Recensie door drs. C. D. van den Heuvel - 13 januari 1999
Israël en de
ArabierenVeel mensen weten iets te vertellen over de diverse oorlogen van Israël en de spectaculaire acties van de Mossad. Voor de diplomatie heeft men daarentegen veel minder belangstelling, terwijl daar toch meestal de echte beslissingen vallen.
Dit is niet zo vreemd, want de materie valt niet op en lijkt nogal saai. Maar als iemand met een vlotte pen het verhaal van de onderhandelingen, wandelgangen en ontsnappingsclausules onderhoudend op papier zet, kan juist deze tak van geschiedschrijving een zeer fascinerend boek opleveren. Israël en de Arabieren van Ahron Bregman en Jihan El-Tahri is zo'n boek. Bedoeld als begeleiding van een zesdelige tv-serie over de 50-jarige oorlog tussen Israël en de Arabieren, is het afzonderlijk ook goed te lezen.
Bregman is een Israëlische wetenschapper en de Egyptische El-Tahri is journaliste. Voor hun boek maakten ze gebruik van talloze interviews met mensen die een cruciale rol speelden in de Arabisch-Israëlische verhoudingen van de afgelopen 50 jaar, zoals de Israëlische oud-minister Abba Eban, die de beroemde VN-vergadering van 29 november 1947 meemaakte, waar het delingsplan voor Palestina werd aangenomen. Ook werkten koning Hoessein, Boutros Boutros Ghali, Sjimon Peres, George Habbash, Hanan Ashrawi, Jimmy Carter, Henry Kissinger en Yitshak Shamir mee. In totaal werden 127 mensen geïnterviewd, die vaak erg open waren, zodat het verhaal steeds wordt gelardeerd met commentaar van de betrokkenen.
Eshkol
De auteurs hebben hun verhaal in zeven afdelingen (uiteenvallend in 34 hoofdstukken) verdeeld. Er zijn geen illustraties, maar ik heb ze ook niet gemist. Het boek richt zich op de vele mogelijkheden voor vredesonderhandelingen, die er de afgelopen jaren geweest zijn. Daaromheen wordt het verhaal van het conflict verteld. De grote kracht van Israël en de Arabieren is dat de auteurs doordringen tot de achterkamertjes, waar de belangrijke beslissingen vielen. Ze laten zien hoe soms futiliteiten de doorslag gaven, bijvoorbeeld toen de Israëlische premier Eshkol, vlak voor de Zesdaagse Oorlog van 1967, via een radiotoespraak zijn volk gerust probeerde te stellen. Door zijn slechte voordracht bereikte hij het tegenovergestelde. Wat bleek? Tijdens de toespraak verschoof een contactlens, zodat hij zijn rede nauwelijks meer kon lezen.
De veelvuldige beschrijving van dit soort voorvallen, gecombineerd met het genoemde commentaar, maakt het boek zeer realistisch, concreet en levensecht. De vele details maken bekende gebeurtenissen ineens begrijpelijk. Het letterlijk citeren van bepaalde personen heeft als nadeel dat twee bastaardvloeken worden meegenomen. Grosso modo is het taalgebruik acceptabel.
Bronmateriaal
Wel wil ik het opnemen voor de integriteit van Eban. De auteurs stellen dat hij kort voor de Zesdaagse Oorlog een voorstel van president Johnson bewust verkeerd heeft doorgegeven. Zij baseren zich op het daarbij gemaakte verslag. Eban meldt echter op blz. 359 van zijn autobiografie (editie 1979) dat hij zijn weergave van Johnsons voorstel baseerde op een later niet vastgelegd gesprek, op weg naar een lift. Oftewel, Eban wordt beoordeeld op basis van verkeerd bronmateriaal.
Wie de gebeurtenissen van de afgelopen 50 jaar in het Arabisch-Israëlisch conflict wil begrijpen, kan niet zonder dit boek.
|