Boekrecensie

Titel: Een lastige erfenis? Kerkelijke archieven van de twintigste eeuw
Redactie: J. de Bruijn, P. N. Holtrop en B. Woelderink
Uitgeverij: Meinema
Zoetermeer, 1998
ISBN 90 211 3713 5
Pagina's: 175
Prijs: ƒ 35,-

Recensie door J. M. D. de Heer - 7 oktober 1998

Neerslag van tweedaags symposium brengt studie verder

Archieven als lastige erfenis

Wie zijn geschiedenis vergeet, zal dezelfde fouten uit het verleden opnieuw maken. Om de geschiedenis te kennen, zijn bronnen nodig. Die moeten echter wel voorhanden én toegankelijk zijn. Hiermee zitten we midden in de problematiek van een verantwoord archiefbeheer, waarover een instructief boek verscheen onder de titel: “Een lastige erfenis?”

De ondertitel van de uitgave “Kerkelijke archieven van de twintigste eeuw” verwijst naar het tweedaagse symposium waarvan de uitgave een tastbare herinnering is. Op 21 en 22 maart vorig jaar stond op conferentiecentrum Woudschoten de wereld van het kerkelijk archief centraal. Als een symposium een vervolg krijgt in een boek, mag het doorgaans een geslaagde bijeenkomst heten. Geïnteresseerde aanwezigen hebben met deze uitgave de informatie die verschillende deskundigen naar voren brachten direct bij de hand.

Het symposium en de publicatie passen bij de trend om zorgvuldig met archieven om te gaan, zonder voeding te geven aan verzamelwoede van scriba's of archivarissen die geen goed zicht hebben op wat waardevol is en wat niet. De archiefcommissies van de Samen-op-Wegkerken kwamen eerder reeds tot de overtuiging dat er permanente behoefte bestaat aan advisering op het punt van het beheer van kerkelijke archieven, schrijft de redactie van de bundel in het woord vooraf. Een deel van die adviezen is in het boek te vinden.

Openheid
Mevr. A. S. Fris, medewerkster van het Algemeen Rijksarchief, noemt in haar bijdrage het formuleren van een selectiedoelstelling een eerste vereiste voor een verantwoord archiefbeheer. Dit zorgt voor een consequent beheer en het verschaft openheid aan de buitenwereld.

Archiefconsulent A. Otten roept op tot een gedegen studie van de problematiek rond het digitaliseren van archiefgegevens. Digitale apparatuur zal pen en papier van archivarissen steeds meer verdringen, maar het beheer is niet gemakkelijk. Otten noemt het voorbeeld van e-mail, waardoor er minder papier zal rondgaan in de kerkelijke administratie. De keerzijde is dat de registratie van e-mailberichten gemakkelijk lekken vertoont.

Pastoraal
In de bundel komen verschillende onderwerpen voor die binnen de archiefwereld aan de orde van de dag zijn, zoals het opnemen van kerkelijke stukken in rijksarchieven en het vraagstuk van de openbaarmaking. Prof. dr. O. J. de Jong merkt over het laatste op dat archiefbeheerders niet alleen te maken hebben met de eis tot openbaarheid (vanuit de maatschappij), maar ook met gewenste terughoudendheid (om pastorale redenen).

Prof. dr. J. de Bruijn plaatst in zijn bijdrage over de betekenis van documentatiecentra een interessante kritische kanttekening bij historische studies over verzuiling op plaatselijk niveau. Volgens hem bestaat de neiging om geestelijke stromingen te veel te herleiden tot economische en sociale factoren, zodat er te weinig oog is voor het eigen karakter van religie als factor in het historisch proces.

Ds. Groote
Het tweede deel van de uitgave bevat enkele concrete voorbeelden van de betekenis van archiefmateriaal. Dr. P. M. Peucker belicht de betekenis van het archief van de IKON voor de naoorlogse kerkgeschiedenis. Drs. Th. A. Fafié zoekt uit welke bronnen beschikbaar zijn voor een schets van het leven en werk van de lutherse predikant Pieter Groote. Wie biografisch onderzoek wil doen, kan in deze bijdrage een nuttige handleiding vinden. De ontwikkeling van de Zeeuwse orgelcultuur in de laatste eeuwen staat centraal in de bijdrage van drs. J. H. Kluiver.

Dr. Th. van den End en dr. Chr. G. F. de Jong sluiten met een bijdrage over het belang van zendingsarchieven het boek af. Ze onderstrepen dit belang door te wijzen op het aandeel van de zending in de ontwikkeling van delen van de niet-westerse wereld in de richting van moderniteit. Relativerend voegen ze eraan toe dat een kritisch gebruik van zendingsarchieven op zijn plaats is. De auteurs van notulen, reisbeschrijvingen en verslagen kijken tegen inlandse volken aan op een wijze die gestempeld is door de eigen tijd.

Stimulans
De voorbereidingscommissie voor het symposium stelde zich onder andere ten doel een vruchtbare samenwerking tussen archiefbeheer en historisch onderzoek te stimuleren. Hopelijk gaat er van het boek, als blijvende herinnering aan het symposium, ook een blijvende stimulans uit, zodat archieven optimaal worden benut en een betrouwbaar beeld van de geschiedenis ontstaat.