Boekrecensie

Titel: Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme na 1800, deel 7
Auteur: A. J. Lever e.a.

Uitgeverij: Meinema
Zoetermeer, 1999
ISBN 90 211 37453
Pagina's: 239
Prijs: ƒ 39,90

Recensie door dr. C. S. L. Janse - 28 april 1999

Veelal was het patroon: opgaan, blinken en verzinken

Historie van de christelijke pers

De laatste anderhalve eeuw is in protestants-christelijke kring een groot aantal kranten en tijdschriften opgericht. Bladen van zeer uiteenlopende signatuur en oplage. Vele zijn al lang verdwenen en vergeten. Andere (zoals Wending en De Spiegel) zijn ook wel verdwenen, maar zijn nog steeds een begrip.

Het jongste ”Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme na 1800”, dat afgelopen maandag op de VU gepresenteerd werd, besteedt aandacht aan enkele van deze bladen en ook aan redacteuren die aan deze protestantse periodieke pers verbonden waren.

Zo schrijft A. J. Lever over zijn overgrootvader Pieter Brouwer (1868-1926). Aanvankelijk was hij onderwijzer en schreef hij voor ”De Drie Provinciën”, een christelijk weekblad dat uitgegeven werd in Gorinchem. Later stapte hij helemaal over naar de journalistiek om te eindigen als hoofdredacteur van het nog steeds bestaande Friesch Dagblad.

Ongemeen gezegend
Met hem verkeren we heel duidelijk in de vroegere neogereformeerde en antirevolutionaire wereld. Bij Kuypers overlijden schrijft Brouwer een uitvoerig lovend artikel waarin hij eindigt met de verwachting: „God die een Kuyper verwekte, bekrachtigde en zijn werk ongemeen gezegend heeft; die God zal voor zijn eigene zaak zorgen!”

Evenzo publiceerde hij in de jaren twintig een vurig pleidooi tegen de evolutie. Zijn kleinzoon, prof. dr. J. Lever, zou daarentegen in de naoorlogse jaren een belangrijke bijdrage leveren aan de verbreiding van de evolutiegedachte in de Gereformeerde Kerken!

Kenmerkend voor de bezigheden van Brouwer was ook dat hij van alles tegelijk deed. Niet alleen was het zo dat zijn stukken in verschillende bladen gepubliceerd werden, hij schreef ook van alles: hoofdartikelen, feuilletons, kinderverhalen, historische schetsen, parlementaire beschouwingen en bovendien nog een stuk of tien historische romans.

De Spiegel
Jacques Dane schenkt aandacht aan de eerste vijftien jaargangen van De Spiegel. Dat blad was in 1906 door de gereformeerde ouderling Willem Kirchner opgericht. Tijdens huisbezoek had hij geconstateerd dat in kerkelijke gezinnen nogal eens wereldse bladen als De Prins en De Wereldkroniek gelezen werden. Bladen die daar volgens hem niet thuishoorden, omdat met name de kinderen op die manier vertrouwd raakten met de toneelwereld, de sportwereld en zondagse feestjes.

Vandaar dat hij met een eigen blad op de markt kwam, dat zich met succes richtte op gereformeerde en orthodox-hervormde gezinnen. In een beginselverklaring die jarenlang op de voorpagina stond afgedrukt, presenteerde hij het blad als een ontspanningsblad voor het christelijk huisgezin. Hij zag het als een middel „om ons met dankbaarheid te vervullen voor al het goede dat God ons geeft, maar ook zal het overvloedig de gelegenheid geven het hart te bepalen bij Gods oordelen, die over de hele wereld gaan, opdat hare inwoners gerechtigheid zouden leren.”

Uiteindelijk kon De Spiegel het, ondanks de modernisering van de redactieformule, niet volhouden tegen de opmars van de tv en de secularisatie van de protestants-christelijke wereld. Ook een blad als Wending ging te gronde, zowel aan zijn eigen secularisatie als aan die van zijn vrijzinnige en midden-orthodoxe achterban.

Bonte verscheidenheid
Zo biedt het jaarboek een beeld van de bonte verscheidenheid aan protestantse periodieken. Bladen uit bevindelijk-gereformeerde kring zijn in die selectie niet vertegenwoordigd. Toch is er hier en daar wel degelijk een stuk principiële herkenning.

Het bestuderen van de geschiedenis van bladen en tijdschriften is vaak niet gemakkelijk. Soms is er van het blad nauwelijks meer een exemplaar te vinden. Soms zijn alle jaargangen beschikbaar, maar dan staat de onderzoeker voor de vraag hoe hij zich door die geweldige hoeveelheid tekst heen moet werken. Ook de auteurs van deze bundel kregen met dergelijke problemen te maken.

Het resultaat van hun onderzoek mag er echter zijn. Terzijde zij opgemerkt dat de zeven hervormde predikanten die in 1945 in een brochure blijk gaven van hun keuze voor de Doorbraak, geen lid werden van de PvdA, zoals vermeld wordt, maar van de SDAP. De PvdA bestond op dat moment nog niet.