Boekrecensie

Titel: De Oude Grieken
Auteur: Moses J. Finley

Uitgeverij: Bijleveld
Utrecht, 1998
ISBN 90 6131 806 8
Prijs: ƒ 34,90

Recensie door W. P. van Kempen - 07 april 1999

De oude Grieken

Opvallend kort duurde de periode dat de Grieken ook in hun staatsbestel ver boven de andere volken van de Oudheid uitstaken. Globaal genomen gaat het om de vijfde en vierde eeuw voor Christus: de periode van de Perzische Oorlogen tot Alexander de Grote.

In zijn indeling van de Griekse geschiedenis omschrijft sir Moses J. Finley dit tijdperk als „de Klassieke Tijd”, waarover hij verder opmerkt: „De periode van de onafhankelijke stadstaten (paleis) en in het algemeen gesproken van de grootste culturele prestaties in de hele Griekse geschiedenis.” In ”De Oude Grieken” wordt dat voor de niet klassiek geschoolde lezer op een overtuigende wijze duidelijk gemaakt.

De Amerikaans-Britse auteur prof. Finley, die aan de universiteit van Cambridge oude geschiedenis doceerde, was een man met een brede belangstelling. Bastiaan Bommeljé, die een nawoord schreef, zegt van hem dat zijn benadering van de Klassieke Oudheid op drie pijlers steunde: „rechtsgeschiedenis, historische sociologie en economie.” Zijn inspiratiebron was vooral Max Weber.

In zijn benadering van de oude Grieken wil Finley geen algemene geschiedenis van Griekenland schrijven; het gaat hem er veel meer om dat de lezer een indruk krijgt van de ”beschaving” van dit volk.

Onder dit wat ouderwetse woord vallen heel veel aspecten van het leven: de organisatie van de samenleving, het bestuur, de politiek, de wetenschappen, filosofie, kunsten enzovoorts. Het gaat dus meer om een brede, verhelderende indruk omtrent het leven van die oude Grieken dan om een chronologisch verhaal. In de vijf perioden die Finley onderscheidt, staat de Klassieke Tijd centraal.

stip kleinde Donkere Eeuwen: 1200-800 voor Chr.

stip kleinde Archaïse Tijd: 800-500 voor Chr.

stip kleinde Klassieke Tijd: 500-323 voor Chr.

stip kleinde Hellenistische Tijd: 323-100 voor Chr.

stip kleinde Romeinse Tijd: 100-600 voor Chr.

Het is de periode van de polis, de stadstaat. Daarbij gaat het om relatief kleine gebieden. De grootste polis Athene omvatte ongeveer 2600 km2, met op zijn hoogtepunt ruim 250.000 inwoners. Overigens is het begrip stadstaat eigenlijk niet juist. In de Griekse polis kende men de tegenstelling stad-platteland niet; er was dan ook geen sprake van overheersing van het landelijk gebied door de stad. De polis was veeleer een gemeenschap van mensen die gezamenlijk leefden en werkten, en daarom bijeen moesten kunnen komen om in direct contact met elkaar problemen het hoofd te kunnen bieden (pag. 65).

Het leven in een polis, als burger, betekende automatisch dat je bij het bestuur betrokken was. Ieder die, naar burgerrecht, op de ”agora” verscheen, mocht in dat bestuur participeren. Dat gold niet alleen in de besluitvorming, maar via allerlei systemen ook in uitvoerende zin. Tegen een bescheiden vergoeding, zodat ook ”de gewone man” (door Finley steeds „de velen” tegenover „de weinigen”, dat is de min of meer aristocratische bovenlaag, genoemd) aan dit werk mee konden doen.

In de Griekse polis heerste enkele eeuwen lang een bijzondere, open vorm van democratie. Overigens betrof dit niet alle Griekse steden. Sparta was een volstrekt andere stad. Ook in de klassieke polis was maar een (kleine) minderheid tot democratie gerechtigd. Vrouwen mochten niet meedoen, de niet-burgers (vrije inwoners zonder burgerrecht) en vanzelfsprekend ook de slaven niet. Met groot invoelingsvermogen weet Finley dit polisleven te tekenen.

Zijn boek bevat echter nog veel meer. Naast een overzicht van de belangrijkste tijdperken is er aandacht voor literatuur, filosofie, wetenschap en kunst. Vanzelfsprekend kan dat slechts door een enkele hoofdlijn aan te geven. Daardoor nodigt het boek wel uit tot verder lezen.

Voor ieder die zijn kennis omtrent de oude Grieken op wil halen, voor ouders wier kinderen klassieke talen volgen, voor ieder met belangstelling voor cultuur, is ”De oude Grieken” een heel aardig boek.