Boekrecensie

Titel: Magenta. Avonturen van een meestervervalser
Auteur: Geert Jan Jansen

Uitgeverij: Promotheus
Amsterdam, 1998
ISBN 90 5333 638 9
Pagina's: 274
Prijs: ƒ 29,95

Recensie door A. M. Alblas - 27 januari 1999

Grootste vervalser van de eeuw

„Wat heb ik nou helemaal gedaan? Mooie schilderijen gemaakt met de handtekening van een ander eronder, niet van echt te onderscheiden. Je kunt me vergelijken met een uitvoerend musicus die geheel volgens de partituur van een componist aan de gang gaat.”

Nee, niet Han van Meegeren. Het is Geert Jan Jansen (1944). Hij schreef in het huis van bewaring in Orléans, nadat hij in 1994 door de Franse politie was opgepakt als „de grootste vervalser van deze eeuw”, een verslag van 20 jaar leven in de kunsthandel. ”Avonturen van een meestervervalser”, gaf hij als ondertitel aan zijn boek, ”Magenta”, mee. Een van zijn geheimen was magenta, een tovermiddel van een roze verfmengsel dat de kleuren laat gloeien. „Geel wordt geler, rood wordt dieper rood, blauw wordt intenser. Wanneer de verf droogt is niet meer te herkennen uit welk potje of tube de kleur afkomstig is. Met magenta gaat alles er een beetje ouder uitzien. Dat gebeurt ook als je vernis mengt met een beetje schoensmeer of boenwas. Een succesformule. „Prachtig, eerste kwaliteit” zeggen de experts”, aldus Jansen.

De meestervervalser maakte olieverf, acryl, gouache en aquarel, tekeningen, etsen en lithografieën. Geen probleem om er een beroemde naam onder te zetten: Karel Appel, Picasso, Chagall, Jorn, Magritte, Hockney, Warhol, Kandinsky, Breitner, Israëls of Corneille. „Appel wist zelf niet eens wat er van hem in omloop was, laat staan dat certificaat van echtheid voor hem een probleem was.”

De kunsthandelaren en galeriehouders deden goede zaken met de vervalsingen. „Ze zijn in de eerste plaats geïnteresseerd in geld verdienen. Vraag hen hoeveel extra exemplaren van een litho of zeefdruk zijn gemaakt en ze beginnen te liegen.”

Veel maakte de meestervervalser in de Cobra-stijl, een beweging van het experiment in de jaren 1949 tot 1951. „Niet van echt te onderscheiden. Het heeft minstens tien jaar geduurd voordat de belangrijkste 'experts' in Nederland erachter kwamen dat de 'litho's' geen litho's waren maar zeefdrukken”, schrijft hij.

Gebrek aan bewijs
”Magenta” heeft ook sterke verhalen. Verse gouaches die van het balkon waaien en verregenen, waarna ze met gymschoenen worden bewerkt. Ze blijken op een veiling recordbedragen op te leveren. Heeft de koper geen gaatje in zijn hoofd, denk ik dan? Oplichting? „Nee hoor,” zegt Jansen, „verlichting. Hier leer je van.”

Maar het gaat niet goed. In 1982 loopt het mis. Wegens gebrek aan bewijs gaat de meestervervalser vrijuit. In 1989 is men hem opnieuw op het spoor. Hij verdwijnt met vriendin Ellen naar Frankrijk en weet daar 5 jaar lang aan internationale opsporing te ontsnappen. Uiteindelijk wordt hij gepakt en verdwijnt in een cel van de gevangenis in Orléans. Hij beschrijft de erbarmelijke omstandigheden die daar heersen. Ellen wordt voor vijf maanden ingesloten. De meester zelf wordt na zes maanden bij gebrek aan bewijs vrijgelaten, maar moest nog verplicht 2 jaar in Orléans wonen onder ”contrôle judiciaire”. Nu woont hij in een uithoek in het noorden des lands, te midden van kniehoog onkruid in een tuintje voor en tuintje achter.