Boekrecensie

Titel: Over macht en overwicht
Auteur: Hanno Brand

Uitgeverij: Garant
Apeldoorn, 1997
ISBN 90 5350 576 8
Pagina's: 417
Prijs: ƒ 79,00

Recensie door W. P. van Kempen - 20 januari 1999

Leidse elite

De families Heerman, Van Sonnevelt, Van Boschhuizen, Van Zwieten en Van Alkemade; wie in Leiden kent hun namen nog? In de late Middeleeuwen kende iedereen in Leiden en omstreken hen. Sommige ouderen wisten zelfs nog te vertellen dat drie van deze families van één voorvader afstamden die in de 14e eeuw reeds bekendheid genoot. De vijf families vormden de top van de politieke elite van deze –naar de maatstaven van die tijd– grote Hollandse stad. Zij bemachtigden in de periode 1420-1510 50 procent van de 350 burgemeestersbenoemingen die in deze periode plaatsvonden. En je vindt hen in allerlei verbanden terug. In de vroedschap, in het kerkbestuur, bij de charitatieve instellingen, overal in de stedelijke organisatie kom je dezelfde namen tegen. Hanno Brand heeft onder de titel ”Over macht en overwicht. Stedelijke elites in Leiden (1420-1510)”, over de posities van deze en andere invloedrijke families een studie geschreven.

Het boek bestaat uit twee delen, die overigens ten nauwste samenhangen: ”Politieke macht en economische zelfstandigheid” en ”De sociale elite: één in verscheidenheid”. Daarin zit al een van de kenmerken van Leiden in de genoemde periode: de politieke, economische en sociale elite vormde tot op zekere hoogte een met elkaar verbonden groep. Dat konden familiebanden zijn, dat kon omdat men tot dezelfde ondernemersklasse behoorde, dan wel dat men elkaar steeds weer in allerlei verbanden ontmoette.

Zo was in de bloeiperiode van de stad, die overigens aan het eind van de 16e eeuw begon te tanen, een kleine groep toonaangevend. Zij zorgde er op allerlei manieren voor dat die situatie zo lang mogelijk bleef voortbestaan. Brand schrijft een hoofdstuk over sociale aspecten van machtsverwerving. Daarin zegt hij: „Het huwelijkspatroon was een afspiegeling van de vele belangen die de Leidse elites zowel in de stad als daarbuiten te verdedigen hadden.” (blz. 272)

De auteur heeft een zeer uitgebreid onderzoek verricht naar het overheersende stedelijk netwerk in deze periode. Op allerlei manieren wordt dat getoond. Als je voor de zoveelste keer dezelfde persoon met functie tegenkomt, raak je wel een beetje vermoeid. Het lijkt dan even een eindeloze rij feiten, gegevens, weergegeven in tabellen (en op een bijgevoegde diskette).

Tegelijkertijd krijg je een interessant beeld van leven en werken in een van de grootste Hollandse steden. De stad telde in 1400 ongeveer 6000 inwoners; in 1500 was dit aantal gestegen tot 14.000. Een industriestad bij uitstek. De Leidse lakenindustrie was beroemd. Brands verhaal toont dat kleinschaligheid een bewust gekozen kenmerk van de ondernemingen was. Dat blijkt bijvoorbeeld heel sterk uit de voorschriften voor de bierbrouwerij – in elke stad in die tijd en nog lang daarna een belangrijke vorm van nijverheid. Men mocht maar zeer beperkt brouwen in het oude Leiden. Eigenlijk nauwelijks met meer personen dan die uit de directe eigen kring. Een ander opvallend punt was het verbod op de gilden. De stedelijke ondernemers waren van rechten voor arbeiders niet gediend. Dat bevorderde de sociale verhoudingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen niet.

Wat mij een beetje verbaasde, was de grote invloed van de edelgeborenen op het stadsbestuur. Zij leverden een zeer groot aantal personen voor de belangrijkste bestuurlijke en politieke functies. Wel was hun invloed anderzijds weer beperkt.

In het laatste hoofdstuk, getiteld ”Religie, caritas en eigenbelang”, komt de invloed van de godsdienst ter sprake. Brand schrijft hierover onder andere: „De geloofsbeleving van de gegoede burgerij en stadsadel laat zich kenschetsen als een mengeling van individuele religiositeit, sociale controle, familiestrategie en eigenbelang.”

Er valt wel meer te zeggen over dit boek. Over de vier opstanden die zich in deze periode afspeelden, over de vergelijking met de ontwikkelingen elders, enz. Het boek, dat zich enerzijds beperkt tot één groep in een stad, heeft anderzijds een breed bereik. Zo heb ik deze uitgave ervaren. Alleen de vijftien pagina's namen heb ik maar overgeslagen. Dat was iets te veel van het goede. Voor de liefhebbers hartelijk aanbevolen.