Boekrecensie

Titel: Lokaalspoorwegen in Twente en de Achterhoek
Auteur: Evert Heusinkveld
Uitgeverij: Schuyt & Co
Haarlem, 1998
ISBN 90 6097 463 8
Pagina's: 150
Prijs: ƒ 49,50

Recensie door G. D. Visser - 31 december 1998

Sporen in de Achterhoek

”Lokaalspoorwegen in Twente en de Achterhoek” beschrijft een aantal, voor het grootste gedeelte niet meer bestaande, spoorlijnen in deze streken. In de vorige eeuw ontstond steeds meer behoefte aan snel en goedkoop vervoer. Deze behoefte werd veroorzaakt door een groeiende industrialisatie. De bedrijven hadden steenkool en een goede transportmogelijkheid voor hun producten nodig.

Doordat de regering na 1878 de mogelijkheid bood om goedkopere spoorlijnen aan te leggen, werden er in heel Nederland plannen gemaakt voor dergelijke lijnen. Het waren particulieren die actie ondernamen, doorgaans door de provinciale overheid ondersteund met subsidie.

In deze uitgave bespreekt Evert Heusinkveld een vijftal particuliere spoorwegmaatschappijen. Van iedere maatschappij geeft hij eerst een historisch overzicht, van de bouw tot aan het sluiten en (doorgaans) opbreken van de lijn. Hierbij komen ook de dienstregeling en het gebruikte spoorwegmaterieel aan de orde.

Daarnaast besteedt hij aandacht aan de diverse baanvakken. Iedere lijn wordt uitgebreid beschreven. Alle stationsgebouwen, goederen- en locomotiefloodsen, baanwachterswoningen, spooraansluitingen en bruggen komen aan bod. Dit gedeelte is voorzien van nauwkeurige geveltekeningen en tekeningen van de spoorwegemplacementen door de jaren heen.

Spoorlijnen
Het boek is ruim voorzien van illustraties. Een groot aantal foto's uit de vorige en het begin van deze eeuw geven een fraai beeld van de spoorlijnen. Daarbij heeft de auteur kans gezien onbekend materiaal boven water te krijgen. In de tekst is ook oud schriftelijk materiaal gebruikt. Zo zijn er wat krantenverslagen van de openingsfestiviteiten van spoorwegen, of berichten over de laatste personentrein die reed.

Twee zaken worden bij lezing gemist. Gezien de uitgebreide beschrijving van de baanvakken zou een hedendaagse topografische kaart (met daarop de spoorlijnen ingetekend) geen overbodige luxe zijn. Een lezer die niet uit de streek afkomstig is, zou dan onder andere de plaats van stations beter kunnen herkennen. Dergelijke kaarten zouden ook bruikbaar zijn om in het terrein de tracés op te sporen.

In de tweede plaats is er weinig cijfermateriaal over de vervoersomvang. Het weinige wat er is, betreft alleen het personenvervoer langs één lijn tijdens twee jaren. Tabellen kunnen droog zijn, maar enkele grafieken zouden in één oogopslag de vervoersontwikkeling duidelijk maken. Juist het vervoer gaf de spoorlijnen hun bestaansrecht.

Gading
Samenvattend kan gesteld worden dat het een interessant en goed uitgevoerd boek is. Het is bruikbaar voor de geïnteresseerde in spoorweggeschiedenis en de liefhebber van streekgeschiedenis. Ook de spoorwegmodelbouwer zal er het nodige van zijn gading vinden.