Etty Hillesum

Etty Hillesum was een Joodse vrouw, die in de Tweede Wereldoorlog omgekomen is. Ze wist zelf dat ze weinig kans had deze oorlog te overleven. Dat betreurde ze, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de mensen om haar heen. Want juist in de oorlog deed ze veel levenswijsheid op, die ze graag aan anderen door wilde geven. In de jaren tachtig kwam er belangstelling voor haar dagboeken en brieven. Verschillende uitgaven rond haar werk verschenen. ”De moed hebben tot zichzelf” is er een van.

”De moed hebben tot zichzelf” bestaat naast een inleiding (hoofdstuk 1) uit nog vier hoofdstukken. Hoofdstuk 2 vertelt over de manier waarop Etty Hillesum haar leven in oorlogstijd inhoud probeerde te geven. Ze leefde bewust in die tijd, verontwaardigd over de praktijk van het antisemitisme. Tegelijkertijd aanvaardde ze rustig haar lot.

Hoofdstuk 3 gaat in op de betekenis van het dagboekschrijven voor Etty Hillesum. Zij besteedde hieraan in de laatste paar jaar van haar leven veel tijd. De auteur bekijkt in dit hoofdstuk de vraag hoe belangrijk dit schrijven was voor de ontdekking van zichzelf en de zin van haar bestaan, evenals de vraag waar het haar uiteindelijk bracht. Tevens wordt de zin van dagboekschrijven in het algemeen bekeken.

In hoofdstuk 4 wordt het innerlijk ontwikkelingsproces van Etty Hillesum belicht zoals dat in haar dagboeken en brieven naar voren komt. Vanaf het begin van haar schrijven heeft Etty Hillesum een verlangen naar eenvoudig worden.

In het laatste hoofdstuk wordt ingegaan op het feit dat Hillesums innerlijke ontwikkeling ook gestimuleerd wordt door een ander, en wel door haar vriend en therapeut Julius Spier. Het werk van Hillesum maakt duidelijk hoe goed het kan zijn te rade te gaan bij zichzelf en bij een geestelijk raadspersoon. Zo ontstaat de mogelijkheid om zelf weer raadspersoon te zijn voor anderen. Want dat laten de dagboekaantekeningen volgens de auteur van dit hoofdstuk zien: het gaat om de wijze waar Etty Hillesum antwoorden vindt op levensvragen en hoe zij de gemeenschap wil dienen.

Levensvragen
Volgens de auteurs vullen de uitgaven van de werken van Etty Hillesum het vacuüm van de moderne mens. Al leven West-Europeanen rond het jaar 2000 in betere materiële omstandigheden dan de mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog, hun geestelijke armoede is alleen maar groter geworden. Daarom bestaat er behoefte aan nieuwe manieren om met zinvragen om te gaan. Door het wegvallen van de invloed van belangrijke instituties zoals de kerk, die zinvragen voor de hele bevolking beantwoordden, is er sprake van een levensbeschouwelijke leegte. Dit betekent tegelijkertijd dat mensen hun eigen weg kunnen gaan en zich kunnen laten voeden door bronnen die hen aanspreken.

Een voorbeeld van zo'n bron is, volgens de auteurs, Etty Hillesum. Daarom gaven ze dit boekje ook als ondertitel: Etty Hillesum als inspiratiebron bij levensvragen. Hillesum heeft bewust de zinvragen onder ogen gezien en heeft een antwoord gevonden om anderen te helpen. Het antwoord vond zij in zichzelf, in de god in zichzelf.

Dit antwoord zal de moderne mens aanspreken. Alleen, hij vergeet dat het antwoord op levensvragen nooit te vinden is in een mens, hoeveel je ook van de levenswijsheid van een ander kunt leren. Het uiteindelijke antwoord op de zinvraag ligt in het beantwoorden aan de bedoeling van de Schepper. De Bijbel is daarom bij uitstek de bron om antwoord op deze vraag te vinden en zin en richting te geven aan het leven van iedere dag. Ook voor het leven in het lijden. Daarom is Hillesum maar een 'arme' helpster, die mensen op een dwaalweg brengt, bij God vandaan.