Boekrecensie |
Titel: De Nederlandse traditie van vrijheid. Een vruchtbare voedingsbodem voor de hervormingen van 1848 Auteur: M. Wessels Uitgeverij: Van Gorcum Assen, 1998 ISBN 90 232 3417 0 Pagina's: 167 Prijs: 37,50
|
Recensie door dr. O. W. Dubois - 3 februari 1999
Historicus M. Wessels pleit voor historisch besef
Visie op Nederlandse identiteitIn het licht van de voortschrijdende Europese eenwording staat het thema van de nationale identiteit de laatste jaren tamelijk veel in de belangstelling. Welk licht werpt de geschiedenis op de Nederlandse identiteit? Die vraag komt aan de orde in de studie van historicus M. Wessels over de Nederlandse traditie van vrijheid. Kunnen begrippen als tolerantie, consensus en egalitarisme, die door velen als belangrijke bestanddelen van de Nederlandse identiteit worden gezien, in de vaderlandse geschiedenis worden teruggevonden? Is hier sprake van een als positief te waarderen continuïteit? Welke betekenis kan aan de Grondwet van 1848, die het beginsel van ministeriële verantwoordelijkheid schiep, rechtstreekse verkiezingen invoerde en de vrijheid van godsdienst, vereniging, vergadering en drukpers vastlegde, worden toegekend? Is deze befaamde Grondwet een voorlopig hoogtepunt in onze vrijheidstraditie? Naar de mening van de historicus en liberaal Wessels culmineerde in de Grondwet van 1848 een lange traditie van vrijheid, waaraan drie aspecten kunnen worden onderscheiden. Het eerste is de vrijheid van burgers in juridische en bestuurlijke zin, het tweede het toestaan van andere dan algemeen aanvaarde overtuigingen en godsdiensten, ten derde handelsvrijheid, die de weg baande voor vrij goederenverkeer.
Tolerantie In deze Republiek, zo benadrukt de auteur meer dan eens, heerste een vrijheid die in andere, absolutistisch geregeerde Europese landen onbekend was. De Nederlanders zelf hechtten zeer aan deze vrijheid, die immers ten koste van veel offers verworven was en ten gevolge waarvan een voorheen ongekend nationaal gevoel was ontstaan. Het gemeenschappelijk verleden had Nederland als natie doen ontstaan. Kossmans opvatting dat de Nederlandse natie een bewust geschapen fenomeen zou zijn, wijst Wessels mijns inziens dan ook terecht af. Na de grote en wonderbaarlijke bloei van de Republiek in de zeventiende eeuw trad er in de achttiende eeuw sociale en economische stagnatie op. De handel ging achteruit, de tegenstelling tussen arm en rijk werd groter en de kwaliteit van het bestuur ging achteruit. De tolerantie zette echter door en de Republiek werd een vrijplaats van afwijkende meningen. Aan het einde van de achttiende eeuw spitsten de binnenlandse tegenstellingen zich toe. Patriotten en Oranjegezinden kwamen tegenover elkaar te staan. In de Franse tijd (1795-1813) werd Nederland, onder dwang, een eenheidsstaat, en na 1813 zette zich, in de woorden van Wessels, een lome en langzame ontwikkeling in die leidde tot de liberale revolutie van 1848, een revolutie die overigens beslist geen volledige breuk met het verleden was.
Vrijheidselementen Het boek van Wessels is een pleidooi voor historisch besef en een gezonde vaderlandsliefde. Velen zullen dit kunnen onderschrijven, ook als men andere accenten in onze vrijheidstraditie zal aanbrengen of misschien kanttekeningen bij de Grondwet van 1848 plaatst. Maar als historisch overzicht en bijdrage aan de discussie over nationale identiteit is dit een goed en interessant boek.
|