Boekrecensie

Titel: Flitsen uit zes eeuwen Kloosterkerk
Auteur: prof. dr. J. van den Berg e.a.
Uitgeverij: Stichting Kloosterkerk
Den Haag, 1998
Prijs: ƒ 35

Recensie door drs. G. Ligtenberg - 21 oktober 1998

Illegale kerkgangers worden wettige hervormden

'Slijkgeuzen' kraken
Kloosterkerk

Op zondag 9 juli 1617 kraakten de contraremonstranten de Haagse Kloosterkerk. De magistraat maakte te weinig haast met de toewijzing van het bedehuis en de 'slijkgeuzen' hadden al te lang rondgezworven. Twee weken later maakte prins Maurits officieel een dienst mee in de Kloosterkerk.

De openlijke keus van prins Maurits voor de contraremonstranten had verstrekkende gevolgen. De Dordtse Synode zette alle remonstrantse predikanten uit hun ambt. In Den Haag werden illegale kloosterkerkers wettige hervormden.

Ook in politiek opzicht was het optreden van Maurits van grote betekenis. De prins brak de macht van de Staten van Holland, en daarmee van raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt. Voor de staatsman, die de zijde van de remonstranten had gekozen, eindigde het leven op het schavot.

Het is een van de voorvallen die staan beschreven in het boekje “Flitsen uit zes eeuwen Kloosterkerk”, eerder deze maand verschenen ter gelegenheid van het zesde eeuwfeest van het godshuis aan het Lange Voorhout. De auteurs zijn prof. dr. J. van den Berg, drs. P. W. J. L. Gerretsen en dr. A. B. Vaandrager. In een twaalftal opstellen belichten zij „een aantal hoogte- en dieptepunten uit het bestaan van de Kloosterkerk”.

Dominicanen
De geschiedenis van de Kloosterkerk begint bij de stichting van het Haagse predikherenklooster door Margaretha van Kleef in ongeveer 1398. Bij het klooster verrees het bedehuis. Vandaar de naam. De predikheren behoorden tot de orde van de dominicanen.

Van de omvangrijke bibliotheek van de dominicanen is maar heel weinig overgebleven. Waarschijnlijk hebben de beeldenstormers in 1566 bijgedragen aan de verwoesting van de librije. Zeker is dat kistenmaker Jan Lambrechts en messenmaker Bastiaan Fransz. er later van beschuldigd werden bij de Haagse Dominicanen „de boeken gescheurd” te hebben. Slechts één boek uit de voormalige kloosterkerkbibliotheek is nog over: “Processionale en Vigiliën mortuorum”, een boek over de liturgie bij het begraven.

Winterkoning
Frederik V –kleinzoon van Frederik III van de Palts én van Willem van Oranje– heeft jarenlang met zijn gezin tegenover de Kloosterkerk gewoond. De Winterkoning moest in Duitsland het veld ruimen, toen de Boheemse protestanten vernietigend werden verslagen door de rooms-katholieke Habsburger Ferdinand. Prins Maurits wees hem een royaal verblijf toe: het “Wassenaer Hof” aan de Kneuterdijk, twee naast elkaar gelegen panden die voorheen als woonhuis dienden van Johan van Oldenbarnevelt en zijn schoonzoon (!).

De keurvorst kerkte vaak in de Kloosterkerk, maar had het niet altijd gemakkelijk. Zo veegde ds. Rosaeus hem eens flink de mantel uit omdat er wel heel uitbundig feest was gevierd in het paleis aan de Kneuterdijk. Er werd ook gedanst. De predikant aarzelde niet een direct verband te leggen tussen dit feest en de dijkdoorbraak bij Vianen.

Drie kinderen van de Winterkoning zijn in de Kloosterkerk begraven. Heel tragisch was de dood van de oudste zoon, Frederik Hendrik in 1629. “Rikkie” had zijn vader zo ver weten te krijgen dat ze samen naar Amsterdam gingen om de Spaanse zilverschat te bekijken die Piet Hein net had binnengebracht. De veerboot die vanuit Haarlem vertrok werd in dichte mist echter geramd door een met biervaten geladen botter. De veerboot zonk en de meeste passagiers verdronken. De koning werd gered, maar zijn zoon overleefde het niet.

Nog een andere koning is met de geschiedenis van de Kloosterkerk verbonden. Stadhouder Willem III trok in 1588 met een grote vloot naar Engeland om daar de rooms-katholieke koning Jacobus II te verdrijven en zelf de troon te bestijgen. Jacobus was de vader van Willems vrouw Mary; hij vormde samen met Lodewijk XIV een bedreiging voor het protestantisme in Europa. Na de “Glorious Revolution” woonde de stadhouder-koning een dienst bij in een stampvolle Kloosterkerk. Ds. Cornelis Bosch preekte over Psalm 144: „O God ... Gij die de koningen overwinning geeft”.

Meerwaarde
De meerwaarde van het boekje is dat de bijdragen zich niet beperken tot de geschiedenis van de kerk in engere zin. De gebeurtenissen worden steeds in een breder historisch kader geplaatst. Dat maakt het lezen ervan tot een genoegen, zij het dat de bijdragen soms was 'gekleurd' zijn door de visie van de auteurs. Zo schrijft prof. Van den Berg met waardering over het werk van Abraham Kuenen als voorman van de historisch-kritische benadering van de Bijbel. „Wie niet blijft staren op de sluier als zodanig, maar probeert door haar heen te kijken om zó iets te zien van de kern van de boodschap, van dat waar het in die oude bijbelboeken, door mensenhand geschreven, ten diepste om gaat, zal ervaren dat zijn inzicht in de bijbel verrijkt en verdiept wordt”.

Dat is niet de taal van ds. Rosaeus. Het is de taal van de Kloosterkerk anno 1998.