Boekrecensie

Titel: Als God met ons is... Jacob van Maerlant en de vijanden van het christelijke geloof
Auteur: Raymond Harper
Uitgeverij: Prometheus
Amsterdam, 1998
ISBN 90 5333 715 6
Pagina's: 297
Prijs: ƒ 49,90

Recensie door dr. R. P. de Graaf - 16 december 1998

Maerlant en de heidenen

Na het winnen van de AKO-literatuurprijs door Frits van Oostrom met “Maerlants wereld” verschijnt de ene na de andere studie over het oeuvre van de „vader der Dietse dichteren algader” – lees: de stamvader van Neêrlands dichtersvolkje. Kortom, Jacob van Maerlant is in. Over een koe die na 700 jaar nog melk geeft.

Werd enige maanden geleden “Studies over Jacob van Maerlants Rijmbijbel” van Karina van Dalen-Oskam in deze krant besproken, nu is het de beurt aan “Als God met ons is... Jacob van Maerlant en de vijanden van het christelijke geloof”, geschreven door Raymond Harper, die op dit werk promoveerde. Dit laatste is niet een loze kreet, maar zal er de oorzaak van zijn dat het boek zwaar verteerbaar is. Niet alleen zijn de zinnen zo wetenschappelijk mogelijk gestoffeerd, ook zijn de vele citaten uit het werk van Jacob van Maerlant niet vertaald of zelfs maar toegelicht. Dat is een slechte zaak, want het Middelnederlands van de beste man zit vol met Vlaamse invloeden en is een stuk moeilijker te lezen dan bijvoorbeeld een Melis Stoke. Een proefschrift dus voor een handjevol vakgenoten.

Heidenen
Maar dan de inhoud. De vraag is hoe de niet-christenen er bij Maerlant afkomen. Ten eerste de heidenen, Romeinen en Grieken, Egyptenaren en Germanen enzovoorts. Zij blijken niet te deugen en zijn soms vijanden voor de christenen geweest toen ze de kerk dwarsboomden. Harper tekent bij deze weinig schokkende constatering aan dat Maerlant zich wel erg druk maakte, want in de 13e eeuw waren dergelijke heidenen ver te zoeken.

Ten tweede de moslims. Mohammed zag Maerlant als het absolute kwaad. De andere moslims deugden niet, niet omdat ze een goed alternatief voor het christelijk geloof boden, maar omdat ze met hun legers de kruisvaarders in Israël en Syrië het leven zuur maakten. Hadden we iets anders verwacht bij Maerlant?

Ten derde de Joden. Hier blijkt de geboorte van Jezus de grote scheiding aan te brengen tussen waardering en afkeuring. Aanvankelijk zag hij in de profeten een voorafschaduwing van de latere kerk, maar door de kruisiging hebben de Joden de verkeerde keuze gemaakt en zijn ze verantwoordelijk voor de gevolgen. Maerlant was geen antisemiet en geloofde in de eindtijdbekering van de Joden.

Kuitert
Ten vierde oude ketters als Arius, die de Drie-eenheid loochende, de donatisten, die met de vijanden heulden, en Pelagius, die de vrije wil van de mens leerde. Net als bij de heidenen vormden deze antieke afvalligen nauwelijks een reële bedreiging voor de kerk, maar Maerlant bevocht het spook met verve op 't perkament. Waarschijnlijk werd zijn boosheid veroorzaakt doordat zij de kerk van binnenuit hadden bedreigd.

Dit is wel een actuele zaak. Ongewild roept Maerlants uitroep „Die ongeloveghe Arriane... seggen minder algader / Den Sone sijn dan den Vader, / Entie Heilege Geest noch minder si / Dan Vader ende Sone daer bi” (De ongelovige volgelingen van Arius beweren gezamenlijk dat Jezus minder is dan God de Vader, en ook dat de Heilige Geest minder is dan de Vader en de Zoon) de discussie in herinnering naar aanleiding van Kuiterts nieuwste boek over de godheid van Jezus. Zou de soms heftige reactie van onze kant ook niet mede worden veroorzaakt door het feit dat we de dreiging van binnenuit voelen? Zouden we dus toch hetzelfde voelen als de aartsvader van de vaderlandse poëten?

Harpers studie bevat weinig schokkende ontdekkingen. Had Maerlant veel sympathie voor islamiet of ketter gehad, dan... ja dan had ik het boek verslonden, maar nu niet. Van Oostrom heeft in zijn formidabele boek de ballen al lang uit de soep gevist. Wat mij betreft mag de oude melkkoe nu van haar rust gaan genieten.