Titel: Herschapen schoonheid. Het Bader-orgel in de St.-Walburgiskerk te Zutphen
Auteur: Fred Matter (ed.)
Uitgeverij: Walburgpers
Zutphen, 1997
ISBN 90 6011 969 X
Pagina's: 256
Prijs: ƒ 49,50

Recensie door G. de Looze - 23 september 1998

Zutphen

Het magistraal klinkende en ogende Bader-orgel in de St.-Walburgiskerk van Zutphen kreeg een waardige tegenhanger: het boek “Herschapen schoonheid”.

In deze orgelmonografie worden de geschiedenis van dit instrument en de in 1996 afgeronde restauratie uitvoerig belicht. Deel 1, “De context”, zet in met een beschrijving van de plaats en de functie van het orgel tot het midden van de 17e eeuw. Daarna komt het instrument in de archieven voor en na 1936 aan bod. Bader leverde het instrument eind 1642 op. Timpe tekende voor een grootscheepse verbouwing (1815). Beide bouwers worden geportretteerd. De levensbeschrijving van een viertal Zutphense organisten –Oldenraet, Groneman, Prins en Bute– geeft “Herschapen schoonheid” een menselijk gezicht.

Orgelmaker en restaurateur Han Reil bijt de spits in Deel 2, “Het instrument”, af. Hij filosofeert over orgelhout. Diepgaand gaat Arjen Looyenga in op de Zutphense orgelkas als architectonisch concept. Uitvoerig doet Rudi van Straten verslag van het onderzoek van de kas en komt hij tot een verrassende reconstructie van het orgelmeubel, zoals dat er ten tijde van Bader uit moet hebben gezien. Vervolgens passeren windvoorziening, windladen, mechanieken en het Bader- en Timpe-pijpwerk de revue. Van Straten legt ten slotte een verantwoording van de laatste restauratie af.

Dit eerste deel in een reeks orgelmonografieën, een uitgave van de Stichting Henrick Baederorgel in samenwerking met de Rijksdienst voor Monumentenzorg, zet de toon. De bijlagen en lijsten geven blijk van gedegen studie. Wat opvalt, is dat de auteurs erin geslaagd zijn hun bijdragen leesbaar te houden. Orgelboeken die zo in elkaar steken, verkopen zichzelf.