Boekrecensie

Titel: Heilige oorlog. De kruistochten en de wereld van vandaag
Auteur: Karen Armstrong

Uitgeverij: Anthos
Amsterdam, 1999
ISBN 90 414 0327 2
Pagina's: 663
Prijs: ƒ 69,50

Recensie door drs. R. Toes - 9 juni 1999

Karen Armstrong ziet kruistocht als verklaring conflict Midden-Oosten

Gedreven om de islam te verdedigen

De joodse schrijfster en ex-non Karen Armstrong houdt van dikke boeken. De vertaling van ”Heilige oorlog. De kruistochten en de wereld van vandaag” telt niet minder dan 663 bladzijden. Hoewel de thematiek van het boek intrigerend is, brengt de publicatie de lezer niet veel verder. Armstrong redeneert onhistorisch en lijkt vooral de islam in verdediging te nemen.

Wie geschiedenis opvat als voorgeschiedenis tot de eigen tijd, bezondigt zich aan onhistorisch denken. Dit is zo'n beetje regel één die aankomende historici in hun opleidingstijd ingeprent krijgen. Het kan niet zo zijn dat geschiedenis bij uitsluiting gehanteerd wordt als onuitputbare bron van recepten of lessen met het oog op actuele kwesties en ze slechts interessant is voorzover er de hedendaagse problematiek in terug te vinden is. Zo gruwt een rechtgeaard historicus van geschiedschrijving die bijvoorbeeld het vrouwenvraagstuk onbekommerd terugprojecteert op de Middeleeuwen of vroeg-middeleeuwse pendanten vindt voor de moderne klassentegenstellingen.

Ik kan me niet onttrekken aan de gedachte dat Karen Armstrong in haar boek ”Heilige oorlog” over de relatie tussen de kruistochten en de wereld van vandaag een forse poging doet om bovenstaande zonde uit te leven. Nu dekt ze zich in de inleiding al in door te roepen dat ze geen historicus van beroep is. Nee, ze is vooral geschoold in theologie en literatuur. En dat is te merken. Ze is in staat een vuistdik boek te schrijven, waarin theologische bespiegelingen niet onbreken.

Dik
Een enkele keer bekroop me de ondeugende gedachte dat het hier vooral een oefening betrof in het schrijven van een zo dik mogelijk boek. Ze gaat bijvoorbeeld zo gedetailleerd in op de diverse kruistochten, dat de lijn naar haar thematiek soms volstrekt zoek is. Uiteindelijk pretendeert ze vooral de geschiedenis te hanteren om actuele gebeurtenissen in het Midden-Oosten, de strijd tussen de drie monotheïstsche godsdiensten, het antisemitisme enzovoort vanuit het kruisvaardersverleden te verklaren.

Zo stelt ze dat „Hitlers poging om het joodse volk te vernietigen, stoelde op allerlei verdrongen kruisvaardermythen.” Deze zin is een proeve van de soms irritant onhistorische manier waarmee ze haar stelling probeert te verdedigen. Daarbij lijkt ze vooral de islam in verdediging te willen nemen.

Nu is het is altijd goed het eigen westerse, (post)christelijke standpunt aan een kritisch onderzoek te onderwerpen, het zeil eens de andere kant op te hangen. Bij het lezen van het boek van Armstrong kreeg ik in toenemende mate het idee dat de boot het niet zou houden. In dit werk wordt op een niet altijd evenwichtige, onhistorische en sterk psychologiserende wijze het kruisvaardersideaal en de jihad naar onze tijd toe getransponeerd.

Psychologisch schema
Om eens met dat laatste punt te beginnen: het woord ”verdrongen” in bovenstaande zin, waarin de relatie tussen Hitlers ”Endlösung” en de kruisvaardersmythen wordt verondersteld, heeft een duidelijk freudiaanse connotatie. Nu kan psychologie heel handig zijn om zaken in het intermenselijk verkeer te verklaren. Ik heb echter moeite met het gebruik van psychologie als schema voor grote historische gebeurtenissen. Al heel snel bergt dit het gevaar van versimpeling en inlegkunde in zich.

Om de agressiviteit van de kruisvaarders te verklaren, hanteert Armstrong het schema van de psycholoog Jung. Ze constateert in alledrie de godsdiensten een patroon van heilige oorlog en geweld. Dit patroon komt terug met de regelmaat van een archetype van Jung. „Meer dan duizend jaar hadden de Europese christenen geprobeerd die neiging tot geweld te onderdrukken en het christendom een godsdienst van vrede en liefde te laten blijven, maar toen paus Urbanus tot de kruistocht opriep, slaakten ze een zucht van verlichting en vielen ze ogenblikkelijk terug op het patroon van de heilige oorlog.”

Dit is me een beetje te kort door de bocht. Hier wordt op z'n minst de suggestie gewekt dat christenen al duizend jaar staan te trappelen van ongeduld om er eens stevig op los te slaan. En eindelijk, nu krijgen ze de kans... Het lijkt een wetmatigheid. Volstrekt ongeloofwaardig, naar mijn oordeel.

Nu die onevenwichtigheid. Ik gaf al aan dat het op z'n minst opmerkelijk is dat ze de islam in bescherming neemt. Natuurlijk, stelt Armstrong, het idee van een heilige oorlog wordt bij alledrie de monotheïstische godsdiensten gevonden. Dit is inherent aan het monotheïsme: als er slechts één god is, kan er ook slechts één oplossing voor de wereld zijn. Nu weet ik wel dat het hele kruisvaardersideaal ten zeerste genuanceerd en gerelativeerd moet worden. Het ging veelal meer om andere zaken dan religieuze. Terecht stelt Armstrong dat het begrip kruistocht een veel te positieve klank gekregen heeft. Is er bijvoorbeeld ook niet een kruistocht tegen drugs, tegen kinderprostitutie?

