Recensie door G. de Looze - 23 september 1998
Het nomadenbestaan van Michael MinskyLaat een Rus over zijn geboortegrond vertellen en een warme gloed spoelt over je heen. De in 1988 overleden zanger Michael Minsky vertrouwde zijn leven toe aan papier. Het leest als een dagboek. Met grote passen en kleine stapjes dwalen we door Minsky's aardse bestaan vol vreugde en pijn. Soms missen we een deel. Niet alles boeit. Bij hem is alles te zien, als in je handpalm. Michael Minsky gaf vulling aan deze Russische spreuk door in Koren, Kerken en Kozakken over zijn eigen leven te vertellen. In dit hoekje (het gehucht Tichi Pljos), waar het kabbelen van de golven en het geknars van de molens altijd als achtergrondmuziek aanwezig waren, kwam ik op 12 augustus 1918 ter wereld. Minsky houdt van zijn land, al is die liefde gemengd met pijn en gedrenkt in de humaniteit van de sovjetbeulen. De arrestatie van zijn onschuldige vader, in 1929, vormt een dieptepunt. Zingen zat in het bloed van de schrijver. Het meest droomde hij van een carrière als operazanger. Het oorlogsvuur zette hem de voet dwars. Zijn oorlogshandelingen bestonden vooral uit arbeid in Duitse krijgsgevangenschap. Dit maakte dat hij na de Tweede Wereldoorlog moest kiezen tussen een bestaan als kampgevangene in eigen land of een vrij leven in het Westen. Hij verkoos het laatste. De liefde voor zijn geboortegrond droeg hij echter in zijn hart mee. Zwerversbestaan Minsky raakte bezield van het idee zijn geboorteland, zijn volk te eren met liederen, er in de vrije wereld iets over te vertellen. Zijn zwerversbestaan was er vol mee. Eerst stortte hij zich op het operarepertoire. Daarna zette hij zich, tevergeefs, in voor de Oekraïense muziek. Aan het eind van de jaren zeventig besloot hij de rest van zijn leven aan het Russische lied te wijden. Zijn talent ziet Minsky als gave van God. De zanger was zelden tevreden over zijn kunnen. Ik ben in het zingen voor mijzelf ongelooflijk wreed. (...) Soms zing ik als een god. Dit gebeurt wanneer er binnenin mij een innerlijke substantie van geestelijkheid aanwezig is. Sprongen Koren, Kerken en Kozakken schetst geen volledig beeld van Michael Minsky. Hij heeft zijn levensbeschrijving niet zelf af kunnen ronden. Zijn vrouw Irina erkent in het voorwoord dat passages in het boek niet altijd even duidelijk zullen zijn, en dat de chronologie van Michaels leven niet altijd te volgen is. Het verhaal komt inderdaad wat brokkelig over, verloopt met sprongen en steekt afwisselend de diepte in of blijft aan de oppervlakte zweven. De zanger beschrijft zijn jeugdjaren uitvoerig. Boeiend verhaalt hij van zijn tijd bij het beroemde Don Kosaken Chor Serge Jaroff, waarin hij als gewaardeerd solist functioneerde. In 1978 vestigt de Rus zich met levensgezellin Irina in Zwolle. Minsky krijgt echter het gevoel dat in Nederland voor hem op artistiek gebied geen plaats is en verlegt zijn activiteiten naar het buitenland. Een onbekende religieuze wereld ontsluit zich bij het lezen van dit boek. In Minsky's ouderlijk huis hingen iconen met een olielampje ervoor. Wanneer iemand op bezoek kwam, boog hij of zij eerst voor de iconen en begroette dan pas de aanwezigen. Het organiseren van de viering van het duizendjarig bestaan van de Russisch-Orthodoxe Kerk zag Minsky als laatste taak in Nederland. Anderen verhalen hoe de ernstig zieke Minsky dit tot een goed einde bracht. De uitvoerige beschrijving van de voorbereidingen voor deze viering en de problemen daarbij vormen voor mij het minst interessante deel van het boek. Het lezen van Koren, Kerken en Kozakken vraagt soms doorzettingsvermogen. Minsky's verhaal ontsluit een stukje Rusland vanuit de Zwolse Enkstraat. |