Boekrecensie

Titel: De stenen van de rivier
Auteur: Ursula Hegi

Uitgeverij: Archipel
Amsterdam, 1999
ISBN 90 295 2154 6
Pagina's: 550
Prijs: ƒ 49,90

Recensie door Beatrice Jansen-de Graaf - 26 mei 1999

Hegi wil nagaan hoe Duitsland zo diep kon vallen

De kroniekschrijver van Burgdorf

In ”De stenen van de rivier” geeft Ursula Hegi aandacht aan het absurde in de levens van voor het oog normale mensen. Het tijdvak waarin ze dit verhaal plaatst, verplicht haar tot meer dan alleen ”human interest stories”. De kleine absurditeiten krijgen een sinistere ondertoon als we ze zien tegen de achtergrond van het opkomend nationaal-socialisme.

De achterflap van Ursula Hegi's roman ”De stenen van de rivier” belooft veel. Er worden enkele uitbundige citaten uit gerenommeerde internationale dagbladen aangehaald. Blijkbaar won de in Duitsland geboren en sinds 1964 in Amerika levende schrijfster Hegi zelfs de prestigieuze Governor's Writers' Award. Wanneer ik haar naam op Internet intik, vind ik inderdaad 748 verwijzingen. Wat blijkt, haar boek is door de bekende en beruchte talkshowmaster Oprah Winfrey aangeraden. Dat betekent dat de roman in Amerika –het land waar talkshows voor grote delen van de bevolking het maatschappelijke leven bepalen– in een oplage van 800.000 over de toonbank is gevlogen. Ik moet bekennen dat ik daardoor juist heel sceptisch ten aanzien van Hegi's roman werd. Maar na een paar regels was ik volledig geboeid door het verhaal.

Vreemde trekjes
Hegi neemt de lezer mee naar het vooroorlogse plattelandsstadje Burgdorf, exemplarisch voor veel andere Duitse stadjes en dorpen in de jaren twintig en dertig. De hoofdpersoon Trudi, geboren in 1915, treedt op als de chroniqueur van Burgdorf en haar bewoners. Vanaf de Eerste Wereldoorlog tot en met de vroege jaren vijftig krijgen we via Trudi alle persoonlijke en familiegeschiedenissen te horen die zich in Burgdorf afspeelden. Wat de roman echter boven een gewone streekroman uittilt, is de focus op het anders zijn, op de vreemde trekjes in het leven van de beschreven personen.

Om te beginnen is Trudi anders: „Zij droeg haar diepste geheim aan de buitenkant.” Trudi is een dwergvrouw. Hoe ze ook bad, smeekte en haar lichaam pijnigde, ze groeide slechts in de breedte en niet in de lengte. Niet alleen Trudi zelf fascineert door de intieme beschrijving van haar lijden en gebreken, die Hegi ons geeft. Ook Trudi's moeder en vader, de vrienden en kennissen met wie ze omgaat, blijken allen een min of meer verborgen anders zijn met zich mee te dragen.

Trudi's moeder was haar man ontrouw en werd door haar schuldgevoel de waanzinnigheid in gedreven. Haar beste vriend Georg gaat gekleed als een meisje door het leven, omdat zijn moeder een hekel heeft aan mannen. Trudi weet door haar mensenkennis en verstand feilloos deze zwakke plekken in anderen te achterhalen. Als plaatselijke bibliothecaresse is zij een centraal aanlooppunt in het dorp. Mensen komen naar haar toe voor verhalen en een gewillig oor. Zij luistert geduldig en verzamelt alle verborgen gehouden zwakheden en roddels. De vele bekentenissen rijpen in haar hoofd, totdat ze er een mooi verhaal van heeft gemaakt dat ze zelf weer verder kan vertellen.

Ondertoon
Natuurlijk zit er een bedoeling achter de aandacht die Hegi in haar boek aan het absurde in de levens van voor het oog normale mensen geeft. Het tijdvak waarin Hegi haar verhaal plaatst, verplicht haar tot meer dan alleen ”human interest stories”. De kleine absurditeiten krijgen een sinistere ondertoon als we ze zien tegen de achtergrond van het opkomende nationaal-socialisme. De kunstgreep om van Trudi een dwerg te maken, versterkt de groteskheid van de nazi's en hun ideeën, die ook in Burgdorf hun ingang vinden. Haarfijn laat Hegi zien hoe in Burgdorf –als allegorie voor heel nazi-Duitsland– traditionele waarden, familiezin, orthodox katholicisme langzamerhand geperverteerd werden en in dienst kwamen van het nationaal-socialistische gedachtengoed.

Hoe kon een beschaafd en ontwikkeld land als Duitsland ooit zo diep vallen? Hegi heeft geprobeerd hier een antwoord op te geven. Met behulp van Trudi als insider beschrijft zij de afschuwelijke verwording van de op het eerste gezicht vriendelijke, gelovige bevolking van een heel gewoon Duits stadje.

Wat mij echter stoorde –hoewel ik het boek in één ruk uitlas– is dat Hegi niets nieuws vertelt. Haar op het oog briljante idee om een dwergvrouw de nazi-geschiedenis te laten vertellen, is al eerder gebruikt. Günter Grass schreef in 1959 reeds zijn surrealistische, bij vlagen nachtmerrieachtige roman ”Der Blechtrommel”, waarin hij de akelige dwerg Oskar Matzerath in het Dantzig van de jaren dertig ten tonele voert. Met zijn zwarte humor is ”Der Blechtrommel” het perfecte negatief van Hegi's soms wat triviale positief. Trudi is veel te verstandig, te beleefd en produceert veel te veel inzicht achteraf. De mening van de schrijfster en die van Trudi lijken in elkaar over te vloeien. De Oskar van Grass daarentegen is werkelijk knettergek en spiegelt met zijn destructieve, agressieve gedrag een veel scherper en gruwelijker beeld van de nazi-tijd. Het is jammer dat Hegi met de keuze van haar thema en hoofdpersoon de vergelijking met Grass zo onvermijdelijk naar zich heeft toe getrokken, want daardoor blijkt des te duidelijker dat zij het literaire vuurwerk van Grass en zijn inventiviteit niet kan evenaren.

Beloofde land
”De stenen van de rivier” deed mij echter aan nog een verhaal denken. De titel van de roman slaat op de stenen uit de rivier de Rijn die Trudi verzamelde. Steeds als zich een ingrijpende gebeurtenis in haar leven voordeed, pakte ze een steen. Als therapie voor haar eigen gekrenkte leven zette ze zich bij tijd en wijle aan de oever van de Rijn en bouwde van de stenen een soort gedenkteken. Daarmee probeerde ze met zichzelf in het reine te komen en haar nare herinneringen van zich af te zetten.

In hoofdstuk 4 van het bijbelboek Jozua komt ook zo'n gedenkteken aan de oever van een rivier voor. Wanneer het volk Israël onder leiding van Jozua de Jordaan droogvoets oversteekt en het beloofde land binnentrekt, beveelt Jozua dat er twaalf stenen uit de rivier meegenomen moeten worden. Deze stenen worden als gedenktekens opgericht om de kinderen van Israël te herinneren aan het wonder van de doortocht door de Jordaan. Waar Trudi's stenen slechts verwijzen naar een persoonlijke geschiedenis, stijgt het verhaal in Jozua daar ver boven uit. Hegi laat de lezers achter met onoplosbare vragen over het lijden en het kwaad in de wereld. De stenen uit Jozua 4 geven meer houvast, zij tonen Gods hand in de geschiedenis aan.