Arafat verdedigd
Maar het is haar een gruwel dat in het Westen gesproken wordt over de islam als over „de godsdienst van het zwaard.” Nu is het zo dat er in het Westen een verwrongen beeld bestaat van fundamentalistische islamieten, die met een gordel bommen zich in de eerste de beste bus laten exploderen om het openbare leven te ontwrichten en aandacht te vragen voor allerlei dubieuze idealen. Dat is een karikatuur. In bloeddorstigheid zullen christenen en islamieten elkaar naar de kroon steken, zullen we maar zeggen.

In de leer van de islam vindt Armstrong echter voldoende aanknopingspunten om het beeld van „de godsdienst met het zwaard” bij te stellen: moslims zijn verplicht joden en christenen te respecteren; bij de islam is er geen sprake van hiërarchie zoals bij christenen. Ze werpt zelfs, als taalkundige, een etymologisch argument op tafel: islam komt van vrede! En zo gaat ze nog een tijdje door: de jihad berust niet op atavistische bloeddorstigheid, Arafat wordt stevig in verdediging genomen.

Verder is de islam niet zo antiseksueel als het christendom. Een goede Saladin kunnen we afzetten tegen een slechte, mensenvleesetende koning Richard Leeuwenhart. Zelfs voor het islamitische fundamentalisme moeten we begrip opbrengen. Sommige van onze bezwaren acht Armstrong wel terecht, maar tegelijkertijd moeten we ons ervan bewust zijn welk een positieve kracht de islam gaf aan de Arabische wereld. Ze bracht de Arabische wereld zelfbewustzijn, de mogelijkheid zich te positioneren.

Vrouw
En dan de vrouw. Boeken als Betty Mahmoody's ”In een sluier gevangen” (1992) geven ons een beeld van een zeer vrouwonvriendelijke samenleving onder islamitische mores. Ook deze stelling vecht Armstrong aan, weliswaar met de kanttekening dat voor alle godsdiensten geldt dat ze niet veel goeds betekenden voor de vrouw. De besnijdenis van meisjes, de zogenaamde clitoridectonomie, heeft geen islamitische oorsprong maar is een typisch heidens Afrikaans gebruik. De vrouwen van Mohammmed waren veel machtiger dan veelal beweerd wordt.

Haast even aandoenlijk als ongeloofwaardig verklaart ze de strikte scheiding tussen mannen en vrouwen in de huidige Egyptische samenleving. Dit heeft te maken met seksuele frustratie onder jongeren: jonge Egyptenaren konden het zich niet veroorloven om op jonge leeftijd te trouwen. Als je dan op elkaar gepropt zit op een stoel tijdens de colleges of tegen elkaar aangeklemd zit in de bus, vraag je om moeilijkheden. „Vrouwen werden lastiggevallen door wanhopige jonge mannen die deze verleidelijke vermenging niet konden verdragen. In deze buitengewoon moeilijke omstandigheden klonk de boodschap van de islamitische scheiding van mannen en vrouwen veel van deze gespannen jonge mensen als muziek in de oren”. De chador als bevrijding...

Saladin of Sadat
Het boek staat bol van anachronistische parallellen. Het is een kleinigheid om hiervan een scala aan voorbeelden ten tonele te voeren. Zo lijken Saladin en Sadat opvallend veel op elkaar: „Toen Nasser in 1970 onverwachts stierf, nam vice-president Sadat automatisch het roer over totdat er een nieuwe president was gekozen, en veel mensen veronderstelden dat hij alleen maar een zaakwaarnemer was. Op ongeveer dezelfde manier had niemand er veel waarde aan gehecht dat Saladin vizier van Egypte werd.”

Sadat won de presidentsverkiezingen door zich als opvolger van Nasser te presenteren; Saladin had zich gepresenteerd als opvolger van Noer ad-Din. Wat moet je met dergelijke parallellen? In een roman zou Sadat best de nieuwe Saladin genoemd mogen worden. In een geschiedschrijving à la Armstrong doe ik daar niets mee, sterker nog: het is een ontoelaatbare schematisering van de geschiedenis, die alleen tot doel heeft een eigen vondst in de geschiedenis verklaard te krijgen.

De stichting van de staat Israël is volgens Armstrong van intens negatieve invloed geweest op de Arabieren: „In de Arabische wereld heeft deze koloniale vernedering voor de Arabieren proporties aangenomen die te vergelijken is met de betekenis van de holocaust voor het spirituele leven van Israël.”

Naar mijn oordeel weer een ongewenste parallel, die ook met een vervolgopmerking dat ze „objectief gezien niet gelijkwaardig zijn” niet is te verdedigen. En zo zijn er vele discutabele parallellen aan toe te voegen.

Theoloog
Hoewel de thematiek van dit boek mij intrigeert, kan ik helaas niet zeggen dat ik met deze publicatie veel verder gekomen ben. Wel vind ik het opvallend dat de auteur in de epiloog van haar werk tot een uitstekende conclusie komt als het gaat over de oplossing van de problematiek rond de staat Israël. Daar stelt ze –en ze schrijft dit al in 1988– dat het probleem niet valt op te lossen door gewone territoriale overeenkomsten. Terecht schrijft ze dat er te veel diepreligieuze emoties een rol spelen om een eenvoudig middel als territoriale concessies effectief te doen zijn.

De theoloog in Armstrong komt in de laatste alinea nog even naar boven. Daarin stelt ze dat alledrie de partijen in de strijd een andere houding moeten aannemen, met een nieuw hart en een nieuwe geest. Een behartigenswaardig slot, hoewel over de interpretatie waarschijnlijk verschil van mening zal bestaan.