Boekrecensie

Titel: Beeldenstorm 2, close-ups van kunst uit Nederlandse musea
Auteur: Henk van Os

Uitgeverij: Amsterdam University Press
Amsterdam 1998
ISBN 90 5356 280 X
Pagina's: 190
Prijs: ƒ 34,50

Recensie door C. J. Mauritz-de Bree - 27 januari 1999

Henk van Os maakt lezers rijp voor het museum

Een eigentijdse beeldenstorm

Beeldenstorm... nu niet direct denken aan de gebeurtenissen in de tijd dat de Reformatie opkwam. Toen honderden protestanten, vergezeld van evenzovele criminelen erop uittrokken om beelden te vernielen. Onder het mom van vernietiging van heidens bijgeloof. ”Beeldenstorm 2, close-ups van kunst uit Nederlandse musea” heeft met dé beeldenstorm slechts dit gemeen: het boek 'bestormt' de beelden en schilderijen in een hoog tempo (met allerhande informatie) en dat kriskras door de tijd.

Binnen ongeveer anderhalve bladzijde weet Henk van Os (hoogleraar kunst en samenleving aan de Universiteit van Amsterdam) je in een boeiend betoog door een kunstwerk te leiden. En dat zo'n veertig keer op een totaal verschillende manier. Soms plaatst hij een kunstwerk in de sociale context van de tijd waarin het gemaakt werd, dan weer kiest hij een voor de meeste lezers volslagen onbekend kunstenaar, of neemt hij je mee naar een andere wereld... Hoe dan ook, van begin tot eind geeft Henk van Os de meest verrassende en veelzijdige informatie. Hij hoopt hiermee te bereiken dat de lezers van zijn boek zo nieuwsgierig zijn geworden dat ze uitzien naar meer, en dus naar het museum gaan!

Thematisch
De thema's die Van Os bespreekt, lopen ver uiteen. Zo bevat het boek een stuk of vijftien besprekingen van het werk van kunstenaars. Van Kandinsky tot Kruyder, van Redon tot Rembrandt. Van de meest onbekende tot de beroemdste, modern en klassiek door elkaar geplaatst. Bovendien geeft hij haast spelenderwijs via informatie over de kunstenaar zicht op de kunststroming van de desbetreffende tijd. Daarnaast neemt hij de lezer mee naar miniaturen uit China, haalt hij achter het IJzeren Gordijn vervalste, super onechte fresco's vandaan en ontmaskert hij de werkwijze van Rogier van der Weyden (1450) aan de hand van infraroodtechniek. Met een knipoog gunt hij ons een blik op een schilderij uit de tijd van de Reformatie.

Als een rasechte Groninger laat hij regelmatig Groningse kunstenaars de revue passeren. Het Groninger Museum wordt zelfs tot 'bedevaartsoord' verheven. Daar is op zich niets mis mee, maar je zou daardoor de indruk kunnen krijgen dat er in Groningen meer talent zit dan elders in ons land.

Gezien de thematische opzet is het boekje dus niet bruikbaar als kunsthistorisch naslagwerk, maar eerder om snel over een bepaald thema informatie te verzamelen. De vormgeving van het boekje vind ik goed gekozen. Een handzaam vierkant formaat, veel goede kleurenreproducties en een verzorgde lay-out geven het een chic uiterlijk.

Grens verleggen
Naast veel respect dus voor het werk dat Van Os heeft verricht, zijn er ook andere dingen te melden. Van Os bespreekt in zijn voorwoord als een soort van eye-opener het werk van Serrano. Hij wil daarmee verdedigen dat een van de doelen van kunst het opleveren van een kijkervaring is. Het is voor mij niet helemaal duidelijk waarom hij meent dat het obscene werk van Andres Serrano daarvoor het meest geschikte voorbeeld is. In het hoofdstukje ”Andres Serrano en de grenzen van grens verleggen” werkt Van Os dit verder uit. Serrano vraagt zich af wat mensen nog kan choqueren. Met foto's over seksuele uitspattingen probeert hij hoever hij daarmee kan gaan. Als conclusie zegt Van Os hierover slechts: „Normen en waarden verschuiven razendsnel; ze behoren tot de boeiendste facetten van de cultuurgeschiedenis. Serrano's fascinatie is eigenlijk niet al te verwonderlijk. Ik ben alleen benieuwd of ook zijn foto's hun choquerende karakter zo gauw kwijtraken. Vandaar dat ik mij voorlopig afvraag: Zijn er grenzen aan het grens verleggen?”

Jammer dat Henk van Os totaal voorbijgaat aan bijbelse normen en waarden. Bovendien maakt hij het zichzelf erg gemakkelijk door te stellen dat kunstenaars geen duidelijke opdrachtgevers (kerk, overheid en particulieren) meer hebben: „Ze moeten wát doen om op te vallen.” Gelukkig zijn choqueren en opvallen niet de enige kwaliteitscriteria van kunst en dat beseft de auteur denkelijk ook, gezien de teneur van de rest van het boekje.

Nog één kleine teleurstelling. Wie meer van beeldhouwers, architecten of meubeldesigners wil weten via dit boekje, komt bijna bedrogen uit. Dat komt de doelstelling van Van Os niet ten goede. Alsof slechts schilderijen in een museum voorradig zijn om een kijkervaring op te roepen!? Toch brengt ”Beeldenstorm 2” je op de hoogte van de meest cruciale en diepzinnige feiten en meningen. Het zet je aan om verder te gaan zoeken, verder te verdiepen.